Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Je eigen route uitvinden...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Je eigen route uitvinden...

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sven heeft het meteen gezien, hij haalt zijn hand door zijn woeste krullen. Lekker dan! Dit gaan ze niet leuk vinden thuis. Ze vinden dat bijbaantje van hem toch al niet geweldig. Hamza, zijn Marokkaanse maatje bij het Pizza bezorgen, trekt het bezorgrooster uit zijn hand. ‘Hé man, laat eens kijken wanneer we aan de bak moeten!’

‘Hamza, ik ben ingeroosterd op eerste kerstdag.’

‘Kan dat niet, ben je weg met Kerst?’

‘Mijn ouders vinden dat ik met Kerst thuis moet zijn en het valt dit jaar ook nog op zondag. Dat is dus helemaal tegen de huisregels. Mijn opa komt, family time, hé!’ Sven probeert het zo luchtig mogelijk te zeggen. Schouderophalend, net of het niet buitengewoon irritant is en hypocriet bovendien.

‘Is Kerst op zondag? O ja, jij werkt niet op zondag. Ik ben oproepkracht, zie ik. Geen probleem, want Kerst is voor ons niks belangrijks. Wil je ruilen, ik neem jouw dienst en jij bent oproepbaar?’

Sven knikt opgelucht, oproepbaar is beter dan van vijf tot negen uur. Opgeroepen worden op eerste Kerstdag, dat lijkt niet zo waarschijnlijk. Geen hond die dan pizza eet, toch?

‘Hé boys, chillen doe je maar thuis!’ wordt er vanachter de toonbank geroepen. Sven geeft Hamza een boks en pakt de vier pizzadozen aan. In de warmhoudtas en gáán.

Het is koud, langs de kant van de weg ligt een randje stuifsneeuw. Toch maar wat langzamer rijden bij de brug, hij is al een keer onderuitgegaan daar. Hij moet even zoeken naar het huisnummer, een serviceflat. De oude man die de deur maar op een kier opendoet, ziet er onverzorgd uit. Pyjamabroek?! Op dit uur van de dag? Geen fooi dit keer, pech. Maar zo’n meneertje als dit, die zou zelfs met kerst ook wel eens een pizza kunnen bestellen. Tof van Hamza, dat hij ruilen wilde. Hamza is al lang een echt goeie vriend, ook al komen ze niet bij elkaar thuis. Dat ligt gewoon een beetje moeilijk. De verschillen zijn te groot.

Bij Sven thuis is Kerst zowat heilig verklaard. Niet dat ze verder zoveel aan het christelijke doen, het is niet meer zoals vroeger. Naar de kerk gaan ze niet meer, sinds pa zijn baan kwijtraakte. Nu is pa thuis en heeft ma werk in de buitenschoolse kinderopvang. Voor Ma is dat wel een prima ontwikkeling, want met Pa op de bank is het thuis geen vrolijke bende. En ook geen vetpot, dat pizza bezorgen doet hij echt niet voor de lol, dat is gewoon nodig. Maar ja, nu het Kerst wordt moet het allemaal ineens weer schijnheilig, want dan komt opa en die is emeritus. Eh, ja, dat klinkt beter dan dominee. Tante Marga, de single zus van pa, komt ook mee. Dat is een jaarlijkse verplichting, ze blijven nog slapen ook. Dan moet het thuis allemaal perfect zijn, opzitten en pootjes geven. Net doen alsof iedereen gelukkig is en dan moet de Bijbel afgestoft klaarliggen, want opa mag niet merken dat de Bijbel intussen zowat vastgeroest in de boekenkast staat. Pizza bezorgen is wenselijk, maar niet op zondag of met Kerst, want dan zien de mensen dat. ‘Welke mensen?’ had hij gevraagd, maar dat was brutaal gedrag. Dus had hij het woord ‘hypocriet’ maar ingeslikt, want ruzie was er al genoeg. Sven zal blij zijn als Kerst weer voorbij is. Effe doorbijten, zegt hij tegen zichzelf, en hopen en bidden dat er geen oproepkracht nodig is. Nou ja, bidden, eh, dat zal in dit verband wel niet werken…. Sven zucht en voelt zich er ongemakkelijk bij.

