Een haatschrift dat blijft leven
De Protocollen van de Wijzen van Zion
Weinig theorieën zijn zo veelzeggend over de hardnekkigheid en extremisme van het antisemitisme als de complot-verhalen uit De Protocollen van de Wijzen van Zion. Deze tekst staat algemeen bekend als fabricatie; een opeenstapeling van uit de lucht gegrepen beschuldigingen tegen het Joodse volk, geschreven aan het begin van de 19 e eeuw als politiek wapen voor machthebbers om aandacht af te leiden van de sociale en economische crises waarvoor zij zelf verantwoordelijkheid dragen.
Nu staat de geschiedenis bol van gefabriceerde complottheorieën, met meer of mindere mate van haat jegens een bepaalde bevolkingsgroep. Bijzonder aan de Protocollen is echter het grote ‘succes’ van deze zekere publicatie, die in boekvorm tig keren is herdrukt in vele talen. Anno nu wordt het nog steeds gretig aangehaald door extremistische groeperingen in het Midden-Oosten en complotdenkers in de Westerse wereld. Deze Protocollen propageren een puur antisemi-tisch wereldbeeld. De meest anti-Joodse stereotypen, over vermeende ‘Joodse samenzweringen’ om de mensheid te controleren, onderdrukken en slaafs te houden, worden gedetailleerd uitgemeten op een manier dat mensen en groeperingen over de hele wereld kennelijk hun lot erin denken te herkennen.
Voor de gelukkige lezer die voldoende onbekend is met het thema en enige contextinformatie behoeft: de Protocollen van de Wijzen van Zion pretenderen de notulen te zijn van een geheime ontmoeting van zionistische ‘wijzen’, waarin zij hun plannen bespreken om de wereldheerschappij over te nemen. In de verschillende ‘protocollen’ komt aan bod hoe zij aan hun plan zouden werken door kundig hun macht te gebruiken voor het manipuleren van de media, politiek en internationale economie. Zelfs complete hoofdstukken uit de wereldgeschiedenis, zoals de Franse revolutie, zouden slechts een vooropgezet plan geweest zijn van de ‘Joodse wijzen’. De groep op wiens overheersing zij uit zijn, wordt consequent aangeduid als de goyim: het Jiddische woord voor ‘niet-Joden’, met neerbuigende ondertoon, uit de tijd dat er überhaupt gemeenschappen waren in Europa waar zo’n woord van toepassing kon zijn.
Reeds bestaande stereotypen over Joden en geld of Joden en macht zijn met de Protocollen dan ook vereeuwigd in een – voor het onwetende publiek – pakkende, ‘waarachtige’ bundel. Het boek kan dan ook zonder overdrijven ‘de bijbel van de antisemieten’ worden genoemd. Tot voor kort verkocht de webwinkel Bol.com schaamteloos exemplaren van de Protocollen van rechtsextremistische uitgevers. Inmiddels, na druk vanuit CIDI, worden alleen historisch verantwoorde werken aangeboden over de Protocollen, niet het boek zelf. Online is de tekst te lezen op obscure maar makkelijk te vinden blogs en sites. In de Arabische wereld is het nog altijd mogelijk op een vertaalde uitgave van de Protocollen te stuiten in een gewone boekwinkel.
Dit roept verschillende vragen op: wordt er nog geloofd in de echtheid van de Protocollen? Hoe is dat eigenlijk mogelijk, gezien de overduidelijke en herhaaldelijk bewezen nepheid ervan? En wat zijn de consequenties van dat geloof voor onze samenleving? Is haat tegen een bepaalde groep, zoals in dit boek, te verklaren?
