Vergevingsgezind (2)
Een aantal weken gele den schreven we iets in deze rubriek over vergevingsgezindheid1.
Deze gezindheid duidt op de gesteldheid van het hart, op de bereidheid om de naaste van harte te vergeven. Vergeving is de daad die voortvloeit uit vergevingsgezindheid. We schreven dat er allerlei redenen kunnen zijn die het komen tot vergeving bemoeilijken. De ernst van een belediging, conflict of schadelijke handeling weegt mee bij het nadenken over vergeving. Vaak zijn conflicten chronisch en langslepend, terwijl de oplossing ogenschijnlijk binnen handbereik ligt. Het gaat dan over geld, materiële goederen of bepaalde posities. Het probleem is veelal om te komen tot erkenning van verkeerde of onhandige daden, waarbij het vergeven voor de andere partij ontzettend moeilijk kan zijn. Brandjes worden eerder opgepord dan geblust. In het vorige artikel hebben we laten zien dat dit tegen Gods Woord is. In dit artikel willen we ingaan op die situaties die veel ingewikkelder zijn dan de kwesties die ‘slechts’ over geld en goed gaan.
Misdrijf
Als er sprake is van aantasting van de lichamelijke en psychische integriteit van kinderen, jonge mensen, vrouwen of mannen -denk aan incest, mishandeling of een ander misdrijf-gaat het om zeer ernstige zaken, waarin uiterst zorgvuldig en voorzichtig gehandeld moet worden. In het Oude Testament moest in een aantal gevallen zelfs de doodstraf worden voltrokken vanwege de ernstige inbreuk op Gods rechtsorde. Ook al leven we niet meer in die tijd, iedereen kan aanvoelen dat men bij deze ernstige gebeurtenissen niet lichtvaardig tot vergeving over kan gaan. De gebeurtenissen zijn zeer beschadigend. De slachtsoffers hebben een trauma opgelopen en gaan daar nogal eens hun leven lang onder gebukt. Zo’n slachtoffer worstelt vaak met de vraag of het zelf niet heeft meegewerkt of aanleiding heeft gegeven tot het gedrag van de dader. De dader suggereert dat nogal eens, in een poging de schuld deels af te schuiven. Vervolgens wordt het slachtoffer ook nog eens een gebrek aan vergevingsgezindheid verweten. Laat duidelijk zijn dat een slachtoffer geen schuld in de schoenen geschoven mag worden als het slachtoffer minderjarig is of in het geval er sprake is van een gezagsof afhankelijkheidsrelatie. Met een gezags- of afhankelijkheidsrelatie bedoelen we dat de positie tussen dader en slachtoffer niet gelijkwaardig is. Het gaat dan om de relatie volwassene-kind, docentleerling, maar ook in de situatie van hulpverlener-hulpvrager en ambtsdrager-gemeentelid. Een slachtoffer heeft -zeker in die gevallen-hulp nodig. Een onderzoek naar hun rol in het misdrijf is dan uiterst pijnlijk: het gaat om slachtoffers!
Recht op vergeving?
De vraag kan gesteld worden of een slachtoffer pas kan vergeven wanneer vergelding plaats heeft gehad. De vergelding komt ons als individu niet toe. De overheid, als Gods dienares, mag en moet wreken (Rom. 13:4). Niet vergelding, maar berouw en de vraag om vergeving staan centraal als het gaat over de vraag wanneer tot vergeving kan worden overgegaan. In heel deze problematiek moeten we ook bedenken dat het slachtoffer in eerste instantie meer recht heeft op zorg dan de overtreder. Voor een misdrijf kunnen we nooit begrip opbrengen, maar er moet ook oog zijn voor de dader als persoon. En het is ook goed om te proberen te begrijpen waarom een dader zover is gekomen, zodat deze op zo’n manier behandeld kan worden dat hij of zij werkelijk schuld zal belijden en niet meer in herhaling valt. Recht op vergeving is er in de Schrift niet, maar wel plicht tot vergeving. De overtreder heeft recht op straf of bestraffing. Het slachtoffer past in de rij van nooddruftigen, ellendigen en degenen die geen helper hebben (Ps. 72:12). En over zulken laat de Heere in het bijzonder Zijn zorg blijken. En daarom draagt Hij de zorg voor hen ook nadrukkelijk op aan overheden.
