De heilige oorlog (119)
Vleiende taal
Diábolus ziet zijn kans schoon Mensziel aan te vallen, omdat de stad zich het ongenoegen van Prins Immanuël op de hals heeft gehaald. De inwoners worden ontdekt aan hun afwijken en smeken dan om hulp. De Opperste Geheimschrijver lijkt hen echter in de steek te laten. Diábolus valt aan met twintigduizend Twijfelaars, maar Mensziel is tijdig in staat van verdediging gebracht. De hoop herleeft als men de woorden van de Opperste Geheimschrijver nog eens goed overweegt. Diábolus’ leger wordt bekogeld met een regen van stenen en moet terugtrekken. Maar de reus heeft meer pijlen op zijn boog …
De nieuwe opzet van Diábolus
Diábolus ziet dat zijn kapiteins, soldaten en beroemde generaals geschrokken zijn en zijn verslagen door de stenen uit de gouden slingers van de Prins van Mensziel. Hij bedenkt daarom wat anders en zegt: ‘Ik zal proberen Mensziel door onderdanige en vleiende woorden te vangen in mijn net.’
Na enige tijd komt hij weer naar de stadsmuur, nu niet met zijn trommels of met kapitein Graf, maar met lippen die suikerzoete woorden spreken. Hij lijkt een vredelievende prins met een mond vol liefde, die het goede, het welzijn en het voordeel van de stad op het oog heeft, en niet van plan is zich te wreken voor de behaalde verliezen.
De toespraak van Diábolus
- De goede, oude tijd
Diábolus roept Mensziel op gewillig te luisteren en zegt dan: ‘O, mijn geliefde en beroemde stad Mensziel! Hoeveel nachten heb ik doorgebracht en wat heb ik mezelf afgetobd om te bedenken hoe ik jullie misschien het goede zou kunnen geven. Verre, zeer verre is het er vandaan dat ik ernaar verlang om oorlog met jullie te voeren, als jullie je maar gewillig en rustig aan mij onderwerpen. Jullie weten dat je vroeger al mijn eigendom was. Herinneren jullie je niet meer dat, zolang als jullie je in mij als je heer verheugde en ik mij verheugde in jullie als mijn onderdanen, jullie niet meer wensten dan al het goede van deze aarde? Jullie konden bij mij als je heer en prins alles krijgen wat je wilde. Ik zorgde voor alles wat jullie mooi vonden en blij kon maken. Vergeet niet dat jullie, toen jullie mij dienden, nooit zoveel moeilijke, duistere, lastige en hartverscheurende tijden hebben gekend, zoals jullie die wel hebben gekend nadat jullie tegen mij in opstand kwamen. En jullie zullen nooit meer vrede hebben, totdat wij weer samen zullen zijn zoals vroeger.’
- Een geweldige toekomst
‘Maar als ik jullie weer als mijn vrienden mag verwelkomen en omhelzen, dan schenk ik jullie weer de oude voorrechten en gunsten. Ja, ik zal ze overvloedig vermeerderen. Jullie krijgen de vrijheid om alles wat er te genieten valt, van oost tot west, voor jezelf te nemen, vast te houden en tot je eigen bezit te maken. Daarnaast zal ik jullie nooit, zolang zon en maan zullen schijnen, aanklagen vanwege de onbeleefdheden waarmee jullie mij beledigd hebben. Ook zal niet een van mijn dierbare vrienden, die uit angst voor jullie verstopt zijn in holen en gaten om daar op jullie te loeren, jullie schade en schande aandoen. Ja, zij zullen jullie knechten zijn en jullie dienen naar al hun vermogen, wat er ook gebeurt. Ik hoef niet meer over hen te vertellen, want jullie kennen hen en hebben je al enige tijd in hun aanwezigheid verblijd. Waarom zullen we nog langer in vijandschap met elkaar leven? Laten we onze oude samenwerking en vriendschap vernieuwen.’
- Een dreigende houding
‘Verdraag mij als je vriend. Ik ben nu zo vrij om zo open tot jullie te spreken. De liefde tot jullie dwingt mij en mijn hart klopt van verlangen om het goede voor jullie te zoeken. Dwing me niet langer om jullie tot last te zijn en bewaar jezelf voor nog meer angst en vrees. Doe wat je goed lijkt, hetzij in een weg van vrede of van oorlog. Maar bedrieg jezelf niet door te vertrouwen op de macht en kracht van jullie kapiteins, of dat Immanuël jullie spoedig te hulp komt schieten. Verheug je daar niet op.
