Vrolijk en Prachtig
En er was een zeker rijk mens, en was gekleed met purper en zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig. (Lukas 16 vers 19)
De welvaart is in ons land de laatste decennia geweldig toegenomen. Het is ongelooflijk wat we tegenwoordig kunnen kopen. Mensen uit vorige eeuwen zouden hun ogen uitgekeken hebben. Mensen uit ontwikkelingslanden kijken trouwens hier hun ogen uit. Het is ook buitensporig wat we allemaal kunnen kopen en bezitten. We zijn er allemaal financieel enorm op vooruitgegaan.
In 1985 verdienden we in dit land ongeveer 300 miljard euro. In 2017 was dit meer dan verdubbeld tot ongeveer € 725 miljard. Ook het inkomen van de mensen is in die tijd ruim verdubbeld. Was het netto maandinkomen van iemand met een gemiddeld inkomen in 1990 ongeveer 980 euro, in 2017 is dit gestegen tot circa 2150 euro.
Welvaart en welzijn
Het opmerkelijke is echter dat mensen niet gelukkiger zijn geworden. Uit allerlei onderzoek, van onder andere het Sociaal en Cultureel Planbureau, blijkt dat we door de jaren heen ongeveer even gelukkig zijn gebleven. We verdienden steeds meer, maar we werden er niet gelukkiger van.
Ondanks allerlei zorgen die er zijn over ontwikkelingen in de samenleving, zoals over toenemende tegenstellingen, wijst onderzoek uit dat de meest Nederlanders redelijk tevreden zijn. Het welbevinden, of het ‘geluk’ staat in ons land op een tamelijk hoog niveau. Onze kinderen behoren tot de gelukkigste ter wereld, zo laat een survey zien. Toch blijft het opmerkelijk dat meer welvaart niet meer welzijn of welbevinden heeft gebracht. De economische ontwikkeling heeft kennelijk schaduwzijden.
Alles voor zichzelf
In de Bijbel komen we de schaduwzijden van rijkdom volop tegen. De Heere Jezus heeft in enkele gelijkenissen gewezen op de gevaren van rijkdom. In de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus komen we de tegenstelling tussen rijkdom en armoede concreet tegen. Het gaat overigens in deze gelijkenis niet uitsluitend over rijkdom en armoede alleen. Lazarus is een Griekse vorm van Eliëzer en betekent: ‘God heeft geholpen’. Armoede, zo weten we uit de Bijbel, kan mensen verbitteren. Maar in de gelijkenis vertrouwt de arme op God. Daarom slaat hij bij zijn dood de ogen op in de schoot van Abraham, de hemel.
De rijke man echter leeft alleen maar voor zichzelf. Niet zijn rijkdom is het probleem, maar het alleen leven voor zichzelf. Elke dag op aarde was voor deze man een feest. Hij leefde nergens anders voor dan voor plezier: eten, drinken en goederen. Het leven als een feest voor zichzelf, dat is de zonde van de rijke man. Een dergelijk leven heeft grote gevolgen. Na zijn sterven sloeg hij zijn ogen op in de hel. De Heere waarschuwt in deze gelijkenis voor een levenshouding waarbij we aardse goederen alleen maar gebruiken voor onszelf en waarbij alles draait om het eigen ik. Een verschijnsel dat ook vandaag veel voorkomt. Rijkdom kan een heel kwalijke manier van leven met zich meebrengen.
In verkeerde handen
De economische ontwikkeling is in de laatste eeuwen indrukwekkend geweest. De harde cijfers spreken klare taal. Maar die ontwikkeling heeft indringende schaduwkanten. Reeds een eerste oppervlakkige waarneming moet ons dat leren. In de 20e eeuw zijn er twee wereldoorlogen geweest. Met alle mogelijke middelen zijn deze oorlogen gevoerd. In de eerste wereldoorlog kwamen tien miljoen mensen om, in de tweede vijftig miljoen. De nazi’s vonden een manier om volken op een efficiënte, industriële wijze uit te roeien. Gedreven door een sociaal-darwinistische ideologie heeft Hitler zijn vernietigingspolitiek handen en voeten gegeven. Door de Holocaust werden zes miljoen Joden omgebracht, deels in de gaskamers van Auschwitz. Uiteindelijk vielen er atoombommen op twee Japanse steden. De technische vooruitgang kan in verkeerde handen vallen. Vandaag wordt dat nog voluit bewezen. Het wordt er in de wereld niet veiliger op als bepaalde landen atoombommen zouden kunnen maken!
Schaduwkanten
De economische ontwikkeling heeft echter meer en dieperliggende schaduwzijden. In de eerste plaats stimuleerde het een levenshouding die vrijwel uitsluitend op aardse goederen is gericht. ‘Alle dagen vrolijk en prachtig leven’ is voor veel mensen in ons land een zeer wenkend perspectief.
