‘Zoek op persoonlijk vlak altijd de vrede en de verbinding’
Vier christelijke raadsleden aan het woord
De gemeente is de eerste overheid die je als burger tegenkomt. Daarom is het goed dat er ook vele christenpolitici op lokaal vlak actief zijn. In deze bijdrage komen vier raadsleden aan het woord: Gilco Grandia (CU), Jan-Bert Heinen (SGP), Maarten Klink (CDA) en Harm Jan Polinder (SGP). Zij reageren op zeven vragen. Daarna volgt een beschouwing van Geert Schipaanboord die als SGP’er enige jaren actief was in de lokale politiek, eerst binnen het CDA, daarna voor CU en SGP.
Ter introductie beginnen we met een voorstelrondje. Wie komen er in deze Lokaal Vizier aan het woord?
Gilco Grandia is geboren en getogen in Nederhemert, een dorp gelegen in de Bommelerwaard. Inmiddels is bijna 28 jaar getrouwd met Joyce en woonachtig in Aalst. Hun gezin telt twee kinderen. Gilco: ‘Sinds 2006 ben ik betrokken bij de lokale politiek in de gemeente Zaltbommel. Van mei 2014 tot heden als raadslid voor de ChristenUnie en na de verkiezingen vorig jaar ook als fractievoorzitter. In het dagelijkse leven werk ik als Projectmanager bij Centric.’
Jan-Bert Heinen is 52 jaar oud en een geboren en getogen Spakenburger. ‘Ik ben getrouwd met Hetty en samen hebben wij vier kinderen. In het dagelijks leven ben ik werkzaam bij de brandweer Gooi- en Vechtstreek als Specialist Risicobeheersing en Officier van Dienst in de uitrukdienst. Daarnaast ben ik sinds 2014 fractievoorzitter namens de SGP in de gemeenteraad van Bunschoten.’
Maarten Klink: ‘Ik ben 26 jaar oud, drie jaar getrouwd (met een katholieke vrouw) en sinds anderhalf jaar vader. Naast mijn baan aan de Radboud Universiteit ben ik raadslid voor het CDA in de gemeente Molenlanden.’
Harm Jan Polinder is 29 jaar jong en woont samen met zijn vrouw Petra en hun twee kinderen in Nunspeet. ‘Mijn dagelijks werk bestaat uit het runnen van een mediabureau, samen met een compagnon en een aantal medewerkers. Sinds mijn 15e ben ik actief voor de SGP. Eerst bij de jongerenafdeling, onder andere als vicevoorzitter. Sinds mijn 20e ben ik raadslid in Nunspeet, waarvan de afgelopen vijf jaar als fractievoorzitter. Daarnaast draai ik mee in de Gelderse Statenfractie, tot nu toe als fractievolger. Als we definitief deelnemen aan de Gelderse coalitie hoop ik door te schuiven naar het mooie ambt van Statenlid.’
Wat motiveert u om een bijdrage te leveren aan het bestuur van uw gemeente? En speelt uw christelijke identiteit daarbij een rol?
Jan-Bert Heinen: ‘Als christen vind ik het belangrijk iets te kunnen betekenen voor anderen en vind ik het vanzelfsprekend ook maatschappelijk actief te zijn. Momenteel kan ik daarmee goed uit de voeten bij de SGP en kan ik mij inzetten voor de belangen van onze mooie gemeente en haar inwoners. Daarnaast voel ik mij als christen geroepen om dienstbaar te zijn in onze samenleving, want onze unieke gemeente en haar inwoners zijn het waard!’
Ook Gilco Grandia wil vanuit de christelijke normen en waarden een bijdrage leveren aan de leefomgeving waar hijzelf deel van uitmaakt: ‘En dat op allerlei terreinen waar een raadslid voor komt te staan. Vanuit die verantwoordelijkheid probeer ik samen met mijn fractie een positieve inbreng te leveren in het besturen van onze gemeente. Dit alles in de overtuiging dat God mij in dit ambt heeft gesteld om zo Zijn schepping zorgvuldig te kunnen beheren en bewerken en dienstbaar te mogen zijn voor alle inwoners in onze gemeente.’
