Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een leesbare brief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een leesbare brief

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Het huiszittend oudje’. Dat is een van de hoofdstuktitels van het boek waarin een predikant vertelde over zijn pastorale ervaringen. ‘Huiszittende’ mensen, dat waren armen die wel een dak boven hun hoofd hadden, maar niet genoeg geld hadden om rond te komen.

De e zorg voor deze armen berustte vroeger ook wel bij regenten of vooraanstaande kooplie- den. ‘Huiszittenmeesters’ werden ze genoemd. Huiszittenmeesters zijn er al heel lang niet meer. Maar kennelijk werd het woord ‘huiszittend’ eind negentiende eeuw nog gebruikt voor mensen die in materieel opzicht volledig ondersteund moesten worden en zelfstandig in een huisje woonden.

Ds. J.D. van der Velden (1859-1947) was predikant van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Hij was een man van de oude stempel. Hij was in 1887 predikant geworden. Buitenpost in Friesland was zijn eerste gemeente, in 1889 vertrok hij naar Maasland. Middelburg werd in 1892 zijn derde gemeente.

De vrouw over wie ds. Van der Velden iets vertelde, woonde in een hofje in Mid- delburg. Ze was een eenvoudige, arme weduwe. Ze had veel geestelijke kennis en een rijke levenservaring. Als de dominee op bezoek kwam, hoefde hij meestal niet veel te zeggen. Ze was wel wat kritisch aangelegd, haar oprechtheid deed haar alles rondweg zeggen. Als ze iets op haar hart had, zei ze het. Veel bezoek kreeg ze dus niet, want er waren maar weinig mensen die haar begrepen.

Geen woord Engels, geen woord Nederlands

Het huiszittende oudje hield al vele jaren- lang briefwisseling met een Engelse dame, die dicht bij Londen woonde. Een neef van het oude moedertje was predikant in Engeland geworden en hij had met die Engelse dame gesproken over zijn tante. En toen is die briefwisseling ontstaan. De een sprak geen woord Nederlands en de ander geen woord Engels. Maar dat was geen bezwaar. In de Middel- burgse gemeente was er een ouderling die vroeger zeekapitein was geweest. Hij beheerste de Engelse taal uitste- kend. Hij vertaalde steeds de brieven uit het Engels in het Nederlands en van het Nederlands in het Engels. Dat ging jarenlang goed.

Maar de oud-zeekapitein overleed. Hoe moest het nu verder met de corres- pondentie? Toen ds. Van der Velden de oude vrouw bezocht, klaagde zij hem haar nood. De predikant bood toen aan om haar te helpen. Engels-Nederlands, dat ging goed. De Engelse brieven waren kort, en daarbij keurig geschreven en duidelijk van inhoud en stijl. Maar de brieven van het huiszittend oudje! Het waren meestal acht velletjes postpapier, soms zelfs wel twaalf, en dicht beschreven. En dat niet alleen, maar ze gebruikte veel ouderwetse termen, die je niet zo gemakkelijk vertalen kunt. Gelukkig dat ze veel bijbelteksten aanhaalde, dan hoefde ds. Van der Velden alleen maar die teksten in de Engelse Bijbel op te zoeken.

Maar eens was er een heel velletje geschreven over Lukas 6 vers 37: ‘Laat los, en gij zult losgelaten worden’. Het oude moedertje had die tekst naast haar eigen geestelijke ervaring gelegd en ze had geschreven: ‘Als wij de zaak van onze zalig- heid van onze zijde loslieten en ons geheel overgaven, dan kwam die trouwe God met de eigenlijke vrijmaking des levens tot ons in de Heere Jezus; dan kwamen we voor ons persoonlijk geestelijk leven eerst recht in de vrijheid te staan’. Maar in de Engelse Bijbel staat: ‘Forgive, and ye shall be forgiven’. Dat is, woordelijk vertaald: ‘Vergeef, en u zal worden vergeven’. Het wil dus zeggen: Laat de wraak los, wees vergevensgezind, en u zal vergeving geschon- ken worden. Toen heeft ds. Van der Velden die hele bladzijde maar weggelaten. Het deed geen schade aan de brief, want die was toch nog groot genoeg.

Ds. Van der Velden schreef verder: ‘Nog herinner ik mij het laatste bezoek, dat ik bij haar bracht vóór mijn vertrek uit de gemeente. Ze zei toen: Dominee, het gehele leven van een christen kunt u samenvatten in twee woorden: ‘afbreken en bouwen, neerwerpen en oprichten, uit- rukken en planten’. Maar als God afbreekt, doet Hij niet als veel mensen. Zij breken dikwijls alleen af, maar bouwen niet op. Zo doet onze trouwe God niet. Als Hij aan het afbreken gaat, is Zijn hand steeds gereed om Zijn werk op te bouwen. Niet lang daarna ontving ik het bericht dat dit ‘huiszittend oudje’ was heenge- gaan naar het huis des Vaders, waar vele woningen zijn. Ze had nu ook geen nieuwe vertaler voor haar brieven nodig. Zelf was zij een levende brief van Christus geweest. Zulke brieven behoeven niet te worden vertaald, ze kunnen door ieder gelezen worden’.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 2021

De Saambinder | 24 Pagina's

Een leesbare brief

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 2021

De Saambinder | 24 Pagina's