Blokkade
Als ons groot onrecht of kwaad is aangedaan, roept dat gevoelens op van verdriet, haat en wrok. Deze gevoelens kunnen een blokkade zijn om echt te vergeven. Hóé diep de ander ook buigt, het is in onze ogen niet snel diep genoeg. Door onze diep gekwetste gevoelens kunnen we zulke onredelijke eisen stellen aan de ander, dat hij, hoe berouwvol hij ook is, nooit aan onze maat voldoet. Ten diepste zijn we dan aan het vechten, en wel vooral met onszelf. We gaan -vanuit ons gekwetste gevoeleisen stellen aan de blijken van oprechtheid van het berouw. De ander moet ons dan eigenlijk overtuigen van de diepte van zijn berouw. Dit gevecht met eigen gevoelens staat de verwerking van wat ons is aangedaan in de weg en maakt vergeving vrijwel onbereikbaar. We moeten proberen de ander geen juk op te leggen en de mate en diepte van het berouw van de ander niet tot onze verantwoordelijkheid te maken. Een ieder is verantwoordelijk voor zijn eigen daden en gevoelens, niet in het minst tegenover de Heere.
Te snelle vergeving
De gezindheid om te vergeven moet er altijd zijn, maar het moment waarop die vergeving plaats vindt, is van groot belang. Allereerst mag de vergeving nooit afgedwongen worden, elke vorm van dwang heeft een tegengesteld effect en roept alleen maar meer frustraties op. Daarnaast mag er niet te snel vergeven worden. In dat geval is het risico groot dat na verloop van tijd blijkt dat er toch nog veel is blijven liggen wat opgeruimd had moeten worden. We kunnen uit barmhartigheid, medelijden of meegaandheid alles vergeven, terwijl achteraf blijkt dat niet alles wat besproken had moeten worden op tafel is geweest. Er doen zich dan nieuwe feiten op, waar eigenlijk niet meer op teruggekomen kan worden. Bij te snel vergeven is het risico groot dat er later toch weer een onbehaaglijk gevoel of zelfs nieuwe spanningen ontstaan.
Van loslaten is dan geen sprake en échte vergeving heeft dan niet plaatsgevonden. Wérkelijke schuld erkennen en wérkelijk vergeven maakt dat beide partijen weer gelijkwaardig zijn geworden. Bij te gemakkelijke en te snelle vergeving blijft het slachtoffer zitten met een onverwerkt gevoel van gekwetst te zijn en kan de dader het gevoel krijgen dat hij altijd achtervolgd zal blijven door wat hij misdaan heeft. Het boek gaat dan nooit dicht. Bij echte vergeving is een nieuw begin mogelijk. Niet alles zal zomaar vergeten kunnen worden, maar de vergeving heeft het gebeurde zo bedekt dat de pijn en het verdriet er -bij tijd en wijle- uit weg zijn.
Herstel van relatie?
Vergeving is niet zozeer een gevoel. Het is veel meer een bewust afstand doen van datgene wat je tegen iemand hebt. Het kan ook zijn dat er -door omstandigheden2 - niet over vergeving gesproken kan worden, maar dat het overgegeven wordt in de hand van de Heere. Vergeving heeft dus meer te maken met een uiting van de wil dan van het gevoel. De wil en het gevoel gaan meestal niet gelijk op. Daarom is er ook tijd nodig. Dit is ook de reden dat vergeving lang niet altijd leidt tot volledig herstel van relatie. Het is ook niet nodig om na vergeving elke week bij elkaar op bezoek te gaan. Enige afstand in de relatie wil echter niet zeggen dat de vergeving niet echt of gemeend is geweest. Het is een gevolg van de gebrokenheid van dit leven, maar het behoeft niet in de weg te staan dat er zelfs vergeving kan worden gegeven aan iemand die maar zuinig is met zijn schuldbekentenis en waar het berouw nauwelijks zichtbaar is.
Opgave en geschenk
Wat zou het leven er anders uitzien als bij ruzies, conflicten en problemen meer het gebod van de naastenliefde en de vergevingsgezindheid op de voorgrond zouden staan dan het willen rechtzetten van aangedaan onrecht. De Bijbel wijst ons de rechte weg om te vergeven. De Heere leert ons in Zijn Woord dat vergeven niet uitsluitend een opdracht of opgave is, maar ook een geschenk, een gave die Hij wil schenken. Om te kunnen vergeven is ten diepste genade nodig. Het kost veel moed en zelfverloochening om daadwerkelijk en oprecht tot vergeving te komen. Op de vraag hoe de Heere vergevingsgezindheid wil geven, handelt Zondag 51 van de Heidelbergse Catechismus waarin het gaat om de vijfde bede: ‘Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren’. Het antwoord van de Catechismus op deze bede is allesomvattend: ‘Wil ons, arme zondaren, al onze misdaden, en ook de boosheid, die ons altijd aanhangt, om des bloeds van Christus’ wil niet toerekenen, gelijk wij ook dit getuigenis Uwer genade in ons bevinden, dat ons ganse voornemen is onze naaste van harte te vergeven.’
Noten
1 Vergevingsgezind, De Wachter Sions d.d. 16 maart 2023
2 Het kan zijn dat iemand niet mee wil werken of reeds gestorven is. In de laatste alinea van het vorige artikel hebben we iets geschreven over aanvaarding, bevrijding en een zekere afronding in die situatie.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's