Harm Jan Polinder noemt een concrete casus als motivatie om de politiek in te gaan: ‘Op jonge leeftijd verloor ik een zusje nadat mijn moeder 26 weken zwanger was. Dat kindjes na een dergelijke zwangerschap in medisch-ethische debatten werden omschreven als ‘een klompje cellen’ strookte niet met mijn beeld van mijn complete en prachtige zusje. Daarover voelde ik veel verontwaardiging. Het wekte mijn interesse in de politiek, dat was immers de plek waar ik dat beeld zou kunnen rechtzetten.
Met lokale politiek had ik in die tijd niet zoveel. Totdat ik in 2013 benaderd werd voor een verkiesbare plaats op de kandidatenlijst. Ik heb toen besloten daarmee in te stemmen en vond de plaatselijke politiek verrassend interessant. Tegelijk vond ik het best zoeken om ‘politiek bij een open Bijbel’ in de praktijk toe te passen.’
Voor Maarten Klink is het dorpskarakter van zijn woongemeente een belangrijke motiva-tie. ‘Het dorp waar ik geboren ben, Hoornaar, kan zich gelukkig prijzen met een wellicht zeldzame karaktercombinatie van openheid en sociale cohesie. Dat geldt in meer of mindere mate ook voor de omliggende dorpen in de gemeente. Ik hoop een bijdrage te kunnen leveren aan het behoud van dit karakter. De identiteit van deze streek die door het christendom is gestempeld resoneert met mijn eigen identiteit.’
Op welke manier geeft u invulling aan het christelijke profiel of karakter van de partij die u in de gemeenteraad vertegenwoordigt? Bij welke onderwerpen komt dit bijvoorbeeld tot uitdrukking?
Maarten Klink wijst erop dat het christelijke profiel ook in symboolpolitieke signalen naar voren kan komen. ‘Het CDA in Molenlanden heeft een duidelijk christelijk profiel. Onze fractievergaderingen beginnen en eindigen bijvoorbeeld steevast met gebed. Maar laat ik ook een inhoudelijk voorbeeld geven. Molenlanden heeft sinds 2019 een vloekverbod in de algemene plaatselijke verordening (APV). Iedereen weet dat dit symboolpolitiek is – het is juridisch namelijk niet te handhaven. Binnen de achterban van het CDA bestaat discussie omtrent dit punt. Moet dit verbod wel bestaan? Mijn persoonlijke opvatting is dat de APV in beginsel niet het juiste middel is voor symboolpolitiek. Ik zou het vloekverbod daar zelf niet in hebben opgenomen. Toch pleit ik tegen het schrappen van de bepaling uit de APV. Daar zou namelijk ook een signaal vanuit gaan. Dat verkeerde signaal – alsof het vanaf dat moment zou zijn ‘toegestaan’ om te vloeken – weegt voor mij uiteindelijk zwaarder dan de zuiverheid van de APV.’
Jan-Bert Heinen: ‘Vanuit onze beginselen en ons handelen staan we voor christelijke politiek. Dat komt onder andere terug in: integer handelen en een constructieve opstelling met respect voor elkaar waarbij ruimte is voor samenwerking. Duidelijke standpunten waarbij ons ja-woord ja is en ons nee ook echt nee. Ook bij een onderwerp als de zondagsrust. Oog hebben voor de zwakkeren in de samenleving en relaties past daar ook bij, evenals opkomen voor onze christelijke identiteit, de aanpak van drugs- en alcoholverslaving en het streven naar een veilige leefomgeving en in vrede leven met elkaar. Dit zijn daar allemaal voorbeelden van.’
Harm Jan Polinder: ‘De SGP onderscheidt zich ten opzichte van andere politieke partijen door de Bijbel als norm te hanteren. Dat probeer ik zelf ook regelmatig voor ogen te houden. Tegelijk is dat een grote uitdaging. Veel concrete politieke onderwerpen lenen zich daar niet zo voor. Toch is het ook dan met enige regelmaat mogelijk iets te laten zien van wat ons als SGP’ers drijft. Wat de basis is van ons politieke handelen en wat dat bij een concreet onderwerp betekent. Zelf heb ik dat door de jaren heen verschillende keren kunnen doen. Tijdens Algemene Beschouwingen heb ik bijvoorbeeld de wijsheid en het inzicht van Salomo naar voren gebracht of het levensverhaal van de Duits-Poolse Maximiliaan Kolbe. Recent kon een fractiegenoot bij de behandeling van de cultuurnota inbrengen waarom wij daar niet mee konden instemmen vanuit Bijbels perspectief. Dat we diepe verontwaardiging voelen over theatervoorstellingen waarin Gods naam wordt gelasterd of bij voorstellingen die op zondag plaatsvinden.’
