Eén

Een paar weken geleden kwam de geschiedenis van David en Goliath aan de orde tijdens het Bijbellezen. Het is en blijft een indrukwekkende geschiedenis. Je ziet het voor je ogen gebeuren. Die geweldige Filistijnse reus en de veel kleinere David gaan de strijd met elkaar aan. De reus is tot de tanden toe bewapend. David heeft slechts een slinger en een paar stenen bij zich. Hoe wordt de over- winning behaald? Niet door duizenden soldaten, maar door één steen (1 Sam. 17:49 en 50). Eén was meer dan een paar duizend.

De Heere Jezus is in het stadje Kapernaüm aangekomen. Er komt een hoofdman over honderd naar Hem. Hij heeft een zieke knecht en vraagt of Jezus hem genezen wil. Deze hoofdman kent zichzelf goed. Hij is het niet waardig dat Jezus in zijn huis komt. Wat zegt hij dan? ‘Spreek slechts één woord’ (Matth. 8:8). Dat is niet veel, maar toch alles!

In Bethanië kwam de Heere Jezus regelmatig bij Martha, Maria en Lazarus. Drie kinderen van God die de Heere Jezus dienden. Martha was tijdens één van de bezoeken druk bezig met hard werken om een maaltijd te bereiden. Jezus wijst haar terecht en wijst op één ding dat nodig is!

Paulus schrijft aan Timotheüs door Wie we alleen kunnen en moeten zalig worden. Daar is maar één Persoon Die ons uiteindelijk redden kan. We zoeken ons heil tevergeefs bij alles en iedereen die de naam van Heere niet draagt. Want er is één God, er is ook één Middelaar Gods en der mensen, de Mens Chris- tus Jezus (1 Tim. 2:5). Zoek het bij Hem alleen!

Leestip: 1 Timotheüs 2:1-7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen