Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„God had een ander plan met mijn leven”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„God had een ander plan met mijn leven”

Eline hollebrandse worstelde jarenlang met degevolgen van haar jeugd

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Haar leven is allesbehalve gemakkelijk geweest. Psychisch zat ze lange tijd in een heel diep dal. Toch is haar verhaal er één van hoop. Eline Hollebrandse (44) uit Krabbendijke: „Ik weet dat ik er mag zijn, omdat God wil dat ik er ben.”

Op de blauwe bank in haar woonkamer zit een vrouw met een open blik. Die openheid heeft Eline niet altijd gehad. Jarenlang hield ze voor iedereen verborgen hoe ze zich voelde. Maar dat is niet langer zo. „Ik heb niets meer te verbergen.”

Haar leven begint in Yerseke, als oudste in een gezin van uiteindelijk zes kinderen. Al van jongs af aan ervaart ze onveiligheid in de thuissituatie. Haar moeder worstelt met psychische aandoeningen en haar ouders kunnen niet zo aanwezig en emotioneel beschikbaar zijn als nodig is. Eenmaal op school wordt ze gepest. Ze wordt nageroepen en buitengesloten, maar ook geslagen en geschopt. De leerkrachten hebben hier geen aandacht voor. De enige bij wie ze soms terecht kan, is haar oma, die vlak bij school woont en met wie ze een goede band heeft. Eline: „Wij waren anders dan veel dorpsgenoten. We konden bijvoorbeeld niet meedoen met rages, omdat we financieel weinig mogelijkheden hadden. In ons gezin golden strenge regels. We mochten weinig. Mijn vader ging aan het avondmaal en daar werd door kinderen op school belachelijk over gedaan. Ook over mijn moeder werden lelijke dingen gezegd. Dat heeft me diep geraakt. Ik geloof niet dat mijn leeftijdsgenoten er bewust op uit waren om mij kapot te maken, maar pesten maakt zo veel stuk. Je hoort nergens bij, hè?”

Als ze als zesjarig kind geschopt en geduwd wordt, vlucht ze huilend de school in. Haar juf stuurt haar echter weer even snel naar buiten. Dan besluit ze nooit meer te huilen.

Misbruik

Als Eline 8 is, krijgt ze te maken met seksueel misbruik. „Dat is niet zo vreemd”, zegt ze. „Als ouders niet volledig aanwezig en emotioneel beschikbaar kunnen zijn vanwege eigen problemen, krijgt dit soort dingen meer ruimte om te kunnen gebeuren. Onbewust wil je als kind je ouders niet belasten. Ik droeg mijn pijn alleen en trok me steeds verder terug in mijzelf. Ik heb alles heel diep weggestopt.”

Dan overlijdt haar jongste zusje Else-Marie, een pasgeboren baby’tje. Een zware slag voor het gezin. Eline is inmiddels 9.

Als ze naar het Calvijn College gaat, stopt het pesten niet. Ze leert een masker op te zetten. „Ik werd een echte pleaser en was altijd bezig om voor anderen te zorgen. Ik probeerde glimlachend door het leven te gaan, terwijl mijn hart huilde.” Na de middelbare school volgt ze een opleiding aan het Hoornbeek College en verhuist het gezin naar Hendrik-Ido-Ambacht. Daar wordt ze niet meer gepest. Ook het misbruik stopt rond haar zestiende, maar er is een diepe leegte in haar. Het leven is overleven en eigenlijk weet ze niet eens wie ze is.

In het laatste jaar van haar studie stopt ze noodgedwongen. Ze krijgt de ziekte van Pfeiffer en heeft depressieve klachten. „Achteraf gezien is de ziekte van Pfeiffer, evenals de schildklieraandoening die ik nu nog steeds heb, waarschijnlijk het gevolg van de trauma’s die ik met me meedroeg. Als je al vanaf zo jong veel onveiligheid ervaart, geeft dit enorme stress. Een constant verhoogd stresshormoongehalte heeft invloed op het hele lichaam.”

Na een destructieve relatie, waarin ze opnieuw beschadigd wordt, leert ze haar man Christian kennen. Het stel trouwt en krijgt vier kinderen. Christian weet van Eline’s verleden, maar dat ze jarenlang misbruikt is, blijft verborgen. Dat heeft ze ook voor zichzelf diep weggestopt.

