Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

En zie, er was een mens te Jeruzalem, wiens naam was Simeon. Lukas 2:25a

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl Maria en Jozef het Kindeke Jezus voorstellen aan de Heere, komt Simeon het tempelplein op. Hij was rechtvaardig, lezen we in het eerste gedeelte van vers 25. Dat wil zeggen dat hij een onberispelijke levenswandel had. Deze kwam niet voort uit wettische beginselen maar omdat hij godvrezende was. Hij kende een afhankelijk en aanhankelijk leven. Dat komt naar buiten in de levenswandel doordat men de geur van Christus verspreidt, ook al kan men dat zelf niet bezien. Simeon had van de Heere, door de dood heen, de belofte gekregen dat hij de dood niet zien zou, eer hij den Christus des Heeren zou zien (vers 26). Daarom was hij verwachtende de vertroosting Israëls. Hij zag in lijdzaamheid en vertrouwen uit om een geschonken Jezus door zijn natuurlijke- en geloofsogen te mogen aanschouwen. Om met McCheyne te getuigen: ’Nu ken ik die waarheid zo diep als gewis, dat Christus alleen mijn gerechtigheid is’. Gezien het getuigenis dat Gods Woord van Simeon geeft, zal hij vaak te vinden zijn geweest in de tempel om de liefelijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel (Ps. 27:4).

En hij kwam door de Geest in de tempel. Op een zekere dag werd Simeon, anders dan op andere dagen, onwederstandelijk door de Heilige Geest gedreven naar de tempel. De Heilige Geest maakt Gods kinderen altijd pasklaar voor Christus. Door ze alles te ontnemen buiten Christus drijft Hij ze uit naar Christus. Gezien de bijzondere openbaring van Christus die volgde, zal er vooraf zeer grote nood zijn geweest in het hart van Simeon. Zal het anders geweest zijn in zijn ziel dan wat we lezen in Psalm 116? ’Ik lag gekneld in banden van den dood; Daar d’ angst der hel mij allen troost deed missen; Ik was benauwd, omringd door droefenissen; Maar riep den HEER’ dus aan in al mijn nood: ”Och HEER’, och wierd mijn ziel door U gered!”. Dan kan men met Asaf niet meer bezien dat de beloften vervuld zullen worden. En toch blijft men bedelen als een rechteloze bedelaar. De Heere zal Zijn beloften vervullen, maar op Zijn tijd. Nooit te vroeg en nooit te laat.

Door de drijving van de Heilige Geest komt Simeon precies op het tempelplein aan als de ouders het Kindeken Jezus inbrachten. Gelijktijdig opende de Heilige Geest het geloofsoog van Simeon en openbaarde dat dit Kindeke de Christus des Heeren is. Wat zien we hier dat de HEERE ook leidt in de vervulling van Zijn beloften. Als de Heere u een belofte gaf, probeer deze dan niet zelf te vervullen. Wacht in lijdzaamheid en laat u leiden. ’Houdt aan grijpt moed uw hart zal vrolijk leven’. Voor het natuurlijke oog was Jezus één van de vele kinderen die werden opgedragen. Maar door het geloofsoog ziet Simeon in Hem de énige en de volkomen Verlosser Die door Zijn Vader gezonden is om Zijn volk zalig te maken van hun zonden. Hij is de énige Die kan verlossen van de schuld van de zonde. Want Hij heeft Zich vrijwillig gesteld tot een Schuldoffer. Hij is ook de énige Die kan verlossen van de straf op de zonde. Want de straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem. Ook is Hij de énige Die kan verlossen van de heerschappij van de zonde. Toen Paulus dit ervaarde roemde hij: Ik dank God door Jezus Christus, onzen Heere.

