Een Gouden Woord
Want het leven is mij Christus en het sterven gewin. Filippenzen 1 : 21 (Vooraf te lezen: Filippenzen 1 : 1-26)
Dit geloofsgetuigenis van Paulus klinkt als een klok. Wij worden er stil van en wij worden er ook ja- loers op. Wat een voorrecht om zo te kunnen spreken over je eigen leven en over je eigen dood! En dan niet in een opwelling of in een hooggestemd ogenblik, maar als een weldoordachte en diep-doorleefde over- tuiging. Want de apostel heeft deze ontboezeming neergeschreven op één van de dieptepunten van zijn veelbewogen bestaan. Hij zat namelijk in de gevange- nis opgesloten (waarschijnlijk in Efeze). En hij was in afwachting van de afloop van het proces. Er waren twee mogelijkheden: invrijheidstelling of terechtstel- ling. Ieder ander zou daarover in grote spanning ver- keren. Maar Paulus maakte zich daar weinig zorgen over. Zijn lot was niet zo belangrijk. Het voor- naamste was de eer en de glorie van Christus. Als Hij maar verheerlijkt werd, hetzij door het leven of door de dood van Zijn dienaar!
*
Paulus heeft de beide mogelijkheden voor zijn naaste toekomst zorgvuldig tegen elkaar afgewogen. Hij vindt het moeilijk om te zeggen waar zijn per- soonlijke voorkeur naar uitgaat. Voor zichzelf zou hij het liefst eerstdaags willen sterven. Want hij verlangt ernaar om heen te gaan en dan met Christus te zijn, omdat dat verreweg het beste is. Maar daar staat te- genover, dat hij met het oog op de gemeente liever nog wat zou blijven leven. Want dan kan hij de gelo- vigen in Filippi, die hem zo na aan het hart liggen, nog wat langer van dienst en tot nut zijn. Hij heeft sterk het gevoel, dat hij daarvoor nog wel de gelegenheid zal krijgen. Maar hoe de uitslag ook zal uitvallen, hij heeft er volkomen vrede mee. Kort en krachtig kan hij met de hand op zijn hart
Kort en krachtig kan hij met de hand op zijn hart verklaren: "Want het leven is mij Christus en het ster- ve/? gewin" (winst). Dat is veel gezegd, maar het is de volle waarheid. "Het leven is mij Christus." Dat bete- kent nog meer dan: "Mijn leven is van Christus" of "mijn leven is voor Christus". Het wil zeggen: Christus is de inhoud, het middelpunt en het doel van mijn leven. Hij is mijn één en mijn al. Soms leest men in een rouwadvertentie over een overledene: "Zijn Ie- ven was werken." Of ook wel: "Haar leven was die-nen." Maar van Paulus kon gezegd worden: "Zijn leven was Christus.'" Is dat niet het hoogste?
* Omdat dat ten volle gold van Paulus' leven, kon hij ook zonder een zweem van twijfel over zijn dood ver- klaren: "En het sterven is voor mij gewin. " Natuurlijk brengt de dood voor hem ook de onvermijdelijke verliesposten mee: afbraak van zijn aardse bestaan, afstand van zijn aardse arbeid en afscheid van zijn aardse vrienden. Maar daar staan allerlei winstpunten tegenover, die de doorslag geven. Namelijk bevrijding van alle moeite en lijden, volledige vereniging met Christus en daardoor ook deelgenootschap aan Zijn heerlijkheid. Als hij de balans opmaakt, is het eindre sultaat positief: een batig saldo! De dood geeft hem meer dan hij van hem neemt. Hij gaat erop vooruit en wordt er beter van. "Het sterven is voor mij gewin."
Het spreekt vanzelf, dat leven en sterven niet alleen bij hem, maar bij iedereen nauw samenhangen. Be kend is het verhaal van een jonge Romein uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. Hij was getuige van de marteldood, die een christen onderging. De onbe vreesdheid en de overwinningszekerheid van het slachtoffer maakten diepe indruk op hem. Daarom zei hij naderhand: "Ik zou wel net als de christenen willen sterven, maar ik wil toch maar liever met mijn heidense vrienden blijven leven!" Maar die vlieger gaat niet op. Wij kunnen niet evenals de rijke man uit de gelijkenis hier op aarde een leven leiden als een zieltje zonder zorg en dan in het uur van onze dood met de arme Lazarus door de engelen gedragen wor den in Abrahams schoot. Alleen als ons leven Christus is, mogen wij erop rekenen dat ons sterven winst zal zijn.
*
Jammer genoeg gaat dit lang niet voor alle mensen op. Het leven van heel velen is niet zo op Christus ge richt en van Hem vervuld, als dat destijds bij Paulus het geval was. Het lijkt er vaak in de verste verte niet op. Heel andere personen en zaken beheersen het bestaan van de grote massa. De idolen van de groene grasmat, van het witte beeldscherm en van het hel verlichte muziek-podium geven de toon aan. Of ook de zucht naar geld, de jacht naar carrière, de versla ving aan genotmiddelen maken de dienst uit. Maar als dat het leven van een mens is, dan kükt hij uiteraard ook heel anders tegen de dood aan die hij tegemoet gaat. Voor zover hij er tenminste aan toekomt om daarbij stil te staan!
Maar een feit is, dat ook trouwe, rechtzinnige kerk- ^ 137mensen het getuigenis van Paulus lang niet allemaal van harte overnemen. Christus heeft in hun leven wel een plaats en misschien ook wel een vaste en blijvende plaats, maar toch niet de ene grote ereplaats. Hij speelt wel een rol in hun bestaan en misschien ook wel een belangrijke rol, maar toch niet de allesbeheersende hoofdrol. Hij ondervindt concurrentie en voert niet de alleenheerschappij: het hart is verdeeld! Het gevolg van deze innerlijke tweeslachtigheid is, dat de dood een bedreigend en beangstigend toekomstbeeld blijft. Alleen geloofszekerheid kan de koning der verschrikking van karakter doen veranderen. "Jezus leeft en wij met Hem. Dood, waar is uw schrik gebleven?"
Hoe kan het getuigenis van Paulus ook het onze worden? Dat kan maar op één manier. Namelijk door aan Christus alle ruimte te geven in ons hart en leven, die Hij opeist en waarop Hij recht heeft! Voor dat doel moet dan wel heel wat op zij gezet en zelfs buiten de deur gezet worden. Het moeilijkste is nog, dat ons dierbare eigen ik plaats moet maken voor Hem als Heer en Meester. Dat is een ingrijpend gebeuren in een mensenleven, dat zonder de hulp van de Heilige Geest niet tot stand komt.
Bij Paulus zelf is het heel plotseling en stormachtig in zijn werk gegaan, toen hij door Christus innerlijk overmeesterd werd onder de rook van Damascus. Sindsdien kon hij naar waarheid zeggen: "Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij."
Zijn wij bereid om ons ook zo zonder reserve door Christus in beslag te laten nemen? Durven wij het aan om ons onvoorwaardelijk aan Hem gewonnen te geven en met ons hele hebben en houden aan Hem uit te leveren? "Heer, neem mij gevangen, dan ben ik waarlijk vrij!" Dan zal het besliste getuigenis van Paulus steeds meer weerklank bij ons vinden en ook steeds vrijmoediger door ons overgenomen worden: "Het leven is mij Christus en het sterven gewin!" Een gouden woord in de mond van een gezegend mens!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1990
Ecclesia | 8 Pagina's