Huilen

Plotseling komt het misbruik alsnog op tafel te liggen. Een van haar zusjes wordt opgenomen in een ggzinstelling. Eline durft niet bij haar op bezoek te gaan. Waarom weet ze dan zelf niet goed. „Achteraf denk ik dat ik bang was voor wat iktehoren zou kunnen krijgen.”

Christian gaat wel op bezoek bij Eline’s zusje. „Zij vertelde hem dat ze misbruikt was. „Is dat met Eline misschien ook gebeurd?” vroeg ze. Toen mijn man thuis kwam, vroeg hij ernaar. Ik zei: „Ik, misbruikt? Nee!” En vervolgens ben ik heel hard gaan huilen. De beerput ging open. Ik kreeg herbelevingen en had enorme angsten. ’s Nachts durfde ik me in bed niet meer te bewegen.” Haar huisarts verwijst haar door naar de ggz. Twee jaar lang krijgt ze ambulante therapie voor de verwerking van het seksueel misbruik. Dat vermindert haar angst voor een groot deel, waardoor ze beter slaapt. Het leven lijkt weer stabiel. In 2008 overlijdt onverwacht haar dan jongste zusje van 21 door suïcide. Tien dagen daarna krijgt Eline een miskraam. Toch weet ze zich in die periode gedragen. „Dat ervoer ik echt zo. Ondanks alle verdriet had ik rust en vrede. Ik zag dat God erbij was, waar ik ook doorheen ging.” Het is in die periode dat ze de Heere Jezus leert kennen als haar Zaligmaker. „God liet mij zien dat Hij zo genadig is dat Hij ook voor mijn zonden Zijn Zoon gaf. Dat is een hele omkeer geweest. De week erna was ik jarig. Mensen om mij heen vroegen wat ik voor mijn verjaardag wilde hebben. Ik zei: „Ik hoef niks, ik heb alles al, ik ben de rijkste persoon van de hele wereld.””

Maar onzekerheid, minderwaardigheidsgevoelens en sociale angst zorgen ervoor dat ze nog altijd op haar hoede is. Dit uit zich in dwangmatig gedrag, wat veel energie kost. Na de geboorte van hun derde kindje slaapt Eline, vanwege het vele huilen van de baby, lange tijd bijna niet meer. Als ook een vierde kindje geboren wordt, merkt ze dat ze steeds somberder wordt. Zeontwikkelt een eetstoornis, waardoor ze afvalt tot ze nog maar 44 kilo weegt en bijna niet meer op haar benen kan staan. „Maar ik wilde absoluut niet de ggz in. Mijn familie was al bekend bij de ggz en ik wilde sterk zijn.”

Als het niet anders meer kan, laat ze zich opnemen in een pastoraal centrum. Eline krijgt therapie, maar deze maakt emoties los waarmee ze geen raad weet. „Ze konden daar niet bieden wat iknodig had. Ik was wanhopig omdat het zo slecht met me ging. Ik dacht heel naïef dat ik met een paar weken klaar zou zijn.” Ze doet een eerste suïcidepoging. Omdat zeindeze toestand niet naar huis kan, wordt ze opgenomen op de psychiatrische afdeling (PAAZ) van een ziekenhuis, totdat ze naar de gesloten afdeling van een ggz-instelling kan. „Ik voelde me een slechte vrouw en moeder. Ik werd heel destructief en heb veel gedaan om mezelf kapot te maken. Het voelde alsof ik geen recht had om te bestaan. Ik zat verschillende keren met een rechterlijke machtiging in de separeercel.”

De familie krijgt opnieuw een grote slag te verduren. Een van haar zusjes overlijdt aan kanker. „Ik dacht echt dat God haar zou genezen. Ik kon me niet voorstellen dat de Heere nog een zusje zou wegnemen. We hebben gehoopt engebeden, maar toch moesten we ook haar loslaten. Gods wegen zijn soms ondoorgrondelijk.”

Brandwonden

Het gaat daarna zo slecht met Eline dat het niet de vraag is of ze zal overlijden, maar wanneer. Ze doet meerdere suïcidepogingen. „Ik heb geschreeuwd naar God, maar ervoer Hem niet meer. Ik probeerde elk moment aan te grijpen om mezelf iets aan te doen. Ik haatte mezelf zo erg dat ik me wilde vernietigen. Ik was wanhopig en wilde niet meer leven. Voor mijn gevoel kon niemand mij nog helpen.”