Hij is ook de énige Die kan verlossen van de verlokkingen en verdrukkingen van de wereld want Hij heeft de wereld overwonnen. Maar ook is Hij de énige Die kan verlossen van het geweld van satan want Hij heeft zijn kop vermorzeld. O, u die bezwijken moet onder de last van uw zonden, uw verdorven aard en het geweld van de wereld en satan, probeer niet langer uzelf te verlossen. De énige en volkomen Verlosser, op Wie Simeon door het geloofsoog ziet, roept toe: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.

Gedreven door de liefde loopt Simeon naar Jozef en Maria toe en neemt Jezus, zijn énige en volkomen Verlosser, in zijn armen. Volgens de verklaarders is dit een uitdrukking van liefde en ging deze gepaard met kussingen. Simeon geeft de Zoon een geloofskus. Dan wordt ervaren dat in dé Zoon, de toorn des Vaders over de zonde is geblust en heeft men een voorsmaak van de gelukzaligheid (Ps. 2:12). Simeon heeft Jezus niet alleen in zijn natuurlijke armen maar ook in zijn geloofsarmen. Nicolaas Holtius (1693-1773) schrijft: ’als het geloof geloven wordt, dan heeft men Jezus in de hand (in de armen)’. Dan is het: ’Mijn steenrots, burg en helper is de HEER’, Mijn God, mijn rots, mijn zaligheid, mijn eer’ (Ps. 18:0).

De Heilige Geest Die Simeon naar de tempel dreef en zijn geloofsoog opende voor de Christus, geeft hem ook een Gode verheerlijkende lofzang. Hoor maar: Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, naar Uw woord. De Kanttekening geeft bij het woordje ”laat” als toelichting: ”ontbind, laat los, namelijk van dit ellendig leven, volgens Uw belofte.” Simeon wil ontbonden worden van het lichaam der zonde. Alle vrees voor de dood is weggenomen. Hij heeft een begeerte om ontbonden te worden en met Christus te zijn; want dat is zeer verre het beste. Dit getuigenis gaf ook Melanchton op zijn sterfbed. Toen ze vroegen of hij nog iets begeerde zei hij: ”niets dan de hemel”. Simeon smeekt als het ware ”Heere, mag ik in de hemelse vrede die ik nu ervaar eeuwig blijven?”. Simeon smeekt dit als een buigende dienstknecht. Maar begeert het alleen als het de wil van zijn soevereine Heere is. Hij voegt er nog aan toe: naar Uw Woord. Heere, U heeft het toch beloofd, daarom durf ik het te vragen al heb ik het niet verdiend! Als Simeon nu sterft zal voor hem waar zijn: ”een nauw (teer) leven, geeft een ruim sterven”.

De lofzang gaat verder: Want mijn ogen hebben Uw Zaligheid gezien. De Zaligheid die Gij, O Heere, wegschenkt aan verloren zondaren die de rampzaligheid hebben verdiend en zichzelf niet meer kunnen verlossen. De hemel daalt af op het tempelplein. Dan blijft er ’aanbidding, eer en dank’bre gunst bewijzen’ over. Die Gij bereid hebt. Het Kindeke is voortgekomen uit de innerlijke bewegingen van Uw barmhartigheid. Dus niet mijn bidden, mijn zuchten, mijn verwachten, mijn tranen of iets in mij hebben de Heere bewogen. Het is enkel die vrije gunst die eeuwig Hem bewoog. Op het templein blijft het roemen in Gods welbehagen over. Hoe meer men van de zaligheid in de énige en volkomen Verlosser mag smaken hoe dieper men in het stof terecht komt en hoe meer men mag roemen: ’Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen.’

Wat betekent Jezus voor u? Is Hij u alles geworden? Dan weet u ook uit welke nood en dood Hij u – uit genade – heeft verlost. Van nature verachten we Hem, willen we niet tot Hem komen en willen we niet door Hem verlost worden. Smeek of de Heere deze vijandschap wil breken en u als een arme, verloren zondaar aan Zijn voeten brengt. Geliefde lezer: Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen die op Hem betrouwen (Ps. 2:12).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's