De zaligsprekingen [6]

De gelukzaligheid bestaat in het genieten. Wij moeten haar niet alleen bezitten, maar ook genieten. Iemand kan bezittingen hebben, maar er toch niet van genieten. Hij zal er misschien de macht over hebben, maar niet het aangename ervan, als hij bijvoorbeeld lusteloos is of door somberheid wordt beheerst. In de ware gelukzalig- heid moet echter een merkbare genieting zijn in datgene wat de ziel bezit. De gelukzaligheid is gelegen in het genieten van het hoogste goed. Niet elk goed maakt iemand gelukkig, maar het moet het hoogste Goed zijn - en dat is God.

‘Welgelukzalig is het volk, wiens God de HEERE is’ (Ps. 144:15). God is de rust van de ziel (Ps. 116:7). Welnu, alleen datgene waarin de ziel toestemt en waarin zij rust, kan haar echt gelukkig maken.

Wat iemand gelukzalig maakt, moet vaste eigenschappen of be- standdelen in zich hebben, en die worden nergens anders gevonden dan in God, het hoogste Goed. In de ware gelukzaligheid moet een hogere kwaliteit zijn. Datgene wat met gelukzaligheid vervult, moet een goed zijn dat beter is dan het ‘ik’ van de mens.

Nog een bestanddeel is het heerlijke. Datgene wat de gelukzaligheid aanbrengt, moet heerlijk van smaak zijn, zodat de ziel er meteen door in vervoering wordt gebracht. Er moet in de gelukzaligheid een geest van genieting en van wezenlijke vreugde zijn. En waar kan de ziel die zuivere voldoening inzuigen, die haar met verwondering vervult en met vreugde kroont, dan alleen in God?

Een ander bestanddeel in de gelukzaligheid is de overvloed. Dat- gene wat iemand gelukzalig maakt, mag niet karig zijn. Het is een volle teug die de dorst van de ziel lest. En waar zullen we overvloed vinden dan alleen in God? ‘Gij drenkt hen uit de beek Uwer wellusten’ (Ps. 36:9).

In de ware gelukzaligheid moet verscheidenheid zijn. Een volheid zonder verscheidenheid veroorzaakt gemakkelijk afkeer. In God is ‘al de volheid’ (Kol. 1:19). Waaraan kan het de ziel ontbreken als zij dat maar bezit in het hoogste Goed? God is het Goede in alle dingen. Hij is een Zon, een Schild, een Deel, een Fontein, een Rots der sterkte, een Hoorn des heils. In God komen alle uitnemende dingen samen. Elk ogenblik komt er nieuwe schoonheid en vreugde uit God voort.

Om de gelukzaligheid volledig te maken, moet er volkomenheid zijn. De vreugde moet volkomen zijn, de heerlijkheid moet volkomen zijn. Hebreeën 12 vers 23 spreekt over de geesten der volmaakte recht- vaardigen. De gelukzaligheid moet het geheel doortrekken.

De ware gelukzaligheid moet het stempel van de eeuwigheid dragen. De gelukzaligheid is iets wat vastligt. Zij laat geen ruimte voor wis- seling of verandering. God zegt van elk van Zijn kinderen: ‘Ik heb hem gezegend; ook zal hij gezegend zijn’.

‘Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is’ (Ps. 33:12).

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen