Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De dagen der duisternis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De dagen der duisternis

Ds. Labee over:

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Regelmatig klinkt de uitdrukking dat ‘de dagen der duisternis vele zijn’ en dat daarom Gods kinderen veel in het donker lopen. Maar is die uitleg wel juist in het licht van de kanttekening bij dit Bijbelvers?

Dood

De vraagsteller heeft gelijk dat de vaak geciteerde woorden uit Prediker 11 vers 8 op een ander feit wijzen. We lezen in Gods Woord: ‘Maar indien de mens vele jaren leeft, en verblijdt zich in die alle, zo laat hem ook gedenken aan de dagen der duisternis, want die zullen vele zijn; en al wat gekomen is, is ijdelheid’. Kanttekening 25 schrijft bij die vele dagen der duisternis: ‘Dat is, aan den dood. Want de doden legt men in het graf, waar het duister is’. De bekende oefenaar Wulfert Floor (1818- 1876) schrijft over dit vers: ‘Deze voor­ treffelijke en zeer geduchte les heeft de volgende strekking: Het is een voorrecht voor de mens, om hier op aarde, onder de genietingen van Gods schepselen, lang en voorspoedig te leven; maar hoewel hij lang leeft en zich verblijdt in al zijn dagen, zo moet hij nochtans eenmaal sterven en naar het duistere graf vertrekken, waar zijn zielloos lichaam zeer vele dagen zal moeten liggen en eenmaal zal worden opgewekt, om voor eeuwig te gaan naar de heerlijke hemel, of naar de duistere hel. Daarom, laat hem aan zijn dood denken, terwijl hij leeft; laat hem voor die alles beslissende dag zoeken bereid te worden, eer hem het sterven overvalt’.

Ook in het Bijbelcommentaar van M. Hen­ry (1662-1714) vinden we deze uitleg, die het meest past in het tekstverband. We citeren hier een gedeelte van zijn betoog: ‘Deze dagen der duisternis zullen vele zijn, de dagen van ons liggen onder de grond zullen talrijker zijn dan de dagen van ons leven boven de grond. Zij zijn vele, maar zij zijn niet eindeloos, vele als zij zijn, zullen zij toch geteld en voleindigd wor­ den, als de hemelen niet meer zijn, Job 14:12. Gelijk de langste dag zijn nacht heeft, zo zal de langste nacht zijn morgenstond hebben. Het is goed voor ons om dikwijls te denken aan deze dagen van duisternis, opdat wij niet opgeblazen worden van hoogmoed, noch in slaap worden gesust in vleselijke gerust­ heid, noch zelfs tot onbetamelijkheid worden vervoerd door ijdele vrolijkheid (…)’.

O dat de ernst van deze werkelijkheid ons zou aangrijpen, opdat we geen rust zullen hebben voor we kennis hebben aan Jezus Christus, Die het Licht der wereld genoemd wordt.

Duisternis

Nadat we dit geschreven hebben, is het wel goed om erop te wijzen dat – los van deze Bijbeltekst – de werkelijkheid van de genoemde uitdrukking op tal van andere plaatsen wél bevestigd wordt. Al gaat de Heere met elk van de Zijnen een eigen weg, vele christenen weten dat het om eigen schuld zo menigmaal duister is. Zeker, ze zijn allen eens geroepen ‘uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht’ (1 Petr. 2:9b). En op een andere plaats (Ef. 5:8) klinkt de oproep: ‘Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in de Heere; wandelt als kinderen des lichts’. Het mag óók bij tijden de praktijk van het leven zijn met de dichter van Psalm 89 vers 7 (berijmd): ‘Hoe zalig is het volk dat naar Uw klanken hoort! Zij wand’len, HEER’, in ’t licht van ’t Godd’lijk aanschijn voort; zij zullen in Uw Naam zich al den dag verblijden’.

Echter we lezen Jakobs’ klacht voor Farao: ‘De dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren; weinig en kwaad zijn de dagen der jaren mijns levens geweest (…)’. Veel psalmdichters spreken over dit Mesech, dit aardse tranendal, over duisternis als beeld van droefheid, ellende, tegenspoed of ook wel ongemakken in de ouderdom. Lezer(es), God geve de genade van de dichter van Psalm 119 die in deze ‘ellendige pelgrimage’ mocht getuigen in vers 105: ‘Uw woord is een lamp (kt.10: lantaarn, kaars) voor mijn voet en een licht voor mijn pad’.


VRAAG?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.

Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.

Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 december 2020

De Saambinder | 24 Pagina's

De dagen der duisternis

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 december 2020

De Saambinder | 24 Pagina's