Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Doch Mijn knecht Kaleb, omdat een andere geest met hem geweest is en hij volhard heeft Mij na te volgen, zo zal Ik hem brengen tot het land in hetwelk hij gekomen was, en zijn zaad zal het erfelijk bezitten. Numeri 14:24

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zojuist heeft de HEERE aangekondigd dat alle man van 20 jaar en ouder niet zal ingaan in het beloofde land. Ze hebben Hem tienmaal verzocht en zijn Hem niet gehoorzaam geweest. Echter, Kaleb zal wel ingaan omdat hij volhard heeft de Heere na te volgen. Wat deze volharding betekent blijkt uit de kanttekening: ‘dat is, heeft Mij gestadiglijk, trouwelijk en met een oprecht hart gehoorzaamheid bewezen’. Zijn volharding bleek toen de tien verspieders aangaven dat het onmogelijk was om het land Kanaän in te nemen omdat de inwoners te sterk waren. Daarmee gaven ze aan niet te geloven in Gods trouw en almacht.

Tegenover deze ongeloofstaal staat Kalebs geloofstaal: wij zullen dat voorzeker overweldigen (Num. 13:30). Alsof hij zei: ook al lijkt de overwinning onmogelijk, de HEERE zal Zijn beloften vervullen. Voor Hem is niets onmogelijk. Hij is aan onze zijde. Het is Zijn strijd. Vreest niet. En dat is nog zo, geliefde lezer. Ook al lijken de omstandigheden zo anders dan de belofte die de Heere gaf, het blijft waar: “’t Geen uit Mijn lippen ging, blijft vast en onverbroken.”

Het volk verwerpt de geloofstaal van Kaleb en neemt de ongeloofstaal van de tien verspieders over. In groot wantrouwen verwerpen ze de HEERE en Zijn knecht die een goed gerucht voortbracht. Maar Kaleb getuigde opnieuw dat Gods macht groot is en dat Zijn trouw nooit zal vergaan. Indien de HEERE een welgevallen aan ons heeft, zo zal Hij ons in dat land brengen (vers 8). Het woordje ‘indien’ drukt uit dat Kaleb het met God eens is hoe Zijn besluit dan ook zal zijn. Het geeft ook weer dat Gods welgevallen de enige grond is waarom Hij voor hen zal strijden en het land zal geven. Wat is het een grote genade als we mogen zeggen: “Doch gij mijn ziel het ga zo ’t wil, Stel u gerust zwijg Gode stil”. Wat krijgt het welgevallen van de HEERE waarde voor een buigende zondaar die verloren moet gaan tenzij genade tussenbeide komt.

Valt het volk nu aan de zijde van Kaleb? Nee! Toen zeide de ganse vergadering dat men hen met stenen stenigen zou (vers 10). Maar de HEERE neemt het op voor Zijn knecht Kaleb. Hij daalt af in Zijn heerlijkheid en vraagt aan Mozes: Hoe lang zal Mij dat volk tergen? De HEERE is zeer vertoornd over hun ongeloof. Hij zal ze verstoten en met de pest verteren.

Geliefde lezer, smeek dat de Geest u mag leren dat ook uw zonden God tergen! En dat Hij deze moet en zal straffen. Alleen dan zult u getuigen: “’k Wil mijn misdaân, die U tergen, Niet verbergen; Ik bedek voor U die niet.” Hoe meer we de zonden als tergingen van de Heere zien, hoe groter wonder het is dat de Heere in Zijn grondeloze barmhartigheid in Christus een schuldige zondaar genadiglijk wil aanzien. Als een buigende zondaar daar iets van mag smaken dan is het: “Barmhartig is de HEER’ en zeer genadig, Schoon zwaar getergd, lankmoedig en weldadig; De HEER’ is groot van goedertierenheid.”

