De zaligsprekingen [13]
‘Zalig zijn die treuren’. Mattheüs 5:4
De tweede zaligspreking
Daar is onze eigen zonde. Zonde kan niet zonder tranen. Zolang wij het vuur van de zonde met ons omdragen, moeten we het wa- ter van de tranen bij ons hebben om het te blussen (Ez. 7:16). ‘Zíj zijn niet zalig’, zegt Chrysostomos, ‘die treuren om de doden, maar veeleer zij die treuren vanwege de zonde’. Zeker, we hebben goe- de reden om vanwege de zonde te treuren, als we nadenken over de schuld van de zonde, die ons aan de toorn overlevert. Zal een schuldige, die voor de rechtbank moet verschijnen, niet wenen? Elke zondaar moet vanwege zijn leven berecht worden en hij is er zeker van dat hij veroordeeld zal worden als niet de barmhartig- heid zijn voorspraak wordt.
Daar is de verontreiniging door de zonde. De zonde is een ver- velende vlek. Zullen we dan niet ons best doen om die vlek met onze tranen weg te krijgen? De zonde maakt de mens erger dan een pad of een slang. Een slang heeft niets anders dan wat God in haar heeft gelegd. Vergif kan als medicijn worden gebruikt; maar de zondaar heeft iets in zich wat de duivel in hem heeft gelegd. Handelingen 5 vers 3: ‘Waarom heeft de satan uw hart vervuld, dat gij den Heilige Geest liegen zoudt?’
Wat heeft de zonde een vreemde gedaanteverwisseling tot stand gebracht! De ziel die eens in een helder azuur straalde, is door de zonde helemaal zwart geworden. Wij hebben in ons hart het zaad van de onvergeeflijke zonde. Wij hebben het zaad van al díe zonden waarvoor de verdoemden nu worden gepijnigd. Zullen we dan niet treuren? Wie niet treurt, heeft heel zeker het gebruik van zijn gezonde verstand verloren. Maar elk ‘treuren over de zonde’ is niet voldoende om een mens het recht op de gelukzaligheid te geven.
Het ware treuren in de zin van het Evangelie
Wat is het ware treuren in de zin van het Evangelie? Het treuren dat een mens recht zal geven op de gelukzaligheid, heeft de volgende kenmerken. Dit treuren is spontaan en vrij. Het moet opkomen zoals water uit een bron, niet als vuur uit een vuursteen. Tranen over de zonde moeten zijn als de mirre die uit een boom drupt, vrij, en zonder te snijden of te forceren. Het berouw van Maria Magdalena was spontaan. Zij stond te wenen (Luk. 7). Zij kwam tot Christus met de zalfolie in haar hand, met liefde in haar hart, met tranen in haar ogen. God wil een vrijwillige offerande hebben. Hij houdt er niet van om door dwang te krijgen wat Hem toekomt.
Het treuren in de zin van het Evangelie is geestelijk. Het wil zeg- gen dat, wanneer wij treuren over de zonde, dat dat méér is dan wanneer we ervoor lijden. Farao zegt: Neem de plaag weg. Nooit heeft hij gedacht aan de plaag van zijn hart. Een zondaar treurt omdat het oordeel vlak achter de zonde zit, maar David roept uit: ‘Mijn zonde is steeds voor mij’ (Ps. 51:5).
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 2021
De Saambinder | 24 Pagina's
![De zaligsprekingen [13]](https://www.digibron.nl/images/generated/de-saambinder/reguliere-editie/2021/04/01/1-thumbnail.jpg)