Migratie van een hoax
In zijn boek De zeven levens van de Protocollen van de Wijzen van Zion beschrijft historicus Klaas Smelik in indrukwekkend detail de oorsprong van de Protocollen en de verspreiding ervan naar alle uithoeken van de wereld 1 . Het boek werd vervaardigd door agenten van de inlichtingendienst van Tsaar Nicolaas II, die met de publicatie de schuld van de chaos in het land wilden kunnen leggen bij een makkelijk aan te wijzen groep. Het boek vond gretig aftrek bij Tsaristisch gezinde Russen die het gebruikten als politieke munitie tegen zowel liberale krachten als socialisten in het land, die slechts ‘Joodse belangen’ zouden dienen en dus als zodanig illegitiem zouden zijn. Na de machtsovername door de communisten namen zij het boek met zich mee naar onder meer Duitsland, waar politiek antisemitisme in rap tempo aan het groeien was, onder meer met de zogenaamde ‘dolkstootlegende’: het idee dat het Duitse verlies van WO-I een anomaliteit was, puur te wijten aan een onzichtbaar Joods complot dat het Keizerrijk als een mes in de rug lam legde (Joodse Duitsers sloten zich tenslotte massaal aan bij het leger van de Kaiser, dus het complot móest wel onzichtbaar zijn). Uiteraard zouden de nazi’s gretig gebruik maken van de Protocollen voor hun ideologie van antisemitische rassenleer. Het antisemitisme, en daarmee de vruchtbare grond voor de verkoop van de Protocollen, bleef echter alles behalve beperkt tot Duitsland. Ook in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, en in vrijwel geheel West-Europa, vonden vertalingen in het interbellum moeiteloos de weg naar publicatie.
Soms kreeg de verspreiding en geloofwaardigheid van het document een steuntje in de rug van autoriteiten en personen van aanzien. Een voorbeeld is de Amerikaanse ondernemer en autofabrikant Henry Ford. Zijn eigen weekblad The Dearborn Independent publiceerde lange passages uit de Protocollen alsof het een authentiek document zou zijn. Geconfronteerd met tegelijkertijd steeds sterker wordende aanwijzingen dat het om een lariekoek-document ging, zei hij nuchter: “they fit in with what’s going on”: ‘Waar of niet, het weerspiegelt simpelweg hoe de wereld in elkaar steekt’.
Deze logisch foutieve verdediging zien we vaker bij complotdenkers die gewezen worden op de onjuistheid van hun theorie over de wereld. Het is belangrijk te bedenken dat in deze tussenoorlogse periode extremistische wereldbeelden veel eerder dan nu regel waren dan uitzondering. Smelik noemt weliswaar voorbeelden van machthebbers die zich graag van antisemitisme bedienden, maar toch de Protocollen achterwege lieten vanwege de gevreesde ongeloofwaardigheid ervan. En vanaf de jaren 1920 verschenen steeds meer werken die die konden aantonen dat de Protocollen nep waren. Toch zouden de Henry Fords van de wereld niet snel het gevoel krijgen dat zij verantwoording over de (eventuele) echtheid van hun bronnen iets verschuldigd waren. En voor zover media kritisch genoeg waren om onjuiste informatie uit de publieke ruimte te verbannen, gold dat met de snelle verspreiding van de Protocollen over de Joden de toon al was gezet. Zij hadden zich te verdedigen tegen een steeds groter wordende leugen.
Complottheorieën: een cirkelre- denering die naar uitersten neigt
De rest van die leugen is geschiedenis. Niet alleen in de zin van de massamoord op de Joden die volgde in Europa, of de genocidale retoriek in het Midden-Oosten tegen Israel, maar ook in de zin dat de gevolgen van de leugen nog steeds niet zijn uitgewerkt.
Zo meldde zich afgelopen jaar iemand bij CIDI die in een gesprek belandde over het coronavirus en de daarop volgende maatregelen. Zijn gesprekspartner noemde De Protocollen van Zion als mogelijk behulpzame bron om vat te krijgen op de ontwikkelingen. De melder was stomverbaasd: ‘Je weet toch dat dat boek gewoon nep is, een hoax?’. Zijn gesprekspartner had geen idee, maar onder de indruk van die informatie was hij ook niet. Zo’n anekdote is slechts een voorbeeld van hoe ideeën uit de online communicatiesfeer beginnen door te sijpelen in het ‘echte’ leven. Tijdens de lockdown staken tientallen bloggers, vloggers en andere Nederlandse influencers de kop op om hun volgers bij te praten over alles van algemene frustratie tot diep geloof in Q Anon-verhalen. De Protocollen passen daar naadloos in. In vele zelf geknutselde documentaires en video-opnames gaven zij het verhaal van De Protocollen door, vaak op opvallend expliciete wijze, door nog minder moeite te doen zich aan de wetten van logica te houden dan dat Henry Ford deed. En dat alles, om nog maar niet te spreken van de hoeveelheid haatmail. Steevast wanneer in actualiteit aandacht is voor nieuws dat bepaalde haters onwelvallig is, kan CIDI rekenen op een inbox vol e-mails die ons ervan beschuldigen de ‘protocollen van Zion’ tegen hen uit te voeren.
