‘Ik ben rijk en steeds rijker geworden …’

Het zal maar tegen je gezegd worden: ‘Je denkt het goed voor elkaar te hebben, maar ondertussen heb je niet in de gaten hoe het echt zit.’ Dat is wat de Heere Jezus de apostel Johannes laat schrijven aan de gemeente van Laodicea. ‘U zegt: ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent’ (Openb. 3: 17).

Als ik meeluister met de gemeente in Laodicea, dan voel ik mij ongemakkelijk. Want al lopen de prijzen snel op, en wordt elke maand rondkomen voor heel wat mensen steeds moeilijker, ik weet dat ik als Nederlander wereldwijd gezien tot de rijken der aarde behoor.

Lauw

In Laodicea hebben ze het goed voor elkaar. Als je dokter wilt worden, kun je daarvoor naar school. Er is zelfs een zalf uitgevonden voor als je oogproblemen hebt. Bij de bank kun je terecht voor al je geldzaken. En ze zijn er goed met wol, met stoffen, en weten er de mooiste dingen van te maken. Er wordt hard gewerkt, veel gewerkt en het geld rolt. Aan niets gebrek daar in Laodicea. Ook in de kerk niet.

De Heere Jezus kijkt verder. Jullie hebben je schaapjes op het droge, maar hebben mij als de goede Herder niet meer nodig. Ik ken jullie werken; dat jullie niet koud of heet zijn. Waren jullie maar koud of heet, maar jullie zijn lauw. Zoals een kop lauwe koffie. Zoals een beker water die de hele dag in de zon gestaan heeft. Je neemt een slok: bah, door de gootsteen ermee. Waren jullie maar koud, zoals een lekkere plens koud water in je gezicht op een warme dag. Waren jullie maar warm, zoals een lekker warm bad op een koude dag. De Heere Jezus zegt niet: Jullie gaan er maar half voor. Nee, jullie gaan er helemaal niet voor. Ik heb niets aan jullie. Met al jullie rijkdom zo arm als wat. Geestelijk failliet, blind, naakt. Ik ben niet jullie Alles, omdat jullie alles al denken te hebben.

De Heere Jezus prikt door onze mooie buitenkant heen. Je kunt zo druk zijn met hebben en houden, met geld en goed, dat je ongeschikt bent voor het Koninkrijk van God. Want je hebt geen tijd meer voor het Woord, voor gebed, voor dienstbaar zijn, voor getuigen.

Rijk in God

Is het dan einde verhaal? Nee! Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop! Laat Mij binnen. Laten we samen zijn, het leven delen. Ik wil niet dat Ik misschien ook nog wel ergens een plekje in je drukke leven heb, maar dat Ik op de eerste plek sta. Doe open, omdat Ik je liefheb. Omdat Ik een warm hart heb voor lauwe mensen.

Daarom, zegt Jezus, wees de koning te rijk met Mij, bij Mij, door Mij. Laat al je succes voor wat het waard lijkt en kom terug bij Mij. Dan mag je opnieuw beginnen. Opnieuw leren kijken. Zodat je ziet wat echt belangrijk is in het leven: dat je rijk in God bent.

Geen zalvende woorden, wel genezende. Omdat de Heere Jezus je er niet voor over heeft, dat je met al je rijkdom uiteindelijk toch met lege handen staat. Dat mogen wij de komende kerstdagen weer vieren: de genade van onze Heere Jezus Christus. Dat Hij omwille van ons arm geworden is, terwijl Hij rijk was, opdat wij door Zijn armoede rijk zouden worden (2 Kor. 8: 9).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen