‘U zult Jakob de trouw bewijzen en Abraham de goedertierenheid, die U aan onze vaderen gezworen hebt vanaf de dagen van weleer’
Micha 7: 20
De God van weleer
‘Wij hebben de oude tempel nog gekend.’ Zo sprak een oudere collega in een gesprek over onze kerken vroeger en nu. In zo’n uitspraak horen we heimwee naar de dagen van weleer.
Uit de diepte
Micha zag Samaria en Jeruzalem (Micha 1: 1) als een oordeel van de HEERE de vernieling in gaan. Land en volk van God in een staat van ontbinding. In de laatste verzen van Micha 7 komen wij de profeet biddend tegen. Hij roept uit de diepte tot God. De staat van ontbinding wordt zichtbaar en voelbaar. Er blijft slechts een klein, aan de grotere machten schatplichtig, staatje over. Ook met een tempel in Jeruzalem stelt het niet veel meer voor. Het ergste is dat deze ontbinding het gevolg is van een oordeel van God. Welke laatste poging kun je dan nog wagen om een hoopvolle toekomst te vinden voor jezelf, je land en je volk? Dit prachtige profetenboek eindigt met een biddende profeet.
Met elkaar in gesprek
Nu staan er in Micha 7 ook andere woorden. We komen de profeet ook tegen in gesprek met iemand die Israël haat. De verdrukker. De vijand(in). Daarbij valt op dat in dit gesprek met de vijand God Zelf centraal staat. De winnende vijand hoeft zich daarom niet te verblijden. Want de HEERE blijft God. Trouw aan Zijn heilsbedoelingen. Goedertieren in Zijn houding. En het veroordeelde volk hoeft zich niet te verdedigen en kan onthullend eerlijk zijn. Indrukwekkend zijn de woorden uit vers 9 waarin Micha namens het volk zegt: ‘Ik zal de toorn van de HEERE dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd.’
Ik heb gezondigd. Zegt u dat nog wel eens tegen een ander? We denken daarbij ook even aan het dieptepunt waarin onze kerken zich bevinden. Gesprekken genoeg. Gebeden genoeg. Ik ken veel voorbeelden van gebeden waarin te horen was wat de bidder graag wil. Ik denk dat ik mij er ook zelf wel schuldig aan heb gemaakt. Is er ook bij ons het diepe besef, dat een oordeel over ‘mijn volk’ altijd ook met mij te maken heeft? Zouden we daar niet meer naar moeten zoeken? In een kerk gaat het immers niet om gelijk te krijgen of winnen. In een kerk gaat het erom dat we samen met anderen deel mogen hebben aan Gods trouw en goedertierenheid. Deze God werkt vanaf de dagen van weleer.
Een roepen tot God
Het gebed van Micha is vooral een roepen tot God. Het gaat om God. Wie is als Hij? Deze God werkte in de tijd van Abraham en Jakob. Zijn trouw en liefdevolle vergeving in een genadige houding zijn zonder vergelijk. Die houding kreeg in de dagen van Jakob en Abraham gestalte in een tastbare belofte. Maar Micha grijpt zich hier vooral aan de God van die belofte vast.
Misschien moeten ook wij in onze dagen het meer over God Zelf gaan hebben! In de toekomst van het nieuwe Jeruzalem is er geen tempel meer. Daar zijn ook de Christelijke Gereformeerde Kerken niet meer. Hoe het dan wel precies moet met onze kerken in de komende eeuw is op dit moment een vraagteken. Maar we hebben wel een ankerpunt: de God van weleer. Wie is als Hij? Wanneer het ons samen werkelijk om Hem gaat, kan het niet misgaan. Het werk van de God van weleer is één geheel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 2024
De Wekker | 20 Pagina's
