Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking uit de Heilige Schrift

IK BEN HET

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus autwoordde: Ik heb u gezegd, dat Ik het ben; indien gij dan My zoekt, zo laat dezen heengaan. Joh. 18 : 8.

— II —

Wie zocht Hem eigenlijk? Naar Gods Raad werd Hij door het recht Gods gezocht. Achter al deze dienaren weet Hij toch de Raad Gods. En naar die Raad zal Hij de plaatsbekleder der Zijnen zijn. Ze zijn Hem gegeven en toevertrouwd in het verbond, dat van eeuwigheid gesloten is. Daar heeft Hij toch beloofd de schuld te betalen van hen, die door Gods recht moesten gezocht worden, omdat zij door de wet in staat van beschuldiging gesteld werden. Maar op grond ook van Zijn gehoorzaamheid kan Hij hun vrijlating bepleiten en eisen. Zo staat het hier opgetekend en zo 'leert de kerk van alle eeuwen ook het geheim der plaatsbekleding verstaan. Om de waarde van deze gehoorzaamheid van Jezus Christus in het leven te leren verstaan is 't ook ons van node, dat wij iets leren van het feit, dat wij door het recht Gods gezocht moeten worden. Als toch de mens iets van de majesteit van het recht des Heeren kennen leert door de ontdekking van de Heilige Geest, wie kan voor Gods aangezicht bestaan en leven? Moet niet de veroordeling van het eigen hart dan instemmen met het oordeel, dat de hemelse Rechter over de schuldige ziel gaat uitspreken? Al onze werken, hoe Ijverig ook vergaderd kunnen voor het oordeel van de hemelse Rechter geen gewicht in de schaal leggen, omdat die ook allo onvolkomen en met zonde besmet zijn. Onze beste werken kunnen nimmer tot de geeiste volkomenheid van Gods v/et geraken. Zie, daar ligt dan de mens verslagen in zijn schuld en verloren voor Gods aangezicht?

Wat kan zulk één nog verwachten? Hebt gij daar mijn viraarde lezer, ook enige ondervinding van? Is u dat in het leven bekend? Toen ge niets meer verwachten kon en ook geen waarde meer m uw doen en laten kon gevonden worden? Toen het voor u gans verloren en aan alle zijden afgesneden was?

Dan ligt daar alleen voor u het oordeel van God als een rechtvaardig Rechter en gevoelt ge, dat door die hemelse Majesteit uw ondergang en eeuwig verderf gevorderd wordt? Het evangelie van vrije genade toch is voor een mens verborgen, totdat het de Heerc behagen gaat of Zelf de verloren mens daarmee bekend te maken. Laten wij dat toch immer vast houden, vooral in deze dagen van zo grenzelose vervlakking, waarin velen over een Jezus spreken, voor wie nimmer plaats in het hart gemaakt werd. Jezus in Zijn plaatsbekleding heeft geen waarde in het hart van een mens, totdat men er iets van leren gaat, dat het van de zijde van de mens eeuwig onmogelijk zal zijn om zich met God te bevredigen, omdat God de volmaakte voldoening blijft vorderen, waarop Hij ook recht heeft. Maar wat een wonder wordt het dan, wanneer door het geloof deze verborgenheid mag worden ontsloten, die God Zelf in het Evangelie openbaart, namelijk dat de eigen en eniggeboren Zoon Gods optreedt voor zulke schuldigen en spreekt: Heer, Ik ben door U gezocht en Ik heb Mij zeil gegeven, opdat dezen zouden vrijuit gaan, want Ik heb hun schuld gedragen en hun oordcel is op Mij gevallen Zou dit dan geen heilige verwondering in het hart baren, dat Jezus dit gesproken heeft en dat Hij leed, opdat de Zijnen nimmermeer zouden lijden, dat HIJ van God verlaten werd, opdat de Zijnen nimeremer zouden verlaten zijn?

Wie iets van deze zoete en zalige verborgenheid door het geloof zal leren verstaan, die leert ook het heilige geheim, waarvan hier gesproken wordt. Naar de mate, dat 't de Heere behaagt om dit bekend te maken, naar die mate zal de verwondering van een kind des Heeren zijn. Geen woorden kunnen dit uitdrukken, want om het te weten moet het beleefd worden. En deze ondervinding is in het leven van ieder mens noodzakelijk, zal het wel met ons zijn. De ganse Schrift staat er vol van, dat er

De ganse Schrift staat er vol van, dat er maar Eén naam onder de hemel gegeven is, door welke wij moeten zaHg worden.i Daar vallen alle andere namen weg. En, lezer en lezeres, bedenk toch, dat dat ook u en mij geldt. Zouden wij het maar blijven wagen op onze verandering, die toch zo ingrijpend was; op onze tranen, die wij geschreid hebben en die toch zo welgemeend waren; op de bemoedigingen en verkwikkingen, die de Heere ons deed toekomen, opdat wij niet zouden omkomen? Neen, daaruit moet ge het leven verliezen, opdat ge leren zult, dat alleen de Naam van Jezus Christus u een grond van hoop en zaligheid zal kunnen zijn. En niel alleen, dat WIJ iels van die Naam hebben leren verstaan, maar dat wij bewust ook het wonder der plaatsbekleding leren kennen m de ure waarin God de mens met Zich in het gericht betrekt. Want hoe groot het ook is, dat wij door Gods genade leerden dat de zaUgheid alleen maar buiten de mens gelegen is, het is niet genoeg. Te weten, dat hc: mogelijk is om de gcrechiighcid van een ander te worden vrijgelaten is nog nicl ook waarlijk vrij gelaten te zijn Dan moet die gerechtigheid door Jezus Christus verworven ook waarlijk ons worden toegerekend door Die God, Die in Christus alleen met Zijn volk kan tevreden zijn. Dat de kerk des Heeren toch de glans van die gerechtigheid vertonen mocht en door het geloof in de volheid van Jezus Christus rust vindende, omdat Jezus Christus hun toegerekend en door het geloof omhelsd werd. O, die zalige vrede en heilige rust, die dan in God gesmaakt wordt, omdat Gods Zoon gezegd heeft: Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan. Dan zal de lof van de gemeente zijn van deze grote en gezegende Koning, die alle eer en aanbidding, lof en dankzegging eeuwig waardig is. Heb Hem dan ook lief, volk des Heeren en vertoon in uw leven de kracht van Zijn genade In de doding van uw begeerten en lusten en alles, wat Zijn Naam smaadt. Leg dan af alle gramschap, toornigheid, kwaadheid, lastering, vuil spreken uit uw mond. Doet aan de liefde, welke is de band der volmaaktheid en de vrede Gods heerse in uwe harten, tot welke gij ook geroepen zijl in één lichaam; en weest dankbaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1973

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1973

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's