Een gewapend conflict tussen twee broedervolken in 1866
De laatste maanden heerst er een verschrikkelijke oorlog op Oekraïens grondgebied, waarbij Russen en Oekraïners als twee broedervolken tegenover elkaar staan.
Het is niet voor het eerst in de geschiedenis dat zoiets gebeurt. In 1866 was er ook sprake van een gewapende broedertwist, met aan de ene kant de Duitse Bond en het keizerrijk Oostenrijk en aan de andere kant het Koninkrijk Pruisen met zijn Duitse bondgenoten en Italië. De oorlog - ook wel bekend als de Zevenweekse Oorlog - begon op 14 juni 1866 en resulteerde in een overwinning van Pruisen. De Duitse Bond werd opgeheven en daarvoor in de plaats kwam de Noord-Duitse Bond zonder Oostenrijk.
De beslissende slag van dit conflict vond plaats op 3 juli 1866 in Königgrätz in het oosten van Bohemen, met grote verliezen aan met name de kant van Oostenrijk. Op 23 augustus tekende ‘de ijzeren kanselier’ Otto von Bismarck het Verdrag van Praag dat de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog beëindigde. Zijn doel had hij bereikt, namelijk een machtsverschuiving van de Duitse staten, los van Oostenrijk, naar een Pruisische hegemonie.
Kohlbrugge volgde deze oorlog nauwlettend. Op 23 juni schreef hij aan zijn Utrechtse vriend Kol: Oostenrijk ligt inwendig vooral financieel in den afgrond, daarom oorlog, of buit bij overwinning of bij verlies een staatsbankroet, waarop niemand dan aanmerking zal kunnen maken. In ons land gelooft men dom genoeg wat men gaarne wenscht en het meeste belang bij heeft. Is het de tijd dat het woord in de Openbaring vervuld worde: zij kwamen op de breedte der aarde om krijg te voeren tegen het Lam en Zijne heiligen - en hun werd gegeven te overwinnen – dan winnen het de Oostenrijkers – maar daaraan zullen de Nederlanders toch wel niet denken, maar wel aan hunne Metallieken1 als het dan alleen menschelijk moet berekend worden – dan moeten zij het verliezen.
De Keizer v. O. zegt in zijn Manifest dat hij op God vertrouwt, dien hij van zijne voorvaderen af gediend heeft. NB in roomschen zin, met het bloed der heiligen van den Heere Jezus te vergieten.2
De week daarop – woensdag 27 juni – hield Kohlbrugge een bidstond. Over welke tekst hij het Woord bediende, is niet bekend; in zijn dagboekaantekeningen noteerde hij alleen de psalmen.3 Uit een brief aan zijn kinderen in Wenen weten we dat de kerk meer dan vol was: Woensdag hadden wij bededag, zoo vol is de kerk nimmer bij ons geweest. Zelfs de trappenhuizen stonden vol, de moeders hadden bijna alle hunne kinderen medegebragt – niemand roerde een vin – groote aandacht. Na het gebed, als ik de oogen opendeed, zag ik hoe bijna alle vrouwen de oogen afdroogden. Ik heb mij van alle politiek of kijken in de toekomst ver gehouden, alles op den achtergrond gezet, God en Zijne gerichten, onze zonden en het ambt der verzoening op den voorgrond. Ik heb voor den Koning gebeden, maar ook met name voor den Keizer v. Oostenrijk en daarbij ook aan mijne kinderen, aan uwen stand en aan de gemeenten in … en met alle ernst gebeden om eenen regtvaardigen vrede.4
Uit Kohlbrugges gemeente werden drieëntwintig jonge mannen gerekruteerd voor deze broederoorlog. Toen zij na de slag bij Königgrätz, waarbij Oostenrijk verslagen was, terugkeerden waren er geen slachtoffers te betreuren, slechts een van hen was gewond geraakt. Dit is op te maken uit een schrijven van Kohlbrugge op 6 juli aan Eduard en Anna Böhl: De jongelieden uit onze gemeente, die in Bohemen waren, zijn nog alle gespaard, één geblesseerd.5
Kohlbrugge volgde in die dagen alle nieuwsberichten, ook beursberichten ontsnapten niet aan zijn aandacht, en dat deelde hij vervolgens weer met zijn kinderen. Hij schrijft hen dat na het bekend worden van vredes voorslagen de Oostenrijksche fondsen op de beurs te Amsterdam met 10 percent in de hoogte gingen en dat er een krawall6 was in den Joodschen effectenhoek. Terloops meldde hij dat zondags de kerk weer stampvol was en dat hij ’s morgens gepreekt had over Psalm 93 en ’s avonds over Galaten 3.7
Op 15 juli was het dankdag, ‘na de behaalde overwinning op de Oostenrijkers bij Königgrätz’8. Kohlbrugge koos als tekst voor deze gelegenheid 1 Kronieken 20 vers 26 en 27, waarin Josafat de Heere dankte voor de overwinning op de Moabieten en Ammonieten. De gemeente zong onder andere de hymne Te Deum en het gezang Nun danket alle Gott.