In de tweede plaats doet de economische ontwikkeling een groot beroep op natuurlijke hulpbronnen. Er is wereldwijd een discussie gaande over het verbruik van natuurlijke hulpbronnen. Duurzaamheid is meer dan alleen maar een politieke lobby. Het is beslist noodzakelijk, omdat olievoorraden nu eenmaal opraken. Dat geldt ook voor aardgas en andere delfstoffen. In Groningen ondervinden de inwoners dat aan den lijve. Alternatieve energiebronnen moeten ontwikkeld worden om het samenleven op de lange termijn mogelijk te maken.
Een derde ontwikkeling is de klimaatproblematiek. Het C02-gehalte in de atmosfeer neemt toe en zorgt mogelijk op termijn voor forse problemen. In ieder geval is het duidelijk dat de zeespiegel geleidelijk stijgt en dat is voor een laaggelegen land als Nederland niet iets om gerust over te zijn.
Er is nog een vierde element rond de economische ontwikkeling in de westerse wereld. Het is te kort door de bocht om een direct verband te veronderstellen tussen godsdienstigheid en welvaart of wetenschap (vgl. de secularisariethese). Toch zijn er in West-Europa aanwijzingen dat de welvaart mensen niet dichter bij God heeft gebracht. Integendeel, ons werelddeel en ons land behoort tot de meest geseculariseerde delen van de wereld. Welvaart en kerkverlating lijken in Europa en Nederland hand in hand te zijn gegaan. Omgekeerd geldt trouwens de relatie weer niet. Tijdens de economische terugval in de periode 2008-2013 zijn mensen niet méér of vaker naar de kerk gegaan. Hoewel in andere werelddelen dergelijke verbanden mogelijk anders liggen, geldt dit niet voor ons land. De ontkerkelijking gaat onverminderd voort.
Ten slotte kan nog worden gewezen op de zuigkracht van geld en goed. Geld en goed heeft voor een zondig hart de neiging om steeds meer zuigkracht te hebben. Als we eenmaal in de klem van het meer, meer, meer zijn terechtgekomen, lijkt er soms geen einde aan. Geld en goed kunnen dan gevaarlijke zaken worden die een mens helemaal gaan beheersen, terwijl God de mens oproept om als een rentmeester de geleende aardse goederen te beheren.
Terugbetalen
De economische ontwikkeling heeft schaduwzijden rond moraal, besteding van geld, gebruik van middelen en gerichtheid op aardse zaken. Tijdens de laatste crisis in 2008 werd ineens duidelijk dat bepaalde zekerheden ter discussie komen te staan. Uitzichten voor de toekomst worden onzekerder. Denk aan de slepende onderhandelingen over een pensioenakkoord. Dat kan spanningen in de samenleving doen toenemen. In Nederland zien we dat populistische partijen met simpele oplossingen voor moeilijke problemen meer en meer terrein winnen. Er treedt een verharding en verbittering op in het samenleven. De ruimte voor minderheden wordt minder. Een belangrijke oorzaak daarvan is dat mensen zich getroffen voelen in hun zekerheden voor de toekomst.
Vorig jaar werd een onverwacht hoge economische groei genoteerd: plus 3,2%. Opgetogen nieuwsberichten vulden de bulletins. Maar ieder weet dat in de jaren 2008 en volgende de schulden met sprongen zijn toegenomen. Die moeten worden terugbetaald. Wie veel schulden heeft, moet veel terugbetalen. Nederland heeft, alles bij elkaar opgeteld, veel schulden en zal dus lange tijd nodig hebben om de schulden terug te betalen. Wat dat betreft, is de crisis eigenlijk nog steeds niet voorbij. We doen er daarom goed aan om ons in te stellen op een langere periode van matiging. Wat verkeerd is gegroeid, moet in een ingrijpend proces van matiging weer op orde worden gebracht. En dat duurt lang.
Het toekomende leven overdenken
Matiging is een belangrijke Bijbelse gedachte. Ook Calvijn wijst daar regelmatig op. Mensen moeten maat houden, de christen voorop. Geen ‘vrolijk en prachtig’ leven dat in het teken staat van zoveel mogelijk consumptie en vergaren van materiële rijkdom. Maar wel een leven dat oog heeft voor de ander die met minder goederen is bedeeld. Want zo verstond Calvijn de roeping van mensen die meer bezittingen hebben: naarmate onze rijkdom groter is, neemt het gewicht van onze verantwoordelijkheid toe om wel te doen, om vrijgevig te zijn voor hen die in armoede leven. De vrucht van Gods werk in het hart van Zachéüs kwam openbaar door de helft van zijn goederen weg te schenken aan de armen en het bedrog weer goed te maken. Hij is er in Jericho en omstreken jaren mee bezig geweest.
Ook natuurlijk waarom hij dergelijke wonderlijke dingen deed. Als getuige van de liefde van Christus maakte hij het gedane kwaad zoveel mogelijk goed. Het gaat om prioriteiten in het leven van alle dag. Voor een christen ligt zijn schat niet op deze aarde. Hij verwacht, met de bepaald niet onbemiddelde aartsvader Abraham, de toekomende stad. Het leven van een christen staat in het teken van de overdenking van het toekomende leven. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 2018
Zicht | 116 Pagina's