‘Telefoons inleveren,’ zegt pa met meer kleur op zijn wangen dan normaal, als ze aan het kerstdiner schuiven. Maaike en Lenne, de tweelingzusjes, rollen met hun ogen, maar dat kun je geen protest noemen. Ze geven hun mobieltjes af. ‘Sven?’ De uitgestoken hand van zijn vader negerend, legt hij zijn telefoon in de vensterbank. Had hij nu toch maar verteld dat hij oproepbaar is. Als er gebeld wordt, dan explodeert hier de boel compleet. Opa vouwt zijn handen en schraapt zijn keel, ma schuift zenuwachtig op haar stoel heen en weer. Pa houdt nog tien seconden vol, zijn hand gaat er een beetje van trillen. Sven kijkt de andere kant op. Er zit een naar gevoel in zijn borst, alsof het daar klemzit. Pa moet het afleggen en gaat met een plof zitten. Zijn ogen staan boos. Tante Marga snuit haar neus, toeterend als een signaal. Wat wil ze daar nou weer mee zeggen? Als Sven opkijkt ziet hij opa’s ogen, zit daar een twinkeling in? Echt hè?

Hij moet gewoon doen en niet zo ontzettend aan zijn telefoon zitten denken, gezellig doen, dooreten en zeggen dat het lekker is. Antwoord geven op wat opa vraagt, net als de meiden. Die vertellen wel, zelfs de dingen waar ze beter hun mond over kunnen houden. Zoals het feit dat ze niet meer op blokfluitles zitten. ‘Maar jullie deden het zo goed bij de muziekgroep in de kerk!’ roept tante Marga hoofdschuddend. De kerk, nou, daar maar niet verder over uitweiden.

Als pa, toch wel een beetje trots met het hoofdgerecht uit de keuken komt, begint Sven zomaar spontaan te applaudisseren. Dit ludieke gebaar vindt bijval en pa wuift aangedaan de complimenten weg, maar aan zijn houding is te zien dat hij weinig complimenten gewend is. Dat geeft te denken, Sven is er gewoon een beetje stil van. Net als hij zijn bord ophoudt voor zijn portie, klinkt de ringtone van mobiel. Met een klap staat zijn bord op de tafel, met een ruk schuift hij zijn stoel achteruit, grist het ding van de vensterbank en verdwijnt in de gang. ‘Heeft Sven een vriendinnetje?’ Dat is Tante Marga natuurlijk.

Pats, de Pizzeria, hij wist het toch! ‘Hey Sven, Hamza is onderuitgegaan op de Meidoornlaan, dat is bij jou om de hoek. Krijgt zijn scooter niet meer aan de praat en heeft zijn voet bezeerd. Kan jij…’

No problem!’ zegt hij en grijpt zijn jack van de kapstok. ‘Eerst de pizza’s bezorgen, hè! ‘hoort hij nog. Gelukkig start zijn scooter meteen en dat geluid overstemt het protest van pa en ma, die in de deuropening allebei op hun eigen manier duidelijk willen maken dat dit echt niet kan. ‘Wat doe je ons aan!’ Ja, dat krijgt hij dan toch wel mee. Een rotjoch is hij, een stoorzender en wat zal opa wel denken. Hij kan nu wel no problem roepen, maar het tegendeel is waar…. Tot over zijn oren!

De Meidoornlaan, dat is drie minuten. Hamza! Hij hangt met een van pijn verwrongen gezicht tegen een lantaarnpaal. Iemand probeert de scooter opnieuw aan de praat te krijgen. Een meevaller dat dat lukt!

‘Gaat het?’ Hamza knikt, maar dat is fake, zelfs hinken doet hem ineenkrimpen.

‘De Pizza’s?’

‘Afgeleverd!’ kreunt Hamza, terwijl hij zijn veters losmaakt. ‘Mijn voet wordt dik, man!’

‘Kom ik breng je naar huis! Hé, je gaat niet van je stokje, ja! Hamza!’

Hoe het lukt om Hamza thuis te krijgen is niet na te vertellen, maar een dik half uur later kan Sven zijn vriend op de bank laten vallen in de kleine overvolle woonkamer. De moeder van Hamza begint te huilen als ze de paarse gezwollen enkel van haar zoon ziet. ‘Jij moet naar dokter, jongen! Maar hoe? Papa heeft nachtdienst, die komt pas om zeven uur morgen.’

