Eilandlicht
Maar zelfs als je gezondheid het toeliet om daarheen te varen, dan nog zullen daar nu niet veel schepen passeren, niet na de storm van onlangs.’
‘Zegt u nu dat ik hier opgesloten zit?’
De radeloosheid in Henry’s stem stond Isabelle niet aan. Presque Isle mocht dan erg afgelegen zijn, het was wel de mooiste plek ter wereld. Tenminste, dat vond zij. Maar misschien leidde Henry zo’n luxe leven dat hij terugdeinsde bij de gedachte in hun kleine woning te moeten blijven, verstoken van al het comfort dat hij gewend was. Hoewel haar vader beweerde dat een kolonist met de naam Burnham een stuk grond bij de haven had gekocht en van plan was daar een visserij op te zetten, was hier verder in de wijde omtrek niets te vinden. Ze woonden hier zo afgezonderd als iemand maar kon bedenken.
‘Jongeman,’ zei haar vader op zijn meest ernstige toon – de toon waarvan ze zich voorstelde dat hij die als kapitein had gebruikt wanneer hij op zijn schip bevelen uitdeelde – ‘ik vind het net zo onverkwikkelijk dat je hier bent als jij zelf.’
‘Ik zal u vergoeden voor elke vorm van ongemak -’ ‘Ik heb het niet over geld,’ zei haar vader, net iets te hard.
Isabelle kromp ineen.
‘Ik wil dat je jezelf bezighoudt tijdens je verblijf bij ons,’ ging hij op koele toon verder. ‘En blijf bij mijn dochter uit de buurt.’
Ze was blij dat Henry geen antwoord gaf. Hoewel ze zich voorhield dat het haar niets uitmaakte wat de man van haar dacht, voelde ze toch iets van verlangen naar gezelschap van haar eigen leeftijd.
Ze hield ontzettend veel van haar vader, maar ze kon de vreemde emoties die Henry had losgemaakt niet ontkennen en voor een keer in haar leven wilde ze die verder gaan ontdekken. En ervan genieten.
3
Henry onderdrukte een kreun toen hij iets ging verliggen op het doorgezakte matras. Alles aan zijn lichaam deed pijn, vooral ook de brandwonden, maar zijn dijbeen was verreweg het pijnlijkst. Het voelde alsof iemand met een mes in zijn vlees zat te steken en te porren.
In de hal klonken de voetstappen van Isabelle. Nadat kapitein Thornton hem stevig aan de tand had gevoeld, had hij de man tegen zijn dochter horen zeggen dat ze niet in de slaapkamer mocht komen tenzij dat dringend nodig was.
Tot zijn teleurstelling had Isabelle zich daar vrijwillig in geschikt. Ze was al een paar uur niet in zijn slaapkamer geweest. In plaats daarvan had de kapitein hem zelf geholpen met het verschonen van zijn kleren en hem de lunch gebracht. En dat alles zonder ook maar een enkele glimlach. De man was zelfs ronduit nors en humeurig geweest.
In gedachten had Henry al talloze malen de nachtmerrie van de storm herbeleefd, alsook de ontsnapping aan de man die hem ongetwijfeld had willen vermoorden. Nadat ze van het schip waren gesprongen hadden Charlie en hij het geluk gehad een stuk wrakhout te kunnen bemachtigen dat groot genoeg was voor hen samen, maar de harde wind en hoge golven had het hen verschrikkelijk lastig gemaakt om op het vlot te blijven. Steeds opnieuw had het ijskoude water hen naar beneden willen trekken. Na een groot aantal pogingen had Charlie hem gesmeekt om hem los te laten en zijn rust in het watergraf te gunnen, maar Henry had hem niet aan de dood willen afstaan en was vastbesloten geweest om zijn vriend te redden.
Hij had echter jammerlijk gefaald. ‘Mijn vader slaapt,' zei Isabelle vanuit de deuropening. ‘Als je tijdens zijn rust iets nodig hebt, kan ik je helpen.'
‘Ik heb dringend iets nodig.'
‘Wat is er aan de hand?' Haar lichte, sierlijke stappen kwamen dichterbij.
Hij wachtte tot ze bij zijn bed stond en draaide toen zijn hoofd naar haar toe. Ze was niet zo lang als haar vader en ook niet zo stevig gebouwd. Ze was juist tenger, bijna klein zelfs. En waar haar vaders huid verweerd was, was die van haar zo blank dat het leek alsof ze zelden buiten kwam. Opnieuw viel het hem op hoe mooi en verfijnd haar gelaatstrekken waren.
‘Wat heb je nodig?’ Ze had haar dunne wenkbrauwen opgetrokken en keek hem bezorgd aan.
‘Ik had het nodig om jouw mooie gezicht te zien.’ Hij schonk haar zijn meest charmante glimlach; de meeste vrouwen smolten daar voor. ‘Ik kon niet langer wachten om het te zien.’
Op haar wangen verscheen een lichte blos en ze keek hem met grote ogen aan. Voor de eerste maal merkte hij op welke kleur ze hadden. Lichtbruin en glanzend, als thee met honing. De kleur vormde een contrast met het diepe zwart van haar haren.
‘Kijk, dat is veel beter zo,’ zei hij, terwijl zijn ogen zich aan haar verlustigden. Als hij dan toch vastzat in de wildernis van Michigan, dan was Isabelle in ieder geval een plezierige afleiding.
‘Mr. Cole,’ zei ze op strenge toon, met een snelle blik op de deur alsof ze ieder moment de komst van haar vader verwachtte. ‘Ik sta erop dat je me Henry noemt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 2024
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 2024
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's