Neergeschoten vliegtuigen
(XII)
In alle bescheidenheid voel ik me genoodzaakt te reageren op het artikel 'Ouddorp herdenkt Engelse oorlogsvliegers' in Eilanden Nieuws d.d. 24 april 1990. Het artikel is met grote zorg geschreven en het is, gezien de afloop van die verschrikkelijke gebeurtenis, eigenlijk nog erger geweest dan het al was.
Het neerstorten van de Wellington bommenwerper op 16 september 1942 in het Springersdiep te Ouddorp, had vanzelfsprekend de nodige aandacht gekregen in de serie 'Neergeschoten vliegtuigen' op Goeree en Overflakkee gedurende de Tweede Wereldoorlog in deze krant.
De redakteur van Eilanden Nieuws en dhr. Nelis van de Christelijke Basisschool te Ouddorp hadden te voren melding gemaakt van het op handen zijnde artikel. Er is beslist geen sprake van enige wedijver t.a.v. de crashes en dat zou ook niet mogen ontstaan.
Er is in het gebied van Ouddorp helaas nog veel meer gebeurd, waarbij ook slachtoffers zijn gevallen, maar daar hoop ik nog de nodige aandacht aan te besteden.
Onmenselijk
Eigenlijk is elke oorlogvoering onmenselijk, maar soms is de onmenselijkheid luguber te noemen met alle gevolgen van dien! Vooral als er sprake is van grote onverschilligheid of zelfs van grove nalatigheid in een oorlogssituatie als die in het Springersdiep. De heer J. C. Both uit Middelharnis
De heer J. C. Both uit Middelharnis heeft me enige tijd geleden verscheidene kopieën ter hand gesteld, die alle betrekking hebben op neergekomen vliegtuigen.
Daaronder bevond zich een Proces Verbaal no. 1361942 van de opperwachtmeester der Marechaussee, de heer W. V d. Ster te Ouddorp d.d. 19 mei 1945.
De tekst hiervan:
Naar aanleiding van een gerucht als zouden door nalatigheid van de verantwoordelijke instanties der Duitse Wehrmacht op 17 september 1942 drie Engelse militaire vliegers, wier vliegtuig toen in zee is gestort, verdronken zijn m het Springersdiep te Ouddorp, heb ik ondergetekende, V/. van der Ster ten aldaar op 16 mei 1945 een onderzoek ingesteld en zijn door mij gehoord: Paulus Bezuijen. schipper reddingsboot te Ouddorp en diens zoon. Maarten Bezuijen, matroos op de reddingsboot, eveneens te Ouddorp. Zij verklaarden ieder voor zich, doch
Zij verklaarden ieder voor zich, doch eensluidend dat zij door de schippers Arend Bakelaar en Bieter Grinwis wonende te Ouddorp. gewaarschuwd zijn dat er drie lijken op de Paardenplaat in het Springersdiep te Ouddorp lagen.
Na deze mededeling heb ik mij als schipper van de reddingsboot te Ouddorp in verbinding gesteld met de Duitse commandant der Zollgrenzschütz te Ouddorp en ben met de reddingsboot naar de aangewezen plaats gevaren. Uit de ligging en de overige toestand van die lijken maakte ik op, dat de mensen aan wie die lichamen toebehoorden een of meer getijden op de zandplaat hadden vertoefd, terwijl ze LEVEND waren. De plaat komt bij vloed namelijk niet geheel en al onder water te staan bij een normaal getij.
Ik maakte zulks op uit het feit, dat een hunner een schoen en een kous had uitgetrokken, welke kledingstukken vlak bij de lijken lagen, bovendien had een hunner zijn hand gestoken in een der kledingstukken om zijn middel, blijkbaar om nog wat chocolade te eten. Ik neem aan, dat iemand in een dergelijke houding niet uit een vliegtuig springt. De om de lijken zich bevindende zwem
De om de lijken zich bevindende zwemvesten waren opgeblazen en met lucht gevuld. De lijken kwamen mij voor behoord te hebben aan mensen die hoogstens enige uren tevoren overleden waren. Ik vernaam, dat een of twee dagen tevoren, 's avonds om 2 2uur een geallieerd vliegtuig omlaag was gestort, en in het Springersdiep te Ouddorp was terecht gekomen.
De te Ouddorp gelegerde Duitse mihtairen die toen overal wachten hadden buiten staan, hebben dat vliegtuig moeten zien verongelukken. Zij hadden toen de reddingsboot te Ouddorp moeten alarmeren, wat zij niet gedaan hebben, naar ik geloof, omdat dit een geallieerd vliegtuig betrof Ik ben er zeker van. dat als men mij terstond gewaarschuwd had en de reddingsboot was uitgevaren, ik die mensen had kunnen redden. Ik mocht echter alleen uitvaren op bevel der Duitsers.
Na voorlezing volharden getuigen bij hun verklaring en tekenen deze.
De getuigen, P. Bezuijen en M. Bezuijen.
Onderschrift
Ik, opperwachtmeester W. v. d. Ster, verklaar nog dat ik de lijken waarvan hierboven gesproken wordt, op vrijdag 18 september 1942 heb gezien en geconstateerd dat die militairen slechts even tevoren waren overleden en zelfs nog niet geheel stijf waren. Ook ik ben van oordeel dat, wanneer deze mensen eerder hulp was verleend, zij hadden kunnen worden gered.
Volgend verbaal
Proces Verbaal behorende bij P.V. no. 136 d.d. 19 september 1942.
Naar aanleiding van dit Proces Verbaal van de gemeentepolitie te Ouddorp, betreffende het opzettelijk laten verongelukken van drie militaire, geallieerde vliegeniers heeft opperwachtmeester der Marechaussee W. v. d. Ster behorende tot de groep Ouddorpa op 29 mei 1945 een onderzoek ingesteld naar de Duitse militair die verantwoordelijk moet worden geacht voor het feit dat aan de drie geallieerde vliegeniers niet tijdig hulp is verleend. Bij dat onderzoek is v. d. Ster niet te weten gekomen, welke onderdelen van de Duitse Wehrmacht toen te Ouddorp gelegerd waren. Dat veranderde dikwijls. Wel is komen vast te staan dat de commandant der Duitse Zollgrenzschütz genaamd Ratgen (achternaam) geacht moet worden daarvoor verantwoordelijk te zijn. aangezien zijn manschappen destijds de haven van Ouddorp bewaakten en de reddingsboot alleen op zijn last en met zijn personeel mocht uitvaren.
Bovendien moet deze Ratgen, die v. d. Ster bij wederzien zou herkennen, de eventueel andere verantwoordelijke personen, destijds te Ouddorp gelegerd, kennen.
Ook dit verbaal was op 29 mei 1945 ondertekend door W. v. d. Ster en gericht aan de Ned. Binnenlandse Stnjdkrachten.
Het is niet bekend of het werkelijk nog tot een confrontatie is gekomen tussen Ratgen en de Rechterlijke Macht. Mijn commentaar is.... sprakeloos....
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1990
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