Gilco Grandia: ‘De Bijbel, Gods Woord, dient als inspiratiebron voor mijn politieke handelen. In gehoorzaamheid aan God probeer ik aandacht te hebben voor goed rentmeesterschap en zorg voor de naasten. In de Bijbel gaat het over mensen, over samenleven en ook over de overheid. Samen met de fractie wil ik bouwen aan een samenleving waarin aandacht is voor wat echt telt. We denken daarbij aan zorg voor elkaar, aan een overheid die bondgenoot is van de inwoners van onze gemeente, aan een duurzame economie en aan keuzes die goed zijn voor Gods schepping.’
Citeert u wel eens uit de Bijbel in uw bijdragen in de gemeenteraad of een commissievergadering? Waarom en wanneer wel of (juist) niet?
Harm Jan Polinder: ‘Het is altijd een zoektocht om op het juiste moment Bijbelse woorden in te brengen in het politieke debat. Tegelijk denk ik ook weleens: zijn we niet te schuchter? Politiek bij een open Bijbel is platgezegd onze corebusiness. Mijn ervaring is overigens dat ik het als fractievoorzitter makkelijker vind om Bijbelse woorden in mijn betoog in te brengen dan als fractielid. Als fractievoorzitter voer ik immers het woord tijdens algemene beschouwingen en perspectievennota’s, waarbij het natuurlijker voelt om terug te grijpen op basisbeginselen en onze Bijbelse boodschap dan bijvoorbeeld bij de behandeling van een bestemmingsplanwijziging. Tot slot zijn in mijn optiek onze politieke daden minstens zo belangrijk als onze politieke woorden. We zijn christenen, dat verwijst naar onze band met Christus. Dat geeft een grote verantwoordelijkheid in hoe wij omgaan met anderen.’
Gilco Grandia: ‘Het komt wel voor dat je verwijst naar teksten in de Bijbel. Bijvoorbeeld als het gaat over zorg, dat we speciale aandacht moeten hebben voor weduwen en wezen. Na een begrotingsbehandeling wensen we het college en de ambtelijke organisatie Gods zegen toe bij de uitvoering van hun werkzaamheden. Onze fractievergaderingen starten we altijd met het lezen uit Gods Woord en dan bidden we samen voor Gods leiding tijdens de vergadering en ons politieke handelen en spreken tijdens raads- en commissievergaderingen.’
Jan-Bert Heinen: ‘Ik gebruik weleens Bijbelteksten wanneer de mogelijkheid zich voordoet zoals bijvoorbeeld bij de algemene beschouwingen of als inleiding bij een bijdrage in een commissievergadering. Dat varieert van ‘De overheid is Gods dienares u ten goede’ uit de brief aan de Romeinen tot het ‘alles heeft zijn bestemde tijd’ vanuit Prediker. Bij het toepassen van een Bijbeltekst bij een onderwerp blijkt dan ook weer hoe actueel de Bijbel is en dat Gods Woord heilzaam is voor iedereen.’
Maarten Klink: ‘De Nederlandse taal is doordrenkt van Bijbelse woorden en gezegdes. Daar is geen ontkomen aan. Maar het gezag van de Bijbel voer ik in principe niet als politiek argument aan. Het CDA is een volkspartij en wil zijn beleid voeren op basis van argumenten die ook niet-christenen kunnen volgen. Gelukkig correspondeert de inhoud van de Bijbel met wat goed is voor de mens. Een autoriteitsargument is daarom niet nodig. De orde van de schepping, de orde van het samenleven en de menselijke conditie bieden voldoende aanknopingspunten om beleid te voeren dat in lijn is met de Bijbel zonder dat je direct een beroep hoeft te doen op het gezag van de Bijbel. De Bijbel blijft wel de toetssteen van mijn handelen.’
Er is momenteel veel onenigheid en polarisatie in politiek en samenleving. Merkt u hier als raadslid ook iets (of veel) van in uw gemeenteraad?
Gilco Grandia: ‘Ook in de lokale politiek en samenleving zien we scheuren ontstaan. Onenigheid en polarisatie komt zeker ook in onze gemeente voor. Terwijl de samenleving in tijden van onzekerheid zoekt naar houvast en een duidelijke overheid die haar door moeilijke tijden heen helpt. Politici moeten vooral niet ruziënd over straat rollen en beloften doen die ze niet kunnen waarmaken. De manier waarop raadsleden elkaar soms aanspreken of over elkaar spreken, ook tijdens vergaderingen, verdient niet altijd de schoonheidsprijs. We moeten als politiek rechtvaardige keuzes maken door goed met elkaar samen te werken, juist in tijden van onzekerheid.’
Harm Jan Polinder ziet ook een toename van de polarisatie op lokaal niveau: ‘In de gemeente Nunspeet is de polarisatie ook zichtbaar. Voor mij persoonlijk werd dit heel concreet bij de mededeling van partijgenoot Breunis van de Weerd dat hij - onder andere - vanwege die polarisatie stopte als burgemeester. Veel mensen redeneren en denken alleen nog vanuit het eigen gelijk en de eigen bubbel. Dat vind ik gevaarlijk. Ik zie dat overigens ook in onze eigen achterban. Als reformatorische christenen er in toenemende mate voor kiezen alleen in eigen kring vrijwilligerswerk te doen en actief te zijn, kun je niet verwachten dat een Oranjevereniging of buurthuis een programma hanteert wat rekening houdt met ‘onze’ voorkeuren.’ Jan-Bert Heinen en Maarten Klink merken in hun eigen lokale omgeving weinig van de toegenomen polarisatie.
Jan-Bert Heinen: ‘Plaatselijk merk ik daar nog niet zo veel van in de raad. We kunnen wel eens van standpunt verschillen of een scherp debat voeren, maar het is nog niet zo extreem als wat er zich landelijk en in bepaalde gemeentes afspeelt. Je ziet wel dat het versterken van tegenstellingen tussen partijen of bevolkingsgroepen toeneemt en dat de onenigheid en polarisatie door met name de landelijke politiek verder in de hand wordt gewerkt. Het is dan ook niet vreemd dat bij de laatste Provinciale Statenverkiezingen de BoerBurgerBeweging ook in ons dorp zoveel stemmen kreeg.’
Maarten Klink wijst er daarnaast op dat uiteenlopende politieke opvattingen een vreedzame persoonlijke verhouding tussen raadsleden niet in de weg hoeven te staan: ‘In Molenlanden valt de polarisatie relatief mee. De politieke partijen gaan in het algemeen gemoedelijk met elkaar om. Gelukkig, want op persoonlijk vlak moeten we altijd vrede en verbinding zoeken. De overheid dient de vrede, wat mij betreft in brede zin. Dat ontslaat ons niet van de plicht om vierkant voor onze standpunten uit te komen. Soms doe je politiek gezien water bij de wijn, maar als het goed is, doe je dat niet voor de lieve vrede en voor de verbinding.’
Wat past in deze tijd het best bij u: vrede en verbinding zoeken of ‘vierkant’ voor je principes en standpunten uitkomen?
Verantwoordelijkheid nemen betekent ook dat er soms concessies gedaan moeten worden, aldus Maarten Klink. ‘Vrede en verbinding zoek je op persoonlijk vlak, ondanks de inhoudelijke verschillen. Het gaat mis als vrede en verbinding afhankelijk worden gemaakt van politieke opvattingen. Dat zien we helaas wel veel gebeuren. Waarom doe je dan soms wel water bij de wijn? Dat doe je met het oog op het zoveel mogelijk realiseren van je standpunten. De spannende vraag daarbij blijft: op welke punten kun je concessies doen en op welke niet? Dit is een voortdurende spanning. Enerzijds zijn sommige zaken onaantastbaar, anderzijds moeten we onze verantwoordelijkheid nemen en niet altijd onze handen in onschuld wassen. Hier ervaar je de gebrokenheid van de wereld. Niet willen weten van deze spanning staat gelijk aan het ontkennen van die gebrokenheid.’
