Het bedroeven van de Heilige Geest
Oorzaak geven dat de Heilige Geest bedroefd is, kan dat?
Midden tussen allerlei praktische vermaningen waarschuwt de apostel in Efeze 4:30: ‘En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot de dag der verlossing’. De Geest blijkt hier dus het stempel van waarheid en echtheid op het genadewerk in het hart te zetten. Er gebeuren echter zaken die absoluut niet mogen in het licht van Gods wet. Dit heeft grote gevolgen voor het geestelijke leven. In de strijd tussen de oude mens (vers 22) en de nieuwe mens (vers 24) brengen Gods geboden pijnlijk de zonden aan het licht. Met een sterke nadruk op de tweede tafel van de wet, onze verhouding tot de naaste. Maar het kwaad blijkt niet meer als kwaad gezien en gevoeld te worden, zoals leugenachtigheid (25), haat (26), oneerlijkheid (28), onzuiver taalgebruik (29). En in dat verband klinkt opeens de dringende vermaning om de Heilige Geest niet te bedroeven. Verzwegen Als we de tekst goed lezen, gaat het bij het bedroeven van de Geest om een zonde waaraan alleen Gods kinderen zich schuldig kunnen maken. Merkt u dat Gods kinderen voor dit bedroeven van de Heilige Geest beducht zijn? Nog persoonlijker: weet u voor uw eigen hart en leven wat dit kwaad inhoudt? Hoe zou het komen dat we er zo weinig over horen? Zou het (direct?) samenhangen met de geloofswetenschap van de inwoning van de Heilige Geest? Daarover ging het in het vorige artikel.
Hoewel niet graag
Onze kanttekeningen (nummer 57) geven een heldere uitleg van dit ‘bedroeven’: ‘Een wijze van spreken bij gelijkenis uit Jesaja 63:10 (ze hebben de Heilige Geest smarten aangedaan), waardoor te kennen gegeven wordt dat de Geest Gods, Die in ons woont, door dergelijke zonden, waar Hij een afkeer van heeft, Zijn vriendelijke werking in ons verduistert, en in plaats van Zijn liefde ons Zijn gramschap laat gevoelen (gelijk een vader een droevig gezicht trekt over zijn kinderen, wanneer zij in zijn tegenwoordigheid kwaad doen, en in plaats van vriendschap te bewijzen hen, hoewel ongaarne, moet straffen), waardoor ook een bedroefd gemoed rijst in de gelovigen en de zekerheid van hun zaligheid wordt verduisterd’. Laten we goed kennis nemen van deze kostbare kanttekening! Het vasthouden aan de zonde, terwijl de Geest zo dichtbij is (‘Die in ons woont’), heeft als ernstig gevolg het gemis aan innerlijke zekerheid. Zonde en zekerheid gaan nooit samen. Dat heeft niets met wetticisme of werkheiligheid te maken, maar met het ware werk van de Heilige Geest: élke zonde hatend, ook de boezemzonde, de eigentijdse zonde, de zogenaamde kleine zonde, de verborgen zonde.
Is zonde voor u zonde gewórden? Is zonde voor u zonde gebléven? (wordt vervolgd)
Is zonde voor u zonde gewórden? Is zonde voor u zonde gebléven?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 2020
De Saambinder | 20 Pagina's
