Coloradokeverbestrijding 1947
Aangezien in verschillende bladen, zoals het Vrije Volk en de beide Flakkeese bladen, de „Flakkeese Nieuv/sbode" en „Opbouw", artikelen gestaan hebben inzake de Coloradokeverbestrijding op Goeree en Overflakkee en in deze artikelen, hoewel de algemene strekking nie afbrekend was, critiek is geoefend op de manier, waarop door de Plantenziektenkundige Dienst is opgetreden tegen nalatigen, gevoel ik mij gedrongen, commentaar te leveren op deze aangelegenheid.
Br worden onjuiste voorstellingen van zaken gegeven, die noodgedwongen tot verkeerde conclusies moeten leiden.
Dit jaar is strenger opgetreden dan voorheen, omdat reeds bij de aanvang van het seizoen de aanwezigheid van de kever in ons land, aanleiding is geworden tot het nemen van maatregelen door het buitenland tegen de invoer van onze land- en tuinbouwproducten.
Vandaar, dat mijnerzijds ernaar gestreefd is, bekendheid te geven aan de noodzakelijkheid voor de verbouwers van aardappelen, de voorschriften met betrekking tot de bestrijding, stipt na te leven. Een bericht dienaangaande aan alle
Een bericht dienaangaande aan alle daarvoor in aanmerking komende bladen verzonden is slechts door enkele hiervan opgenomen en waar tot opnemen is overgegaan, heeft dit verkort plaats gehad; iets, waaraan de papierschaarste wel debet geweest zal zijn. Daarnaast is echter via korte courantenberichten en via de radio door het Hoofdbureau van de Plantenziektenkundige Dienst op zo ruime schaal propaganda gemaakt, dat het voor nalatigen moeilijk zal zijn, vol te houden, dat ze niet wisten, dat tegen hen zou worden opgetreden door middel van de bestrijdingsbrigade. Wat nu over het hoofd wordt gezien in de beschouwingen in de hierboven genoemde couranten, is:
1. De meldingsplicht. 2. De bestrijdingsplicht.
Beide plichten staan geheel los van de bespuitingspiicht en zijn niet, zoals deze aan een bepaalde periode gebonden. En, aan de hand hiervan wil ik nu het geval KarduK, dat in alle gevallen ten tonele wordt gevoerd en waartegen de critiek gericht is, eens nader beschouwen.
Op 18 Juni j.1. werden in een perceel aardappelen van de Heer Kardux duizenden kevers en larven aangetroffen, die reeds mei-kbare schade hadden aangericht en die, zo ze onopgemerkt zouden zijn gebleven, een buitengewoon groot gevaar voor de aardappelcultuur op Flakkee zouden hebhen opgeleverd. De eerste bespuitingstermijn heeft geduurd van 2 tot 12 Juni. Op 19 Juni was dit gewas nog niet door de loonsproeier (Landbouwvereniging) behandeld, hetgeen nu wordt aangeduid als .,even te laat." Wanneer nu bekend is, dat oudere kevers en volwassen larven niet meer door calciumarsenaat gedood worden, zal men hegrijren dat direct gegrepen is naar het enigs, radicale middel n.1. een bespuiting met DDT door middel van de bestrijdingsbrigade van de Plantenziektenkundige Dienst. Daar komt nog iets bij. De Heer Kardux, wiens doofheid nu ten onrechte wordt aangevoerd, heeft, toen h<j opmerkzaam werd gemaakt op de situatie in zijn perceel, medegedeeld, dat hij 14 dagen geleden de larven wrel reeds gezien had, maar ze toen nog te,klein geacht had om gevaarlijk te zijn. Voegen v/e hieraan toe, dat de Heer Kardux — volgens zijn eigen zeggen — de koster, veibonden aan de bestrijding wel een bezwaar achtte, dan 13 er weinic fantasie voor nodig om vast te stellen, dat we hier met een geval van grove nalatigheid te doen hebben gehad. Dat de DDT behandeling afdoende en op tijd beeft plaats sehad, is later gebleken aangezien bij herhaalde controle slechts enkele kevers van de eerste generatie zijn aangetroffen.
En het feit, dat de Heer Kardux niets gemeld heeft èn de omstandigheid, dat hij de zaak maar op zijn beloop gelaten heeft, doet ieder pleidooi ten gunste van de betrokkene misplaatst zijn!
Nu wil men hem vrijpleiten op grond van het feit, dat de loonsproeier (Landbouwvereniging) niet over het benodigde materiaal beschikte.
Dit gaat helemaal niet op, daar de Coloradokeverwet niet de loonsproeiers maar de verhouwers aansprakelijk stelt
En. dat verschillende verbouwers he wel gemakkelijk vonden, op de loonsproeier te kunnen wachten, vooral, wanneer de kans bestond, dat ze daardoor een bespuiting konden uitspa.ren, is deze zomer wel fi-ebleken! Laat iedere onbevooroordeelde voor
Laat iedere onbevooroordeelde voor zich zelf maar eens vaststellen, wat er bereikt of beter jiiet bereikt zou zijn, indien dergelijlre argumenten zouden zijn aanvaard!
De zaak is deze. Indien iemand of een organisatie op zich neemt als loonsproeier te fungeren, moet hij ervoor waken, niet te veel aan te nemen en indien zijn klantïn zo talrijk v/orden, da,t hij ze nist helpen kan, óf een gedeelte van zijn klanten afzeggen óf zijn'sproeim.ateriaal uitbreiden.
Ook kan nog overleg gepleegd worden met andere bezitters van sproeimachines uit de omgeving.
De Heer Sieling' beweert, dat er van Overheidswege niet vonr voldoende sproeimateriaal is gezorgd. Hiermede ben ik niet op de hoogte, daar het toewijzen van machines op het terrein van de Landbouvvvoorlichtingsdienst ligt, doch indien het juist zou blijken, komt het mij voor, dat hier uitsluitend gedoeld wordt OD zwaar materiaal. Paardenmachines zijn toch in voldoende mate verkrijgbaar geweest.
Verder wordt aangevoerd, dat de Heer Kardux reeds schade genoeg geleden heeft. Hoe kan een practicug als de Heer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 september 1947
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 september 1947
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's