Een eenzame mus
Ik waak, en ben geworden als een eenzame mus op het dak. Psalm 102: 8
Geliefde lezer(s), de Psalm, waaruit het woord van onze overdenking is gekozen, is een gebed des verdrukten. De onbekende dichter geeft hier zijn innerlijk geestelijk leven weer; het is een uiting van grote nood, maar ook hoe de HEERE daarin heeft willen tonen dat Hij regeert.
De verklaarders denken dat het ziet op de jaren van de Babylonische ballingschap en men als een vreemdeling moest verkeren in een land, zo ver verwijderd van hun eigenlijke woonplaats. De stad Jeruzalem lag in puin en de tempel, dat heilige Godsgebouw, was met vuur verbrand. Deze Psalm doet ons weten hoe de dichter daar onder gesteld was. Zijn hart was als het ware doorstoken van innerlijke smart. Maar zie, daar in dat verre en vreemde, wilde de Heere hem een gebed geven. Wat een wonder is het, als dat mag gebeuren.
De dichter gebruikt beelden om zijn grote nood weer te geven. Eén daarvan is wat in onze tekst staat, te zijn als een eenzame mus op het dak. Dat wil toch veel zeggen. Het is zelfs spreekwoordelijk geworden voor een kind des Heeren, dat zich verlaten voelt. Het ergste van alles is, te verkeren onder de verberging van Gods vriendelijk aangezicht, waardoor het donker is van binnen. Het is benauwd te zijn, van binnen en van buiten. O, droevige tijden toch. Dan wordt het wonder des te groter als het anders mag worden.
In deze uitdrukking ligt dus meer, dan alleen van mensen verlaten te zijn. Dat is zeker ook een smartelijke zaak. Er zullen er onder de lezer(s) wel zijn, die weten wat dit inhoudt. Ook onder ons is veel eenzaamheid. Men voelt zich als een eenzame mus op het dak. Er ligt iets wonderlijks in deze woorden. Mussen leven normaal in kolonies, dat wil zeggen in groepen van 10 tot 20 bij elkaar. Ze zijn bijna nooit alleen. O, wat een lawaai kan zo’n groep maken, zeker als we ze wat bijvoeren.
Maar dan één, die geheel alleen is, die zo alleen op het dak zit. Van alle andere verlaten? Daar moet toch een reden voor zijn, zouden we denken. Als we het geestelijk overbrengen, is het iemand die zich verlaten voelt van God en mensen. Aan niemand ons hart kwijt te kunnen, niet verstaan en begrepen te worden. Een raadsel voor zichzelf en voor anderen te zijn. Wat is dit toch een pijnlijke zaak. Toch geloven we dat als de Heere in ons hart gaat werken, we zo’n afgezonderde van de grote groep worden. Er komt een treuren en wenen over onze zonden en ongerechtigheid.
Zeker, het pad dat zulke afgezonderden hebben, is en blijft in de eerste plaats een éénmanspad. Het ligt dan tussen de Heere en onze ziel. Wat daar ligt, moet vereffend worden. Iedere keer maar weer opnieuw. Dat kan alleen, wanneer er weer een opening mag vallen van ’s hemelswege en het Goddelijk welbehagen in Christus Zich mag ontsluiten. Dat geeft een totale verandering. Toch is deze bijzondere klacht, te zijn als een eenzame mus op het dak, kenmerkend voor onze tijd. Een tijd, waarin zo weinig geestelijk leven gevonden wordt. Waar mag het nog zijn? Zo hier en daar vindt men er één, voor wie in een rechte weg Christus alles voor de ziel geworden is. Zeker, het is nooit veel geweest. Eén uit een stad en twee uit een geslacht, maar nu zeker.
Zie, dan is het zo groot als de Heere iemand op onze levensweg brengt aan wie we met bijzondere geestelijke banden verbonden worden. Eén van hart en één van zin. Philpot schrijft ergens, dat elk van Gods kinderen zo’n metgezel krijgt, als David en Jonathan. Dan vallen er banden vanuit de eeuwigheid vandaan. Deze kunnen wel rekken, maar zullen nooit helemaal verbroken worden. We kunnen het ook zo weergeven: Als zo’n eenzame mus op het dak, eens zo’n andere mus ontmoet, dan hebben ze zoveel
waar ze over spreken kunnen. Het is over hun doorleefde eenzaamheid. Het verstaan van elkaars klachten, maar ook Wie Christus voor hun ziel geworden is. Ik vrees dat het een bijzonder oordeel is, dat in onze tijd de levende Kerk zo verdeeld ligt; dat men niet meer samen kan gaan. Broeders van hetzelfde huis gescheiden leven. Het is niet goed… . Zeker nu de oordelen zo laag hangen en in de tekenen der tijden het geruis van Christus’ voetstappen te horen is. Het zou zo goed zijn als Psalm 102 in zijn totaliteit onze Psalm zou worden. Het is een gebed des verdrukten, als hij overstelpt is. Een boetpsalm. Er liggen zoveel redenen waarvoor we ons moeten wegschamen voor Gods aangezicht.
Eén is er geweest, Die juist in de donkerste nacht van Zijn leven hier op aarde, door allen verlaten werd. Het is Christus, Die dit Zelf moest ondervinden, terwijl er zulk een onbeschrijfelijke benauwdheid Hem overviel en de vijand aankwam als een stroom. De grootste verlating was de inwendige, aan het kruis. Het is daar waar geworden: Ik heb de pers alleen getreden en niemand van de volkeren was met mij (Jes. 63:2). De bitterste druppel van Zijn lijdenskelk was de drie-urige duisternis, die eindigde met de klacht: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Dat heeft Hij willen doen opdat helwaardige en verdoemelijke zondaren opgehaald zouden worden uit hun vreselijke staat en in de gunst en de gemeenschap des Heeren teruggebracht. Wat groot is het dan, als na een doorleefde verlatenheid, een eenzaam musje weer bezocht mag worden met Gods heil. Dan mag men in de Heere alles vinden. Die verlustiging in Hem: Christus is dan alles en in allen. Het samenstemmen daarin met de anderen van Christus’ onderdanen. Zie ze daar zitten: Twee eenzame musjes, hoor ze daar spreken, kijk naar hun ogen … ze zijn niet eenzaam meer. O, nee, het mag dan zijn: Ze zagen niemand anders dan Jezus alleen. Kent u daar wat van, geliefde lezers, het is medicijn tegen alle kwaad.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's