Reacties van anderen
Hoe reageren anderen als je vertelt over het overlijden van je broer of zus of als je vertelt over het gemis? Vaak accepteert de omgeving het als een feit, zonder veel aandacht te geven aan het verdriet dat je erom hebt. Ieder gaat weer gewoon over tot de orde van de dag. De reclamespotjes van Sire ‘De dood, praat erover, niet eroverheen’ geven het treffend weer. Veel is er veranderd de laatste twintig jaar in het zien en erkennen van het verdriet om het sterven van een zus of broer. In het verleden schortte hier vaak veel aan, het was als een verdriet dat niet gezien werd en waar niet naar gevraagd werd. Dat wekte de indruk dat het verdriet er niet mocht zijn. Zoals in onderstaand voorbeeld, dat speelde in de vijftiger jaren van de vorige eeuw.
Marleen verloor haar lievelingsbroer Steven, de oudste van de kinderen, door een ongeluk. Ze was toen tien jaar. Het gebeurde in een vakantieweek. Na de vakantie ging ze weer naar school, ze had verwacht dat er in de klas iets over gezegd zou worden, maar er werd over Steven gezwegen, haar klasgenoten en meester spraken niet over Stevens sterven. Sinds die tijd voelde ze zich eenzaam op school.
Er is gelukkig de laatste jaren veel verbeterd, maar toch blijft het lastig voor de omgeving om er alert op te zijn en niet voorbij te gaan aan het verdriet bij de achtergebleven zus of broer. Zeker als ze de overledene niet kenden, is het moeilijk om het overlijden zich te herinneren of er aandacht aan te geven. Maar ook als anderen hem of haar wel kenden, kan je verdriet over het hoofd worden gezien.
Bep is vrijgezel. Toen uit het gezin van vier kinderen de laatste zus overleed en zij alleen overbleef, had ze geen zus en broers meer om herinneringen aan hun ouders en aan vroeger thuis op te halen, herinneringen die alleen zij samen deelden. Niet lang na de begrafenis kwam een zoon van haar zus op bezoek, hij had veel verdriet om het overlijden van zijn moeder. Toen hij wegging, had hij alleen aandacht gehad voor zijn eigen verdriet, niet voor de rouw van zijn tante. Bep zei: ‘Ik voelde me zo alleen.’
Christelijke gemeente
In onze christelijke gemeente, waar we het sterven en de opstanding van de Here Jezus belijden, hebben we een grote woordenschat in het spreken over sterven en rouwen. Een woordenschat vanuit de Schrift, die spreekt over het sterven en de opstanding uit de dood van de Here Jezus. Maar ook door de christelijke tradities en gebruiken die zich vormden rondom sterven en begraven. Als er mensen zijn met wie je goed over het verdriet rond het sterven van je broer of zus kunt praten, zouden dat in ieder geval je broeders en zusters in het geloof moeten zijn. Toch is er wel een ‘maar’. Op een of andere manier kunnen broeders en zusters, de ouderling, diaken, predikant of werkers in het pastoraat voorbijgaan aan het overlijden van je broer of zus, zeker als hij of zij niet tot de gemeente behoorde en hun niet bekend was. Krijg je pastoraal bezoek na het sterven van je broer of zus? Misschien is dat helemaal niet altijd nodig, maar als het in ieder geval maar gevraagd wordt, ligt daar al een stukje erkenning van je verlies in.
Als Lazarus sterft
Een geschiedenis in de evangeliën waarin het gaat over sterven, opstanding en rouw om het overlijden van een broer staat in Johannes 11. Het gaat over Lazarus, de broer van Maria en Martha, die ziek is en sterft. Een paar dingen uit deze geschiedenis haal ik naar voren als het gaat om het bieden van troost voor hen die rouwen om het sterven van een broer of zus.
Het eerste is dat het hier alleen over een broer en twee zussen gaat, andere familieleden of familierelaties worden niet genoemd. Of ze er wel waren is niet bekend; getrouwd, kinderen, vrijgezel, of nog levende ouders? We weten het niet. De focus ligt op deze drie mensen die een broer- en zussenband met elkaar hebben.
Het tweede is de aandacht die Maria en Martha vanuit de omgeving krijgen vanwege de ziekte en het sterven van hun broer Lazarus. In de voorgeschreven rouwperiode van zeven dagen komen er veel mensen naar hen toe om met hen te rouwen: ‘En velen van de Joden waren naar Martha en Maria gekomen om hen te troosten over hun broer’ (Joh. 11: 19.) Zoals toen gebruikelijk was, gingen de Joden ook mee om bij het graf te weeklagen (11: 31). Zo stonden vele anderen om beide zussen heen en waren ze niet alleen in hun verdriet.
Jezus’ reactie
Het derde is de relatie die de Here Jezus met hen heeft en hoe Hij reageert op het sterven van Lazarus. Tussen Jezus en beide zussen was een nauwe band. Jezus had Maria, Martha en hun broer Lazarus lief (11: 5); de boodschapper die Jezus komt vertellen dat Lazarus ziek is, noemt Lazarus ‘hij die U liefhebt’ (11: 3). De zussen en broer waren in liefde verbonden met de Here Jezus. Hoe diep die verbondenheid ging voor de Here Jezus, merken we wanneer Hij in tranen uitbarst als de realiteit van het graf benoemd wordt. Als Hij vraagt waar het graf is en ze antwoorden: ‘Heere, kom het zien’, weent Jezus (11: 34-35). Behalve bij de intocht in Jeruzalem waar Jezus weent om de stad Jeruzalem (Luk. 19: 41), is dit de enige andere plek in de evangeliën waar Jezus huilt. Hij huilt om het sterven van Zijn vriend Lazarus. Jezus, Die eens onze tranen zal afwissen, laat hier Zijn tranen lopen in het bijzijn van de zussen van Lazarus. Hij neemt hiermee deel aan hun verdriet. Hier ligt troost in, niet alleen voor hen die rouwen om hun broer of zus, maar voor allen die verdriet hebben om het gemis van iemand die ze liefhebben. Jezus kent de smart om het overlijden van een geliefde.
Het laatste is dat we door ons treuren heen als christenen de hoop en de overwinning van de opstanding kennen. We hoeven niet te treuren zoals anderen die geen hoop hebben (1 Thess. 4: 13). De ziekte en dood van Lazarus lopen door het wonder van zijn opstanding uit op de eer van God en op de eer van de Zoon van God (Joh. 11: 4). Daarin ligt houvast en een krachtige hoop.
In vier artikelen gaf ik aandacht aan het verdriet bij achterblijvende broers en zussen. Aan de ene kant door er aandacht voor te vragen en er niet aan voorbij te gaan. Dat mensen zich er bewust van zijn om door te vragen naar het gemis en het verdriet als iemand vertelt over het sterven van een broer of zus. Aan de andere kant heb ik aandacht willen geven aan de broers en zussen die rouwen om het gemis van hun broer of zus.
Aan hen, die het als een onopgemerkt verdriet ervaren en zich hierin niet gekend voelen. Hoe lastig het is om rekening te houden met broers en zussen als nabestaanden merkte ik tijdens het schrijven van deze artikelen. Op een of andere manier geef je sneller aandacht aan de overleden broer of zus, aan de ouders, echtgenoot, echtgenote of de kinderen. Dat betekent dat het niet automatisch gaat. Het ligt niet voor de hand. Daarom roep ik ieder op die vanuit zijn of haar taak in de kerk contact heeft met gemeenteleden om zich hier bewust van te zijn. Om oog te hebben voor het verdriet van broers en zussen, hoe lang geleden het gemis ook is ontstaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 2022
De Wekker | 24 Pagina's
