Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van bezetene tot prediker van vrije genade

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van bezetene tot prediker van vrije genade

Doch Jezus liet hem dat niet toe, maar zeide tot hem: Ga heen naar uw huis tot de uwen, en boodschap hun wat grote dingen de Heere u gedaan heeft, en hoe Hij Zich uwer ontfermd heeft. En hij ging heen en begon te verkondigen in het land van Dekápolis, wat grote dingen hem Jezus gedaan had; en zij verwonderden zich allen. Markus 5:19, 20

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geliefde lezers,

Wat is het in deze tijd, waarin de vorst der duisternis niet alleen rondgaat als een briesende leeuw, maar zich ook steeds vaker verandert in een engel des lichts, tot grote bemoediging dat Jezus gezegd heeft: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde (Matth. 28:19). Deze gezegende en eeuwig levende Koning van Gods Kerk heeft op Golgotha’s kruisheuvel satans harige schedel geveld. Dat satan aan Christus onderworpen is, blijkt duidelijk uit de genezing van de woeste, ontembare Gadareense bezetene. Op Christus’ bevel moest de onreine geest deze bezetene loslaten. En dat het niet één maar zeer vele onreine geesten zijn geweest die deze bezetene in hun greep hadden, blijkt wel als we lezen dat al de duivelen Jezus baden, zeggende: Zend ons in die zwijnen, opdat wij in dezelve mogen varen. En Jezus liet het hun terstond toe. En de onreine geesten, uitgevaren zijnde, voeren in de zwijnen; en de kudde stortte van de steilte af in de zee (daar waren er nu omtrent tweeduizend) en zij versmoorden in de zee (vs. 12, 13).

Uit de banden verlost

Het verzoek van deze duivelen werd door Jezus ingewilligd om deze bezetene uit satans macht en heerschappij te verlossen. Hij was een verkorene des Vaders voor wie Christus Zijn dierbaar hartenbloed zou gaan storten. Het ogenblik was aangebroken dat hij getrokken zou worden uit de macht der duisternis, en overgezet zou worden in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde (Kol. 1:13). Met dit doel was Jezus naar het land van de Gadarénen gekomen. De duivelen brulden wel door middel van de bezetene: Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zone Gods des Allerhoogsten? Maar wat God in de stilte der nooit begonnen eeuwigheid tot Zijn eer besloten had, zou zonder hindering voortgaan. De duivel deed en doet niet anders dan Gods werk tegenstaan, maar tegenhouden kan hij het gelukkig niet. God regeert en zal Zijn almacht tonen! Op Jezus’ bevel moest de duivel zijn prooi loslaten. Zo werd deze bezetene van een buit van satan tot een bruid van Christus. Eens was deze man zo woest en wild dat niemand hem had kunnen temmen, en nu zit hij rustig en bedaard op de grond; eens was hij naakt en buiten zinnen, en nu is hij gekleed en wel bij zijn verstand. O, wat is Gods genadewerk toch een onwederstandelijk en wonderlijk werk!

Die God leeft nog

Jongere en oudere lezers, die God leeft nog! Hoewel we allen om eigen schuld onder satans macht en heerschappij zijn gekomen, Hij Die in gerechtigheid spreekt is machtig om ons daaruit te verlossen (Jes. 63:1). Bent u door uw zondige nieuwsgierigheid nog verder verstrikt geraakt in de strikken van de vorst der duisternis, en zijn de banden van zonde en satan u gaan knellen? Zucht u om daaruit verlost te worden, maar weet u niet hoe? O, neem dan toch de toevlucht tot de gezegende Zaligmaker van gebonden en gevangen zondaren, en smeek Hem om verlost te mogen worden. Hij heeft Zich uit eeuwige liefde tot de Zijnen vrijwillig laten binden om de banden van zonden en satan in hun leven te ontbinden. Hij is door Zijn Vader gezonden om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis (Jes. 61:1). Hij kan, én wil, én zal volkomen zalig maken degenen die door Hem tot gaan (Hebr. 7:25a).

Leven met óf zonder Jezus

Voordat Jezus het land der Gadarénen op hun aanhoudend verzoek verliet, richtte de genezen bezetene nog een verzoek tot Jezus. We lezen in vers 18: En als Hij in het schip ging, bad Hem degene die bezeten was geweest, dat hij met Hem mocht zijn. Hij wilde daarmee als het ware zeggen: ’Heere, ik zou zo graag dicht bij U willen zijn. Mag ik daarom met U mee?’ Wat een contrast met het verzoek van de Gadarénen! Zij zagen Jezus liefst zo snel mogelijk uit hun landpalen vertrekken, en deze man wilde het liefst zo dicht mogelijk bij Jezus zijn. Wat een innige verbondenheid aan Jezus sprak hij met dit verzoek uit! Volk des Heeren, u weet hoe onuitsprekelijk dierbaar het is om in Jezus’ nabijheid te mogen zijn. Wandelen in het licht van des Konings aangezicht is het ware leven voor uw ziel. Dan mag u op een bijzondere wijze Zijn liefde, gunst en gemeenschap ondervinden, en mag u met Asaf instemmen:

’t Is mij goed, mijn zaligst lost,

nabij te wezen bij mijn God.

’k Vertrouw op Hem, geheel en al,

Den HEERE, Wiens werk ik roemen zal.

Zoek toch veel in de gemeenschap met uw dierbare Koning te leven.

Leeft u echter nog buiten Jezus voort? Is dit tijdelijk leven uw een en al? Hebt u geen behoefte aan Zijn gemeenschap? O, wat bent u dan toch ontzettend arm en ongelukkig! U weet niet wat u mist. Dan geldt van u wat Asaf in het eerste gedeelte van Psalm 73:14 zingt:

Wie, ver van U, de weelde zoekt,

Vergaat eerlang, en wordt vervloekt;

Gij roeit hen uit die afhoereren,

En U den trotsen nek toekeren.

Nu roept de Heere u nog tot bekering: ’Bekeert u, bekeert u, want waarom zoudt gij sterven? Wendt u naar Mij toe, wordt behouden. Komt tot Mij, want bij Mij is genade te verkrijgen voor de grootste en voornaamste der zondaren. Mijn bloed reinigt van alle zonden!’ O zondaar, zondares, wat hebt u toch op deze dierbare Zaligmaker tegen? Wij bidden u van Zijnentwege: Laat u met God verzoenen (2 Kor. 5:20).

Geroepen én gezonden

Dit dierbare evangelie van vrije genade moet de genezen bezetene gaan verkondigen. Jezus wijst zijn verzoek om bij Hem te mogen blijven af, want hij moet Gods grote daden gaan verkondigen in het land der Gadarénen. Jezus geeft hem daartoe een Goddelijke roeping en zending: Ga heen naar uw huis tot de uwen, en boodschap hun wat grote dingen de Heere u gedaan heeft, en hoe Hij Zich uwer ontfermd heeft. Was het geen grote zaak dat God de Vader hem van eeuwigheid had uitverkoren? Was het geen grote zaak dat Christus voor hem naar deze wereld was gekomen en hem in het land der Gadarénen had opgezocht om hem te verlossen van een legioen duivelen? Waarom was het op hem gemunt? Het antwoord hierop had hij nu zielsbevindelijk geleerd: Door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen! Wat zal er een sprake van deze prediking uitgegaan zijn! Zij verwonderden zich allen, zo lezen we aan het einde van vers 20. Hopelijk is het daar niet bij gebleven, maar is het woord van deze prediker een reuke des levens ten leven voor hen geworden.

Het is onze hartelijke verzuchting of de Heere ons nog veel van zulke predikers wil schenken. Predikers die zichzelf als bezetenen hebben leren kennen, maar die ook geroepen en gezonden zijn om te verkondigen de deugden Desgenen Die hen uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht (1 Pet. 2:9).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Van bezetene tot prediker van vrije genade

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's