Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heilige oorlog (87)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heilige oorlog (87)

Mensziel gerechtvaardigd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prins Immanuël heeft de inwoners opgeroepen waakzaam en nuchter te zijn. Nu gaat hij de stad een ereteken geven.

Nieuwe klederen

Het duurt niet lang voordat de dag komt dat de stad een ereteken zal krijgen, waardoor onderscheid gemaakt wordt met alle andere steden in het koninkrijk. De Prins en Zijn volk ontmoeten elkaar in het paleis van de Ko- ning. Eerst houdt Prins Immanuël een korte toespraak. Daarna doet Hij wat Hij beloofd heeft.

’Mijn Mensziel,’ zegt de Prins, ’wat Ik nu ga doen, is om de wereld te laten zien dat u Mij toebehoort. Ook onderscheid Ik u daarmee van alle valse verraders die de stad in zullen sluipen.’

Daarna gebiedt Hij Zijn dienaars uit Zijn schatten witte en fonkelende gewaden te halen, ’die Ik’, zegt Hij, ’klaargelegd heb om hen te geven’. De witte kledingstukken worden uit de schatkist gehaald en uitgestald voor de ogen van de burgers. Bovendien wordt het hun toegestaan de klederen te nemen en aan te trekken, ’passend’, zegt de Prins, ’naar uw maat en gestalte’. Op deze wijze worden de burgers in fijne, witte en schone gewaden gestoken.

Onmisbare klederen

Dan zegt de Prins: ’Dit, o Mensziel, is Mijn livrei, en het ereteken waarmee u onderscheiden wordt van de dienaren van andere heren. Ja, dit is het wat Ik schenk aan al de Mijnen. Zonder die klederen mag niemand Mijn aangezicht zien. Draag ze daarom ter wille van Mij, Die ze u gegeven heb. Daarmee staat u in de wereld ook bekend als de Mijne.’ Wie kan bevatten hoe Mensziel straalt, zo schoon als de zon en zo helder als de maan? Voor de vijanden ziet de stad er zo schrikaanjagend uit als een leger vol met wapperende vaandels.

De Prins vervolgt: ’Geen enkele prins, vorst of machtig heer in dit heelal dan Ikzelf geef dit livrei. Besef, zoals Ik eerder heb gezegd, dat u daardoor gekend wordt als een van de Mijnen.’

Plichten

Daarna vertelt de Prins welke plichten verbonden zijn aan het dragen van dit livrei. ’Zorg ervoor dat U zich goed aan Mijn woorden houdt:

1. Draag deze klederen dagelijks, opdat men niet denkt dat u niet Mij, maar een ander toebehoort.

2. Houd de klederen altijd wit. Als ze bevuild raken, is dat tot oneer van Mij.

3. Doe een gordel om de klederen zodat ze de grond niet raken en daardoor bevlekt raken met stof en vuil.

4. Pas op dat u de klederen niet kwijtraakt, zodat u dan naakt bent en men uw schaamte ziet.

5. Als de klederen tegen Mijn wil in echter toch besmeurd raken of dat u ze onrein maakt, waar prins Diábolus heel blij mee zal zijn, doe dan met spoed wat is geschreven in Mijn wetten. Dan zult u toch standhouden en niet vallen voor Mijn aangezicht en voor Mijn troon. Dit is ook de manier om ervoor te zorgen dat Ik u niet voor een tijd zal verlaten en begeven, maar voor altijd bij u zal blijven in de stad.’

Wie is Mensziel gelijk?

Nu is Mensziel en zijn de bewoners van de stad als het zegel op de ring aan Immanuëls rechterhand. Waar is een kleine of grote stad of een verzameling van mensen die met Mensziel vergeleken kan worden? Een stad, verlost uit de hand en de macht van reus Diábolus? Een stad, waar Koning El-Schaddaï zo van houdt dat Hij Zijn Zoon Immanuël stuurde om deze te veroveren op de prins van het eeuwig verderf? Ja, een stad die Immanuël verkoos om Zich te vestigen en Zijn koninklijk paleis te bouwen? Een stad, die Hij versterkte voor Zichzelf en sterk maakte door de kracht van Zijn leger? Mensziel heeft nu de beste Prins, in goud geklede kapiteins en soldaten, beproefde wapens en klederen zo wit als sneeuw. Het zijn allemaal grote eerbewijzen, die niet klein te achten zijn. Zal Mensziel ze wel genoeg waarderen en er goed gebruik van maken, zodat ze dienen tot het doel waartoe ze geschonken zijn?

Witte klederen der rechtvaardigheid

Bunyan heeft niet alleen beschreven hoe de ziel wordt verlost uit de macht van satan en het eigendom van Christus wordt, maar ook hoe de ziel gerechtvaardigd wordt. Dat laat hij in dit deel van het verhaal zien door de schenking van de witte klederen.