De zusjes van Hamza komen in hun nachtponnen meehuilen. Sven voelt zich gruwelijk opgelaten, maar als hij ziet hoeveel pijn zijn vriend heeft dan is dat toch echt geen geldig excuus. Hij moet hier helpen, dus belt hij de pizzeria en legt de situatie uit en daarna belt hij ook de spoedpolikliniek van het ziekenhuis. Daar is het druk, maar Hamza moet meteen komen voor een röntgenfoto. ‘Hoe gaan we dat doen?’ kreunt Hamza.

‘Een taxi,’ beslist Sven, ‘ik betaal wel, ik heb geld van mijn opa gekregen.’ Hij haalt het briefje van 50 euro uit zijn broekzak en Hamza’s moeder maakt met haar handpalmen tegen elkaar een soort buiging zo dankbaar is ze. De taxichauffeur is zo vriendelijk om mee te helpen en meer hangend dan hinkelend bereiken ze de spoedpoli. Inschrijven, wachten, de dienstdoend arts stuurt hen naar de röntgenafdeling. Weer wachten en als de foto is bekeken is het wel duidelijk, meteen door naar gipskamer en uiteindelijk een bed, want het is beter dat Hamza een nachtje blijft.

Sven heeft geen besef van tijd meer, hij blijft maar op Hamza inpraten, die spierwit ziet en ook nog moet overgeven. Maar uiteindelijk wordt hij rustig en door pijnstillers ook een beetje suf. Nu kan Sven wel gaan. Met de belofte morgen terug te komen vertrekt hij en in de koude nachtlucht realiseert hij zich dat het al heel laat moet zijn. Hij moet naar huis nu. Bijna twaalf uur al, ze zullen als een tribunaal klaar zitten om hem aan te klagen. Kerstnacht, ja, ja. Hij trekt de rits van zijn jack los, bloedheet heeft hij het ineens.

De achterdeur is open, is dat een goed of een slecht teken? Onder de huiskamerdeur een streepje licht. Geruisloos drukt hij de knop omlaag. Hé? Alleen opa zit daar en kijkt op, waar is de rest? Al naar bed?

Sven slaakt een diepe zucht, als opa wenkt. Ineens lijkt het hem wel goed om met opa te praten. Gewoon zeggen dat hij niet anders kon. Dat je soms niet kunt weigeren, dat je gewoon moet doen, wat je moet doen.

Maar het blijft stil, opa zit hem maar aan te kijken en te wachten, waarop? Waar moet hij eigenlijk beginnen? Opa knikt hem toe en slaat de bijbel open. Had hij zijn vinger aldoor al bij die tekst? ‘We weten het al zo’n beetje. Je vader heeft die pizzeriabaas gebeld. Die heeft uitgelegd wat er aan de hand was. Luister maar even, ik heb wat voor je bewaard.’

Sven wrijft over zijn koude wangen. ‘Óh ja! Oké dan, maar opa, ik heb het kerstverhaal nog wel in mijn hoofd, hoor!’

‘Weet ik toch! Dit is een ander kerstverhaal, maar dit is waar het eigenlijk om draait.’

Opa leest langzaam en plechtig: “De Koning zal zeggen: ‘Je bent gezegend, want ik was een vreemdeling en je hebt mij opgenomen, ik was ziek en je hebt me opgezocht, ik had hulp nodig en je was er voor mij.”’ Dan zul je je afvragen: ‘Wanneer was u een vreemdeling, ziek of hulpbehoevend?’ En de Koning zal zeggen: ‘Ik verzeker je: alles wat je gedaan hebt voor een van de geringsten van mijn broeders, dat heb je voor mij gedaan.’ En nou wil ik graag horen, hoe die jongen eraan toe is!”

Dat kan, maar het is niet verkeerd om eerst even een witte zakdoek aan te pakken. Warm uit opa’s broekzak, lijkt het een liefkozing.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022

Ecclesia | 12 Pagina's

Je eigen route uitvinden...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022

Ecclesia | 12 Pagina's