Ik trek tegen jullie op met een sterk en moedig leger. Al de machtige vorsten van de hel staan aan het hoofd daarvan. Bovendien zijn mijn kapiteins sneller dan adelaars, sterker dan leeuwen en roofzuchtiger dan avondwolven. Wat voor reus was Og van Basan? En Goliath van Gath? Wat betekenen honderd zulke reuzen voor een van de minste van mijn kapiteins? Hoe denkt Mensziel dan te kunnen ontsnappen aan mijn hand en kracht?’
Suikerzoet en toch bedreigend
In het vorige artikel zagen we dat Bunyan laat ontdekken dat er in de bestraffingen van de Heere toch hoop kan liggen. Nu laat Bunyan zien dat in de mooie bedoelingen van satan toch een dreiging is te vinden. De Heere gebruikt bestraffingen om de Zijnen te redden, de satan vleit Gods kinderen door ze bevreesd te maken en hen daardoor te laten omkomen.
Valse tong
Een terugtrekkende satan is nog geen verslagen satan. Hij bedenkt weer wat anders. Als geweld niet lukt, dan gaat hij het proberen met vleiende lippen. Hij gaat zijn slangentong weer gebruiken in de strijd. Valsheid te spreken met vleiende lippen is spreken met een dubbel hart (Ps. 12:3). Het hart denkt anders dan de mond spreekt. Zij scherpen hun tong als een slang; heet addervergift is onder hun lippen. Sela. (Ps. 140:4).
Gelukkig heeft David ook wat anders mogen schrijven: Een man van kwade tong zal op de aarde niet bevestigd worden; een boos man des gewelds, dien zal men jagen, totdat hij geheel verdreven is. Ik weet dat de HEERE de rechtszaak des ellendigen en het recht der nooddruftigen zal uitvoeren. Gewisselijk, de rechtvaardigen zullen Uw Naam loven; de oprechten zullen voor Uw aangezicht blijven (vs. 12-14). Dat kan alleen, omdat van Christus, Die schoner is dan de mensenkinderen, gezegd kan worden: Genade is uitgestort in Uw lippen (Ps. 45:3b). Wat een oneindig verschil tussen de lippen van satan en de lippen van Christus!
Valse liefde
Om zijn woorden kracht bij te zetten, verwijst satan eerst naar zijn bewogenheid met de ziel. Hij zegt de ellende van de mens niet te zoeken, maar rust en vrede. Daarom wijst hij op het verleden, toen de mens nog in rust leefde, onbekend met zijn vreselijke staat buiten God. Hij weet dat de mens een rustzoeker is. Daar kan hij wel aan voldoen, al is het een valse rust. En daarom is zijn liefde een valse liefde. Wat een oneindig verschil met de liefde van de Vader: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe! (Joh. 3:16).
Valse argumenten
Deze bedrieglijke duivel laat het zelfs voorkomen alsof hij de eigenaar van alles, ja zelfs van ieder mens is. We hoeven hem alleen maar te voet te vallen en we zullen alles krijgen wat we begeren. Zo speelt hij in op de begeerten van de oude mens.
Het valse argument als zou hij alles bezitten en kunnen geven, gebruikte hij ook toen Jezus veertig dagen door de woestijn had gezworven. Hij wist dat Jezus een zware strijd te wachten stond om de Zijnen te kunnen redden. Maar volgens hem kan het ook anders. Jezus hoeft alleen maar voor hem te bukken en hem te aanbidden (Matth. 4:9). Hij gedraagt zichzelf als een vorst en overste van deze wereld. Hij misbruikt ‘dikwijls, door Gods toelating en rechtvaardig oordeel tegen de zonden der mensen, de eer en de rijkdommen der wereld, om de mensen te verleiden’ (zie de kantt. bij Luk. 4:6). Maar wat hem niet lukte bij Gods Zoon zal hem daarom ook uiteindelijk niet lukken bij ook maar één van Gods kinderen.
Satan probeert een heerlijke toekomst te tekenen voor hen die hem dienen. Maar het is alles een schijnheerlijkheid. Hij is erop uit om te verslinden (1 Petr. 5:8). Een ander argument is dat hij onoverwinnelijk zou zijn. Zijn ware aard komt naar boven. Hij wil hiermee angst inboezemen. Hij wijst op oudtestamentische reuzen: koning Og (zijn bed was zo’n drie meter lang en ongeveer anderhalve meter breed!) en reus Goliath. Hij verzwijgt echter wijselijk hoe het met deze reuzen is afgelopen: beiden zijn ze in de strijd tegen Israël omgekomen. Zo laat satan zich kennen als de verleider, de bedrieger en de moordenaar van de ziel. Wat een oneindig verschil met Hem, Die de Waarheid is en nog steeds spreekt: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven! (Joh. 14:6b).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's