Een aantal maanden later, op zondag 11 november, was er opnieuw een dag van dankzegging: ‘Grosses Dank und Siegenfest.’ Kohlbrugge mediteerde toen over Psalm 76, en stond stil bij ‘de wonderbaarlijke overwinning die behaald is en de vrede waarmee de Heere ons heeft verrast’. Op ‘snaren’ moet deze psalm van Asaf gezongen worden: ‘God is bekend in Juda, in Israël is Zijn Naam heerlijk, Zijn tent staat in Salem en Zijn tabernakel in Sion, daar breekt Hij de pijlen van de boog, het schild, het zwaard en de strijd.’ Na afloop van de dienst verliet Kohlbrugge de kansel en liet alle drieëntwintig soldaten plaats nemen op het podium onder de kansel. Hij schudde hen de hand en sprak hen toe. Hij wees hen erop dat zij de verschrikkingen van de oorlog hadden gezien, en riep hen op om dat niet te vergeten en God te vrezen in het onderhouden van Zijn geboden: ‘U riep tot God in uw nood en levensgevaar, en God liet het in uw hart opkomen: Met u kan ik door legers van oorlog doordringen; mijn enige troost in leven en in dood is mijn Heere Jezus Christus.’
Kohlbrugge bedankte voor de brieven die hij van hen kreeg van het slagveld, dat troostte hem. Als aandenken kregen zij een prekenbundel van hem.9
Ouderling Daniel von der Heydt was zo onder de indruk van deze woorden dat hij deze per brief toezond aan generaal Helmut von Moltke. Deze sprak zijn ‘minzame dank uit voor de vreugde, welke hem het lezen van deze mooie toespraak verschafte.’10
Aan familie Kol vertelde Kohlbrugge nog een aantal wederwaardigheden over deze oorlog. Zijn kinderen in Wenen hadden een soldaat onderdak gegeven: Böhl hebben een naakte en verhongerde soldaat in huis gekregen, dien zij gekleed en gespijzigd hebben en bovendien waren zij op de punt nog een zwaar geblesseerde tot inkwartiering te krijgen – alle huizen zijn van verwonden vol. Er was sprake van een hoge inflatie: In Weenen alles schrikkelijk duur – aardappelen zijn daar tot delicatessen geworden. De krant in Oostenrijk sprak spottend over de uitgeschreven biddag: Weet u dat de Weener dagbladen zoo gruwelijk gespot hebben met den van Koning van Pruisen uitgeschreven Bededag, de andere couranten hebben dat niet kunnen of willen overnemen, zoo gruwelijk was dat.11
De vraag kan gesteld worden, hoe zou Kohlbrugge deze ‘Bruderkrieg’ beoordeeld hebben en hoe keek hij aan tegen de politieke gebeurtenissen in zijn tijd. Geen eenvoudige vraag. Het is bekend dat hij erg gesteld was op het Pruisische koningshuis. Destijds vaardigde koning Frederik Wilhelm IV het ‘Toleranz-Edikt’ uit wat leidde tot de constituering van de Niederländisch-Reformierte Gemeinde en daarom vermoed ik dat hij zich niet zo snel kritisch zou uitlaten over het beleid van de overheid en over Bismarcks politiek.
Zijn tijdgenoot Groen van Prinsterer was in ieder geval een andere visie toegedaan. Hij wees de politiek van Bismarck grondig af en ook de oorlog die hij ontketende, want hij zag hierin een revolutiegeest werkzaam. Zo diep dacht Kohlbrugge niet.
Noten
1 Oostenrijkse effecten waarvan de rente in muntgeld werd uitbetaald (Grote Van Dale).
2 Archief Kohlbrugge, port. 13 brief 155.
3 Psalm 85:1, 2 en 3 en Psalm 75:1 en 4.
4 Archief Kohlbrugge, port. 22 brief 79, 29 juni 1866.
5 Archief Kohlbrugge, port. 22 brief 81.
6 Opstootje.
7 Archief Kohlbrugge, port. 22 brief 82, 10 juli 1866.
8 Dagboekaantekeningen 15 juli 1866.
9 A. Zahn, Der Grossvater, Stuttgart 1881.
10 H. Klugkist Hesse, Hermann Friedrich Kohlbrügge, Wuppertal-Barmen 1935.
11 Archief Kohlbrugge, port.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 2022
Ecclesia | 8 Pagina's