Eline komt door ernstige zelfverwonding in het brandwondencentrum terecht. „Ik heb daar na lange tijd weer kunnen huilen. De mensen waren er zo ontzettend lief voor me. Ze namen echt tijd voor mij. Dat heb ik in mijn hele opname niet zo ervaren.”

Op een zondag zet ze de tv aan om via Nederland Zingt naar christelijke muziek te kunnen luisteren. „Wat ik niet wist, was dat er op dat moment voor mij gebeden werd in onze kerkelijke gemeente. Het lied dat gezongen werd, kwam recht in mijn hart: ”Uw wil geschiedde”.” Ontroerd: „God liet mij door dat lied zien dat ik niet alleen hard aan het vechten was tegen mijzelf, maar ook tegen Hem. En dat ik het eens moest worden met Zijn wil, met Zijn plan voor mij en daarin mocht berusten.”

Dit moment zorgt voor een ommekeer. Eline gaat op haar knieën en er komt een begin van herstel. „Ik heb daarna zelf mijn psychiater gebeld om te zeggen dat ik niet meer terug wilde komen.”

Voor het eerst in bijna drie jaar gaat ze terug naar huis. Daar probeert ze haar leven op te pakken. Maar hoezeer ze ook van goede wil is, haar ingesleten mechanismen zitten diep. „Ik ging eraan voorbij dat het helen van brandwonden veel tijd en energie kost en dat ik lang van huis was geweest. Ik vond dat ik sterk moest zijn en weer alles zelf moest kunnen. Ik had er moeite mee als anderen kwamen helpen en stuurde hulp liever weg. Daardoor liep ik mezelf weer voorbij en belandde ik terug in een depressie.” Ze schrijft een afscheidsbrief en neemt alle pillen in die ze in huis heeft. Als haar man later naar bed gaat, vindt hij haar. Met spoed wordt ze naar het ziekenhuis gebracht. Daar ligt ze vijf dagen in coma. Het is de grote vraag óf ze nog wakker zal worden, en hoe. Toch ontwaakt ze. „God had een ander plan met mijn leven”, zegt ze eenvoudig.

thuis

Het duurt een tijdje voordat Eline weer helderder wordt. Eén ding is haar dan meteen duidelijk. „Dit mocht nooit meer gebeuren. Ik besefte heel diep waar ik mee bezig was en wat ik de mensen om mij heen aandeed. Ik heb me zo schuldig gevoeld, ook tegenover God.” Ze veegt haar tranen weg. „Ik heb me afgevraagd of Hij dit wilde vergeven. Daar heb ik erg mee geworsteld. Maar Gods Woord is duidelijk: Hij is voor elke zonde aan het kruis gestorven. Ook deze zonde, die uit wanhoop voortkwam.” Al is ze nog steeds wat verward, ze voelt een hernieuwde kracht door zich heen stromen. Ze wordt teruggeplaatst op de PAAZ-afdeling, waar ze mensen belt met de vraag om haar op te halen. Maar dat wil niemand. „Toen ben ik zelf weggelopen, in mijn pyjama. Ik had tien euro bij me voor een taxi, die me naar het station bracht. In mijn woonplaats ben ik uitgestapt en naar huis gelopen.”

Eenmaal thuis is het goed, vertelt Eline. „We hebben veel met elkaar gepraat, gehuild, gebeden en gelachen. Er was veel verdriet, maar we hadden het ook goed. Ik kan het niet uitleggen, maar God was erbij.” Ze besluit geen medicatie meer te nemen, ook al voelt ze daar lange tijd de effecten van. „Ik wilde absoluut geen medicijnen meer. Welke ik ook gebruikte, niet één heeft me in al die jaren geholpen.”

Langzaam maar zeker komt er een nieuwe Eline tevoorschijn. Ze weet dat het belangrijk is dat haar gezin haar weer leert vertrouwen en neemt daar alle tijd voor. „Mijn afwezigheid van bijna drie jaar is ook voor de kinderen een heel heftige periode geweest. Daarom gaf ik die eerste tijd als ik ergens naartoe ging, heel nadrukkelijk aan hoe laat ik terug zou zijn en liet ik ook steeds zien dat ik echt weer terugkwam. We zijn altijd open naar de kinderen geweest over mijn mentale problemen. We vertelden steeds weer dat het niet hun schuld was, maar dat ik veel had meegemaakt, waardoor ik erg moe en verdrietig was.”