De Maleisische psycholoog Viren Swami bespreekt, in een studie naar antisemitisme in zijn thuisland, het mechanisme dat geloof in complottheorieën voor sommigen zo aantrekkelijk maakt: het geeft een simplistische verklaring voor dingen die fout gaan in de sociale werkelijkheid, hoe ingewikkeld processen ook zijn 2 . Daarbij geeft het juist ook een gevoel in controle te zijn (agency), omdat het complot een bepaalde houding en vijandbeeld rechtvaardigt. Tezamen biedt het complotdenken begrip en controle in één klap.
Complottheorieën zijn echter gevaarlijk om twee redenen. Ten eerste berusten ze vrijwel per definitie op een cirkelredening. Geen bewijs voor het complot? Deert de complotdenker niet, want de samenzweerders houden het natuurlijk geheim! Sterker nog: hoe vaker men erop blijft hameren dat het complot er niet is, hoe meer de complotdenker reden ziet erin te geloven. ‘Jij hebt kennelijk iets te verbergen!’. En andersom: is er een anekdote te zien die zou passen in de theorie, dan zien zij direct bevestiging van die gehele theorie. Ergo: een complotdenker kan niet door middel van redenering op andere gedachten worden gebracht. Sociologen en psychologen hameren op haast therapeutische trajecten om uit dergelijk geloof te stappen, met een specifieke benadering en vaardigheden die niet ieder van ons machtig is.
Ten tweede zijn complottheorieën doorgaans absolutistisch, met een bepaald ‘allesof-niets’-denken. Het gaat niet langer om of de maanlanding echt of nep was, maar over wie onze regering en regeringen beheerst: gekozen volksvertegenwoordigers, of een satanische en bloed drinkende sekte? Als dat laatste waar is, rechtvaardigt dat een opstand tegen de staat en al haar instituties, met alle mogelijke middelen. Is er voldoende eensgezindheid over dat ‘recht’, dan is het een kwestie van tijd voordat de daad bij het woord wordt gevoegd. De Capitoolbestorming van vorig jaar kan niet op een andere wijze worden uitgelegd.
Dergelijk complotdenken over Joden, zionisten, ‘niet-goyim’ of hoe de zondebok ook moet heten, laat zien wat het antisemitisme zo sterk karakteriseert: een vorm van haat, als het ware, ‘naar boven’. Antisemitisme bestaat in alle soorten en maten (andere vormen van groepshaat ook), maar antisemitisme verbeeldt ‘de Jood’ dikwijls als oppermachtig en sterk, en juist niet als dom of simplistisch. Niet dat het een ‘beter’ is dan het ander, maar dit maakt dat wijdverbreid geloof in complottheorieën altijd een risico van antisemitisme met zich meebrengt, en vice-versa.
Als antisemitisme-onderzoeker bij CIDI word ik weleens gevraagd naar oorzaken van het antisemitisme. Waarom is het er toch? En waarom is het op sommige plaatsen en tijden meer dan in andere? Natuurlijk kan ik wat ideeën opdreunen uit de sociale wetenschappen, zoals hierboven in het kort hierboven. Maar dat verklaart nog niet waarom uitgerekend deze groep de pineut moet zijn, en waarom soms iets meer dan op andere momenten. Complotdenken tégen een specifieke groep is simpelweg haat. Het bestaan en eigen leven gaan leiden van werken als De Protocollen zal een deel van de verklaring zijn, maar uiteindelijk is haat niet verklaarbaar. Ik denk dit toch nog een deel van de uitleg is.
Noten
1 Uitgeverij Aspekt, 2010.
2 Viren Swami, ‘Social psychological origins of conspiracy theories: the case of the Jewish conspiracy theory in Malaysia’. Frontiers in Psychology, augustus 2012. Gevonden via https:// www.frontiersin.org/articles/10.3389/ fpsyg.2012.00280/full
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 2022
Zicht | 128 Pagina's