Harm Jan Polinder ziet geen tegenstelling tussen het zoeken van verbinding en het uitkomen voor de eigen principes. ‘Mijn doel is altijd om in de raadzaal als verschillende mensen met verschillende overtuigingen respectvol met elkaar om te gaan. Als wij dat al niet kunnen, hoe kunnen we dat dan van onze inwoners verwachten? In die zin is het zoeken van verbinding belangrijk. Tegelijk is mijn ervaring dat we óók dan op inhoud en principes niet hoeven in te leveren.’ Jan-Bert Heinen onderschrijft dit: ‘Vanuit onze principes en standpunten als stabiele basis, proberen we toch de vrede en verbinding te zoeken. Daar staan wij als plaatselijke SGP om bekend.’
Gilco Grandia ziet het zoeken naar de dialoog als een onderdeel van de identiteit van zijn partij. ‘Als ChristenUnie-fractie zijn we liever op zoek naar vrede en verbinding dan alleen maar bezig te zijn met het naar voren brengen van onze principes en standpunten. We zijn een christelijk-sociale partij die altijd op zoek is naar de dialoog, ook bij het zoeken naar steun voor onze eigen standpunten.’
Wie is voor u een inspirerend voorbeeld of een belangrijk identificatiefiguur?
Harm Jan Polinder wijst op de belangrijkste identificatiefiguur voor een christen. ‘Voor mij zijn een inspirerend voorbeeld en een identificatiefiguur twee verschillende grootheden. Zoals ik hierboven al aangaf, vind ik het belangrijk om ons altijd te realiseren dat we als christen ‘van Christus’ zijn. Hij behoort onze eerste identificatiefiguur te zijn. Een inspirerend voorbeeld uit de politieke praktijk is de persoon die ik in 2018 mocht opvolgen als fractievoorzitter in Nunspeet: Chris Stoffer. Ik vind dat hij op een eigentijdse manier invulling geeft aan het leggen van verbinding met andersdenkenden zonder daarbij de inhoud van zijn politieke boodschap tekort te doen. Die kwaliteit kwam lokaal al duidelijk naar voren, in Den Haag komt hij nog meer tot z’n recht.’
Ook Gilco Grandia en Maarten Klink wijzen op recente politici als hun inspirators. Gilco Grandia: ‘Een belangrijke inspiratie vanuit de ChristenUnie is voor mij Gert-Jan Segers. Vooral de manier waarop hij zaken weet samen te vatten en te brengen spreekt mij bijzonder aan. Eén van zijn uitspraken in het afgelopen jaar: We zijn van oudsher niet van de polarisatie, maar van de polder. Daar gaat het om in de politiek, aansluiting houden met mensen, zowel in de randstad als in de polder, het platteland. Politici moeten vooral niet vanuit hun ivoren torentje(s) proberen zaken te regelen, maar het gesprek voeren met mensen en groepen in het hele land.
Maar ook onze nieuwe fractievoorzitster in de Tweede Kamer, Mirjam Bikker, die onlangs na de verkiezingen haar bijdrage begon met: Hoop heeft twee prachtige dochters, woede en moed. Woede over de dingen zoals ze zijn en moed om te geloven dat ze niet zo zullen blijven, zoals ze zijn. Dat zei Augustinus ooit en dat is voor mij een reden waarom ik elke dag blijf geloven in politiek van de hoop. En daar sluit ik me graag bij aan!’
Maarten Klink: ‘Als christendemocraat heb ik veel waardering voor Jos Wienen, de burgemeester van Haarlem. Hij schreef in 2012 een mooi artikel met als titel Christelijke politiek in de gemeente. Een citaat uit dit aan te bevelen stuk luidt: ‘De kracht van de politieke filosofie van de christendemocratie is de voortgaande confrontatie van wat het evangelie zegt over Gods bedoelingen met mensen met de maatschappelijke werkelijkheid.’
Op zoek naar een inspirerend voorbeeld duikt Jan-Bert Heinen juist de geschiedenis in. ‘Admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruyter (1607-1676) is voor mij een belangrijke identificatiefiguur. Vanuit zijn sterke geloof bleef hij dienstbaar, trouw en loyaal; ook in moeilijke tijden. Zijn afhankelijkheid stak hij niet onder stoelen of banken, maar telkens gaf hij bij overwinningen God de eer. Een citaat van De Ruyter dat mij aanspreekt en nog steeds actueel is: Indien het hier in ’t Vaderland zoo gelegen is, dat men de waarheid niet mag spreken, zoo is het er ellendig gesteld. Nochtans zal ik die spreken zoo lang als mijn oogen open staan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 2023
Zicht | 112 Pagina's