Witte klederen aangedaan …

De rechtvaardigmaking wordt in de Bijbel vergeleken met het aandoen van nieuwe, schone, witte klederen. En haar is gegeven dat zij bekleed worde met rein en blinkend fijn lijnwaad; want dit fijn lijnwaad zijn de rechtvaardigmakingen der heiligen (Openb. 19:8). Nee, in Gods kinderen zelf is geen rechtvaardigheid te vinden. De kanttekenaren schreven: ’namelijk niet waardoor wij in onszelven, maar waardoor wij voor God rechtvaardig zijn, welke is de rechtvaardigheid van Christus, die ons door het geloof wordt toegerekend’ (zie ook 2 Kor. 5:21). De kleur wit wijst op reinheid en zuiverheid. Het zijn immers klederen, gewassen in het allesreinigende bloed van Christus. Deze klederen worden aangedaan. Daar wijst Paulus de Romeinen en de Galaten op: Maar doet aan den Heere Jezus Christus (Rom. 13:14a), en: Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan (Gal. 3:27). Deze klederen komen uit het hemels kabinet. Het zijn klederen, die van eeuwigheid zijn klaargelegd en in de tijd worden geschonken.

… die laten zien Wiens eigendom ze zijn …

Vroeger zorgden uniformen ervoor dat ze herkenbaar waren en dat men wist welke heer ze dienden. Tegenwoordig laten sommige uniformen zien welk beroep iemand uitoefent, of tot welke school (zoals in Canada, Engeland, Zuid-Afrika) leerlingen behoren. Een uniform, ook wel livrei genaamd, maakt dus onderscheid.

Zo doet de Heere ook met de Zijnen. (…) en Ik heb u van de volken afgezonderd, opdat gij Mijne zoudt zijn (Lev. 20:26). Daarmee toont Hij Zijn verkiezende liefde. Want gij zijt een heilig volk den HEERE uw God, en u heeft de HEERE verkoren om Hem tot een volk des eigen doms te zijn, uit al de volken die op den aardbodem zijn (Deut. 14:2).

… maar ook tot verplichtingen leiden … Gerechtvaardigd te zijn is een gunstbewijs van God. Maar dat betekent niet, dat een gerechtvaardigde werkeloos kan blijven. Integendeel, het dragen van het kleed van de gerechtigheid brengt verplichtingen met zich mee. Een leven tot Gods eer en naar Zijn wil is niet alleen een zondagsleven, maar een zaak van zeven dagen per week en vierentwintig uur per dag. Het vraagt om waakzaamheid, want de klederen mogen niet bevlekt raken door de zonde. Dat vraagt ook om een leven wat niet aardsgericht is. Als de Israëlieten op reis gingen, trokken ze de lange mantel een stukje omhoog en maakten deze vast met een gordel, zodat de mantel niet over de grond sleepte. Daarmee werd voorkomen dat ze gehinderd werden in het voortgaan, maar ook dat de mantel bevuild raakte.

Daaraan dacht Petrus toen hij schreef: Daarom, opschortende de lendenen uws verstands, en nuchter zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus (1 Petr. 1:13). Het wit houden van de klederen zorgde ervoor dat enkele inwoners van Sardis een grote zegen ontvingen: Doch gij hebt enige weinige namen ook te Sardis, die hun klederen niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen in witte klederen, overmits zij het waardig zijn (Openb. 3:4).

Het wel of niet dragen van witte klederen heeft eeuwige gevolgen: Zie, Ik kom als een dief. Zalig is hij die waakt en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele, en men zijn schaamte [de schandelijkheid van de zonde] niet zie (Openb. 16:15).

… en die tot verwondering brengen.

Als een gezaligde zondaar nog eens alles overziet wat aan de ziel is gedaan, is er verwondering. Met Mozes mag hij uitroepen: Welgelukzalig zijt gij, o Israël! Wie is u gelijk? Gij zijt een volk, verlost door den HEERE (Deut. 33:29). De verwondering geldt niet alleen het werk aan de ziel, maar bovenal God, Die dit werk gedaan heeft. Wie is gelijk de HEERE onze God? Die zeer hoog woont, Die zeer laag ziet, in den hemel en op de aarde; Die den geringe uit het stof opricht, en den nooddruftige uit den drek verhoogt; Om te doen zitten bij de prinsen, bij de prinsen Zijns volks (Ps. 113:5-8).

Is het ook ons uitzien, dat van ons mag gelden: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun lange klederen gewassen en hebben hun lange klederen wit gemaakt in het bloed des Lams? (Openb. 7:14).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De heilige oorlog (87)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's