Het rechtvaardige oordeel van de HEERE doet Mozes de genadetroon bestormen voor zijn volk, ondanks dat hij zelf verworpen werd door het volk: Vergeef toch de ongerechtigheid dezes volks, naar de grootte Uwer goedertierenheid (vers 19). De Heere laat Zich verbidden. In Zijn toorn gedenkt Hij des ontfermens. Niet het hele volk maar alle man van 20 jaar en ouder zal Kanaän niet beërven. Maar Kaleb wordt door de HEERE van onder Zijn oordeel gehaald omdat hij volhard heeft de HEERE na te volgen.

Waarom kon Kaleb volharden in de HEERE na te volgen? Omdat een andere geest met hem geweest is. Kaleb heeft, in tegenstelling tot de geest van de tien verspieders, een geest van geloof dat de HEERE Zijn beloften zal vervullen. Als Kaleb in zichzelf gehandeld had dan had hij ook (net als u en ik van nature) de Heere gewantrouwd en veracht. Kaleb betekent in het Hebreeuws: hond. Een hond werd in Israël verfoeid. Als de Geest in uw hart komt dan gaat u uzelf ook verfoeien omdat uw zonden een goeddoend God tergen. Die Geest leert u buigen onder de waarheid uit Openbaring 22:15 dat er voor honden geen toegang is in de hemel. Ook leert de Geest u dan ook met de Kananése vrouw als een hondje smeken om een kruimeltje genadebrood van de Evangelietafel.

Wat een genade als Hij ons doet buigen onder Gods rechtvaardigheid en Hem tevens door het geloof doet aangrijpen in Zijn barmhartigheid. Om dan te leren dat in het aangezicht van de Koning alleen het leven is. Bent u dan van uw hondenbestaan verlost? Nee. De Heilige Geest brengt Zijn Kerk keer op keer als een dode hond aan Christus’ voeten. Om als een buigende Mefibóseth te getuigen: Wat is uw knecht, dat gij omgezien hebt naar een doden hond, als ik ben? Aan Zijn voeten verdwijnt de vrees vanbinnen en ziet men de vijanden rondom niet. Dan wordt ook in de moeilijkste omstandigheden getuigd: “De HEER’ is bij mij, ’k zal niet vrezen; De HEER’ zal mij getrouw behoên; Daar God mijn schild en hulp wil wezen, Wat zal een nietig mens mij doen?”

Vaak bijt de Kerk als een hond in de stok van Gods slagen. Maar als men de liefde van de Meester in de slagen gevoelt dan is het: “geen meerder goed HEER’ Gij mij geven meugt dan dat Gij mij vernedert en maakt kleine”. Dan mag men, vertrouwend op Gods Woord en belofte, volgen zonder vragen – door de woestijn! - naar het onbekende land, dat vol Enakszonen is die je naar het leven zullen staan.

Dat de HEERE de Getrouwe is heeft Kaleb ondervonden; 45 jaar later heeft hij naar de belofte Hebron als erfdeel ontvangen. Beproefd volk! weet dat de beloften die de Heere u door de dood heen schonk, in Christus ja en amen zijn. En zijn zaad zal het erfelijk bezitten. De Heere zal de ongerechtigheden van de vaderen bezoeken aan de kinderen in het derde en vierde geslacht (vers 18). Ondanks hun zonde zal Hij naar Zijn welbehagen doorgaan met Zijn vergaderende werk. Hij zal Zijn Kerk, die zich leren kennen als dode honden, leiden door de aardse woestijn naar het erfgoed daarboven, naar het Vaderlijk huis. Wat geeft dat hoop voor onze gemeenten in deze tijd!

Kanaän was geen vreemd land voor Kaleb. Hij had er reeds gewandeld en de vruchten ervan genoten. Zo zal de Kerk als ze in het hemelse Kanaän komen geen vreemde God ontmoeten en geen vreemd werk doen. Als ze in het aardse tranendal een druifje krijgen uit het hemelse Eskol dan is hun wandel in de hemel. Dan moet men als Kaleb getuigen dat de HEERE getrouw en sterk is. Maar ook: “Hoe dichter ik nader Aan ’t huis van mijn Vader, Hoe sterker ik hijg Naar d’ eeuwige woning, Het feest van mijn kroning En ’t eind’ van de krijg.”

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's