Eilandlicht
6
De volgende uren was Henry druk bezig met het maken van een kruk, terwijl Isabelle de kleden uitklopte en te luchten hing. Ze had hem moeten voordoen hoe hij met het gereedschap van haar vader het hout moest snijden en vormen, maar nu lukte het.
Toen hij klaar was met de kruk, maakt hij van de houtresten een kruis. Hij hield het omhoog toen Isabelle met hun lunch uit de keuken terugkwam. ‘Wat vind je ervan?'
Ze zette het dienblad neer, pakte het kruis aan en keek er aandachtig naar. ‘Ik vind het prachtig, het heeft iets rustieks.'
Het donkere houten kruis was ongelijkmatig en hier en daar was het mes wat uitgeschoten, maar toch was het mooi van eenvoud.
‘Wat ga je ermee doen?'
‘Ik wil er Charlies graf mee markeren.'
Ze knikte en gaf het aan hem terug. ‘Wanneer je in staat bent om erheen te lopen, zal ik je de plek wijzen waar mijn vader hem begraven heeft.’
Hendry draaide het kruis om en om. ‘In de tussentijd zal het mij eraan herinneren om ervoor te bidden dat mijn vader iemand stuurt die mij komt redden voordat ik hier ingesneeuwd zit.’
‘Redden?’ Ze knielde en zette het eten voor hem neer: een puntje kaas, gedroogd rundvlees, een dikke snee brood en een appel. ‘Zijn we zo hardvochtig dat je van ons gered moet worden?’
‘Ik hoef niet van jou gered te worden.’ Hij pakte de appel en nam een hap. De appel was gerimpeld en zacht, maar nog steeds zoet. ‘Maar van die afschuwelijke wildernis hier.’
‘Nou, dan zal ik meebidden dat ze je komen redden. Zet het kruis maar op een plek waar we er beiden aan herinnerd worden dat we onophoudelijk in gebed moeten zijn.’
Met een boos gezicht stond ze op. Hij pakte haar bij haar arm. ‘Het spijt me, Isabelle.’ Hij had haar duidelijk beledigd met zijn ondoordachte woorden. De gedachte dat hij haar misschien had gekwetst, beviel hem allerminst. ‘Ik ben niet gewend eerst na te denken voordat ik iets zeg.’
‘Als je het echt zo vreselijk vindt om hier te zijn, waarom zou je dan doen alsof het anders is?’ Ze probeerde zich los te rukken, maar hij gaf niet toe.
‘Ik vind het niet vreselijk.’ Hij probeerde te bedenken hoe hij het goed kon maken. ‘Hoe kan iemand het vreselijk vinden om hier bij jou te zijn?’
‘Ach, hou toch op met dat gevlei.’ Opnieuw probeerde ze op te staan.
‘Ik meen het,’ zei hij, terwijl hij haar arm zo vasthield dat ze wel moest blijven zitten. ‘Ik vind je echt heel leuk.’
Ze keek hem met verschrikte ogen aan. Nu had hij niet alleen haar boosheid gewekt, maar haar ook nog bang gemaakt. ‘Ik denk dat we goede vrienden kunnen zijn, jij en ik.’ Hij zag aan haar blik dat ze zijn woorden woog. Na een paar tellen ontspanden haar schouders en liet ze zich op de grond terug zakken zonder te proberen om weg te komen. ‘Vrienden?’ Het woord kwam van haar tong alsof ze het proefde.
‘Goede vrienden.’ Hij glimlachte. ‘Misschien zelfs zeer goede vrienden.’
‘Goed.’ Haar stem klonk erg opgelucht. ‘Ik denk dat mijn vader er niets op tegen zal hebben als we gewoon vrienden zijn.’
Een steek van schuldgevoel prikte in zijn hart. Hij was nog nooit gewoon bevriend geweest met een vrouw. Maar zo snel als het schuldgevoel kwam opzetten, zo snel wuifde hij het ook weer weg. Als Isabelle zich met zijn woorden van net op haar gemak voelde, dan moest het maar zo.
‘Nou, kom bij me zitten,’ zei hij, ‘dan gaan we samen picknicken.’
‘Picknicken?’
‘Heb je nog nooit louter voor je plezier buiten gegeten?’
‘We eten niet voor ons plezier. We eten om te leven -’
Hij hief zijn hand op om haar te onderbreken. ‘Lieve Isabelle, dat is niet waar. Maaltijden zijn bedoeld als een tijd om met elkaar te praten, te rusten en om net zo veel van het gezelschap van de ander te genieten als van het eten.’
Haar ogen lichtten op, waardoor ze nog mooier werden.
‘Nou, wat vind je ervan? Wil je met me picknicken?’
Ze glimlachte. ‘Prima. Laten we picknicken.’ Hij maakte plaats voor haar op de deken. Terwijl ze aten, ontdekte hij dat het heel makkelijk was om een gesprek met haar te onderhouden. Ze beantwoordde zijn vragen over haar leven op Presque Island vrijuit en stelde op haar beurt vragen over zijn familie, zijn vaders bedrijf en hoe het leven bij hem thuis eruitzag.
Tijdens het praten verloor hij alle besef van tijd. Hij vergat zelfs te flirten en probeerde ook geen gevatte antwoorden te bedenken. In plaats daarvan ontdekte hij dat hij zich heel ontspannen voelde en zijn eigen advies om van het gezelschap van de ander te genieten ook ter harte nam.
‘Het eerste wat ik ga doen zodra ik weer kan lopen, is een kijkje nemen in de toren.’ Hij keek omhoog naar de ramen bovenin de vuurtoren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 2024
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's