Herstel

Die intens donkere periode uit haar leven ligt nu zo’n acht jaar achter haar. „Mensen zeggen wel eens: „Wauw, wat knap gedaan, wat ben je sterk.” Maar ik had dit zonder God nooit gered. Ook al ervaarde ik Hem lange tijd niet, Hij was er wel. Hij droeg mij en ons gezin. Menselijkerwijs gesproken had ik er niet meer moeten zijn, maar God wilde dat ik zou blijven leven. Zijn doel met ons leven is dat we Hem grootmaken, loven en prijzen. Ik hoop dat Hij ons verhaal daarvoor wil gebruiken. Om te laten zien hoe groot Hij is en dat Hij nog wonderen doet.”

De afgelopen jaren heeft Eline verschillende sociale studies afgerond en ervaringen in het werkveld opgedaan. Twee jaar geleden is ze begonnen met het opstarten van een eigen praktijk. Ook via haar Instagramaccount 2beloved2022 deelt ze hulp en bemoediging uit.

Inmiddels werkt ze drie dagen in de week als lichaamsgericht traumatherapeut in haar eigen praktijk. Hier kan ze hulp bieden zoals zij die zelf had willen krijgen, met methodes die verdergaan dan behandeling van gedrag alleen. Zonder de protocollen en standaarden die er zijn bij reguliere instanties.

„Zorgverzekeraars willen dat cliënten ‘labels’ krijgen, waarbij specifieke methodes gebruikt moeten worden bij de behandeling. Anders worden behandelingen niet vergoed. Ik wil de focus niet leggen op stoornissen. Ik denk dat dat niet helpend is. Ik wil kijken naar de persoon die onder het gedrag verstopt zit, en daarop aansluiten. Veel vaker dan we denken hebben mensen te maken met emotioneel tekort, trauma en onveilige hechting waar problemen en gedrag uit voortkomen.” Daarnaast vindt ze het waardevol dat ze als christen medechristenen kan helpen. „Ik heb de vrijheid om met mijn cliënten te bidden, als ze dat willen. Verwacht genezing niet van mij, zeg ik altijd, ik ben maar een instrument in Gods hand.”

Verschil

Waarom het nu zo goed met haar gaat en ze geen terugval meer had? „Het allerbelangrijkste verschil met vroeger is dat ik van mezelf heb leren houden. Als je niet van jezelf houdt, kun je ook niet goed voor jezelf zorgen. Niet voor niets geeft God ons de opdracht van onze naasten te houden als van onszelf.” Nadat ze in coma lag, heeft God haar laten zien dat Hij niet wil dat ze sterft, maar dat ze mag leven en waardevol is. Met tranen in haar ogen: „Daarin heb ik zo veel liefde van Hem ervaren. Ik kon niet anders dan voor waar aannemen dat ik het waard ben om te leven. Niet alleen met mijn verstand, maar ook met mijn gevoel. Hij heeft een doel met mijn leven.”

Haar praktijk heeft daarom de naam 2BeLoved, wat ‘geliefd zijn’ betekent.

Ze blijft alert op haar eigen functioneren. „Het werk in mijn praktijk vraagt veel. Ik plan bewust lege momenten in om mezelf niet te overbelasten en oververmoeidheid en overprikkeling te voorkomen. Ons huwelijk en gezin moeten op de eerste plaats blijven. Het is zo’n wonder dat we samen met God door alle moeilijkheden zijn heen gekomen; dat is het drievoudige snoer.

Of ik nog bang ben om weer in een diep dal terecht te komen? Nee. Mijn verleden is mijn verleden. God heeft mij geheeld en wat Hij doet, doet Hij goed. Hij is betrouwbaar.” Tegelijkertijd weet ze dat het leven op aarde nooit perfect gaat worden. „Het verleden wis je niet uit en ook ik kan nog tegen dingen aanlopen. We leven in een gebroken wereld. Maar ik mag uitkijken naar een hoopvolle toekomst waar geen rouw en tranen meer zullen zijn.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 13 augustus 2024

Terdege | 104 Pagina's

„God had een ander plan met mijn leven”

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 13 augustus 2024

Terdege | 104 Pagina's