Het Godgeheiligd zaad

Geliefde lezers, wat zijn bovenstaande woorden tot grote bemoediging voor de tijd waarin wij leven. Ondanks dat er op allerlei gebied zoveel droevige en moedbenemende ontwikkelingen waar te nemen zijn, zal de ontwikkeling van het Goddelijk welbehagen door de hand van Christus altijd gelukkiglijk blijven voortgaan. Daarvan getuigen de woorden van onze overdenking: Het zaad zal Hem dienen; het zal den Heere aangeschreven worden tot in geslachten. Zij zullen aankomen en Zijn gerechtigheid verkondigen den volke dat geboren wordt; omdat Hij het gedaan heeft.

O, wat een gezegende zekerheid ligt er opgesloten in de woordjes ’zal’ en ’zullen’! De toebrenging en zaligheid van Gods Kerk is niet gebouwd op een zandgrond, maar op de onwankelbare grond van Gods eeuwig, soeverein welbehagen. Daarom heeft de Kerk toekomst. Daarom zal er altijd een zaad zijn dat Christus zal dienen, zelfs in de donkerste en meest moedbenemende tijden! Kinderen van satan zullen door Gods genade kinderen van God worden; haters van God en liefhebbers van de zonde zullen haters van de zonde en liefhebbers van God worden. Slaven van de zonde zullen gewillige dienaren van Christus worden. O, dat wonder van vrije, soevereine en krachtdadige genade!

Geestelijk zaad

Het zaad waarover in onze tekstwoorden gesproken wordt is een geestelijk zaad, van voor de grondlegging der wereld door de Vader verkoren, in de tijd door Christus gekocht met de prijs van Zijn dierbaar hartenbloed, en in de tijd door Gods Geest wederom geboren. Van nature behoren wij allen tot het slangenzaad, de dienstknechten van zonde en satan. Wat de Heere Jezus tegen de Joden zei, is ook op ons van toepassing: Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne (Joh. 8:44). De Heere Jezus wist dat de Joden er zich op beroemden dat zij Abrahams zaad waren. En dat waren zij ook, maar tegelijkertijd behoorden zij tot het slangenzaad, want zij wensten Hem te doden. Daarom zei de Heere Jezus: Gij zijt uit den vader den duivel. Laten we ons echter niet boven hen verheffen, want ook wij dragen hetzelfde Godevijandige bestaan in ons om.

Wij zijn evenals de Joden bevoorrecht. Leven wij niet onder de openbaring en de bediening van het verbond der genade? Wordt Christus ons niet verkondigd als de enige, volkomen en getrouwe Zaligmaker van verloren zondaren? Jazeker! Maar behoren we daarmee tot het geestelijk zaad, tot de ware onderdanen van Koning Jezus? Nee, alleen als ons hart door Gods Geest vernieuwd wordt, gaan we tot het geestelijke zaad behoren. Dit uitverkoren zaad, deze geestelijke nakomelingen, heeft de Vader in Christus tot het eeuwige leven uitverkoren. Hij heeft voor dit zaad gezorgd. Hij heeft hen aan Zijn lieve Zoon gegeven, om als Borg en Middelaar in hun plaats het rechtvaardige oordeel Gods over de zonde te ondergaan. En Hij heeft dit oordeel ondergaan! Alle baren en golven van Gods oneindige toorn zijn over Hem gegaan. Hij heeft de lijdensbeker tot de laatste druppel toe geledigd, en daarna met grote stem uitgeroepen: Het is volbracht. Hij heeft de rekening van en voor Gods Kerk betaald, volkomen voldaan! Zo heeft Christus Zijn geestelijk zaad met Zijn dierbaar bloed gekocht. Daarom zal dit zaad ook in de tijd worden toegebracht! Jesaja’ profetie zal tot de voleinding der wereld in vervulling blijven gaan: Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien (Jes. 53:10b). Onze geachte kanttekenaren wijzen er ons op dat, als vrucht van Christus’ lijden en sterven, het getal van Jezus’ ware volgelingen zeer zou toenemen, vooral als na Zijn gezegende hemelvaart de Heilige Geest op de apostelen en dienaren van het Evangelie zou worden uitgestort. Dan zou er een groot getal gelovige kinderen geboren worden uit het onvergankelijke zaad van het Woord van God.

Tot in het duizendste geslacht

Geliefde lezers, de vervulling van deze dierbare belofte gaat door tot de laatste uitverkorene zal zijn toegebracht. Wat is het toch gelukkig dat de vervulling van deze belofte niet van enig mens afhangt! Anders zou er niet één komen. Maar juist omdat er staat: Zij zullen aankomen, daarom alleen zullen zij getrokken worden met koorden van goedertierenheid. Daarom zullen zij komen met smeking en geween; daarom zullen zij op Gods tijd ook komen met blijdschap en verheuging. Weet u wanneer in het bijzonder? Als zij iets van de kracht van Christus’ volkomen gerechtigheid mogen ondervinden. Dan gaan zij die gerechtigheid anderen aanprijzen. Onder hen zullen er echter ook zijn die door de Koning van de Kerk geroepen worden om als dienaar van het Goddelijke Woord op de Evangeliebazuin te blazen. Zij mogen en moeten op een bijzondere wijze Christus’ gerechtigheid verkondigen tot verlossing van doodschuldige zondaren. Deze getrouwe Evangelieprediking zal de Heere gebruiken voor de generaties die nog geboren zullen worden. God zal Zijn waarheid nimmer krenken, maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Zijn Woord wordt altoos trouw volbracht. Tot in het duizendste geslacht (Ps. 105:5, ber.) Hoe troostrijk zijn in dit verband ook de woorden die de Heere eenmaal heeft gesproken door de mond van Jesaja: Mij aangaande, dit is Mijn Verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest, Die op u is, en Mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, die zullen van uw mond niet wijken, noch van den mond van uw zaad, noch van den mond van het zaad uws zaads, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid toe (Jes. 59:21). Van dit alles zal de volzalige, Drie-enige God alle lof, eer en aanbidding ontvangen! Zo eindigen de woorden van onze overdenking: Omdat Hij het gedaan heeft. De Kanttekenaar schrijft hierbij: ’Omdat Hij dit wonderwerk der genade, deze gerechtigheid en zaligheid alleen bereid, gewrocht en uitgevoerd heeft.’ Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen! In de verheerlijking van de Drie-enige God vindt dat uitverkoren, Godgeheiligde zaad bij tijden haar hoogste lust en vermaak. Niet ons, o Heere, niet ons, maar Uw Naam zij eeuwig al de ere.

Een indringende vraag

Geliefde lezer, tot welk zaad behoort u? Behoort u nog steeds tot het slangenzaad? Dan dient u nog steeds de duivel en leeft u tot oneer van uw getrouwe Schepper en Weldoener. O, zeg satan de dienst toch op, want als u hem blijft dienen, zult u op de dag des oordeels uit Christus’ mond moeten horen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is (Matth. 25:41). Daarom bidden we u nu nog van Christuswege, alsof God door ons bade: Laat u met God verzoenen (2 Kor. 5:20) Volk des Heeren, wat zult u op die grote en doorluchte dag des Heeren uit Christus’ mond horen? Nee, u zult niet te horen krijgen wat u zich zo vaak hebt waardig gekeurd: Gaat weg van Mij, gij vervloekten. Nee, u zult tot uw eeuwige verwondering en aanbidding déze gezegende woorden uit Christus’ mond mogen horen: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders, beërft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld (Matth. 25:34). Het Godgeheiligd zaad zal ’t gezegend aardrijk erven, omdat Hij het gedaan heeft!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen