Meditatie
…Vredevorst. Jes. 9:5 (slot)
Het is alsof de volheid des tijds reeds aangebroken is, alsof Gods Zoon reeds op aarde gekomen is. Met zoveel zekerheid verkondigt Jesaja de komst van Gods Zoon op aarde: Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven. Die grote zekerheid in de woorden van Jesaja heeft een Oorsprong: God de Heilige Geest inspireerde Jesaja tot het schrijven van deze vaste waarheid. Diezelfde Geest is van eeuwigheid Getuige van de wonderlijke overeenkomst tussen God de Vader en Christus over de grote zaak die door Christus gedaan zou worden: de verlossing van de uitverkoren Kerk. Daarover is raad gehouden tussen de Goddelijke Personen: de eeuwige vrederaad. Er zal vrede aangebracht worden op grond van recht. Daartoe zal de Vredevorst komen. De Heilige Geest heeft Zich daarin ook van eeuwigheid verblijd. En door Zijn kracht zal het heilige Kind in Maria’s baarmoeder ontvangen worden. En zo vast ligt nu de zaak van Gods Kerk in de raad Gods, dat Gods Geest Jesaja inspireerde om te schrijven: Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven. Aanbiddelijk is de harmonie tussen de drie Goddelijke Personen. Kerst is een onbevattelijk wonder, van eeuwigheid overeengekomen tussen drie Goddelijke Personen, en in de tijd gewerkt door drie Goddelijke Personen. God de Vader gaf Zijn Zoon, Gods Zoon gaf Zichzelf, en door God de Heilige Geest werd het Kind ontvangen.
In Jes. 9:5 vinden we enkele dierbare Namen waarmee het geboren Kind en de gegeven Zoon genoemd zal worden. De laatste Naam die genoemd wordt is als de kroon die de andere Namen bekroont: Vredevorst. Dat Hij Vredevorst zal zijn, is aan Hem niet te zien als Hij in de kribbe van de stal van Bethlehem ligt: een klein Kindeke, voor het oog hulpeloos en afhankelijk. In de herberg is voor de arme Jozef en de hoogzwangere Maria geen plaats. Daarom wordt het geboren Kindeke in de kribbe gelegd: omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg (Luk. 2:7). Geen plaats! Daar hebben we de staat van de gevallen mens. Dood, vijandig dood, ellendig, moedwillig in zonden levend. Zich haastend van het ene wereldse vermaak naar het andere wereldse vermaak. Van de ene herberg naar de andere herberg. En in ons hart: geen plaats. Geen plaats voor een Kindeke Dat eens Vredevorst zal zijn. Wat moet een gevallen mens die in de zonde zijn vermaak vindt met een Vredevorst beginnen? Wie zal zich voor zo’n Kindeke neerbuigen?
Waar geen plaats is, moet plaats gemaakt worden. We lezen van niemand in de herberg die plaats maakte voor Jozef en Maria en zeker niet voor het Kindeke. Zo maken wij zelf ook geen plaats voor het Kind van Bethlehem. Gods Geest alleen maakt plaats waar geen plaats is! O, de Geest Gods, Die aan Jesaja de Namen van het Kind bekendmaakte, is Dezelfde Die in het hart van Gods kinderen plaats maakt voor Gods Zoon Die mens geworden is. Onbekeerde lezer, vraag de Heere toch om dat ontdekkende en plaatsmakende werk van Gods Geest. U hebt nog maar zo weinig tijd, de eeuwigheid nadert. De ernst van de zaak, om met een ongeredde ziel naar de eeuwigheid te reizen, beneme u alle rust.
Neemt de Geest intrek in uw hart, dan zal Hij u leren wie u bent: een strijder voor eigen naam en eer. Een strijder onder de banier van satan. Een bestrijder van God, een overtreder van Zijn wetten. U strijdt tegen God, maar ontzettende zaak, u komt er ook achter dat u God tegen hebt! Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij? Wat een vreselijke gewaarwording is dat. U bent het voorwerp van Gods toorn. Wat een droefheid veroorzaakt dat! Een zondaar te zijn, God te moeten missen en erachter te komen dat u zich alleen maar verder van hem kunt verwijderen. De grote, onoverbrugbare kloof wordt niet kleiner maar groter. Uw gerechtigheden en uw wettische werken blijken totaal ontoereikend om een eeuwige schuld af te betalen. En God wil dat aan Zijn ge-rechtigheid genoeg geschiedt. Maar in het erkennen van Gods onkreukbare gerechtigheid, waarin Hij Zich verheerlijkt, maakt Hij u bekend dat Hij een Held ter verlossing heeft afgezonderd. Een strijdbare Held, geopenbaard als het Vrouwenzaad. We kunnen het niet zakelijker verklaren dan de Kanttekening bij Genesis 3:15: ’Dit zaad is eigenlijk alleen de Heere Christus, de eniggeboren Zone Gods, Die uit de vrouw, een maagd zijnde, door de werking van Gods Geest in de volheid des tijds moest geboren worden, om door de verdienste Zijns doods en de kracht Zijns Geestes, den duivel al zijn geweld te benemen, en hem onder Zijn en Zijner gemeente voeten te vertreden.’
Dat is de Vredevorst! Daartoe werd Hij in Bethlehem geboren: om vrede te gaan verdienen tussen God en Zijn van eeuwigheid beminden. Dat Hij Zich zo eens met Kerst zal openbaren aan een ellendige, stervende ziel.
We horen een lezer denken: nu gaat u te snel. Dat is geen Kerst. Kerst is de openbaring van de Persoon van de Zaligmaker aan de ziel. Vrede met God is een nadere weldaad, dat is Pasen. U hebt helemaal gelijk. Maar het zal toch ook geen Kerst voor uw ziel worden als u zich niet als een ellendige, verdoemelijke strijder tegen God hebt leren kennen. Het Kind van Bethlehem zal voor u echt geen waarde krijgen als u niet met Gods gerechtigheid te doen hebt gekregen. Als er geen levende begeerte is naar vrede met God, zal de engelenzang uw hart niet beroeren: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen (Luk. 2:14).
Vrede met God, daar zal het u toch om te doen zijn? Zijn gemeenschap en gunst te mogen smaken, dat zal toch uw zaligheid zijn? Verslagen en verontruste zielen, vermoeide en belaste zuchters, bedroefden naar God: wij wensen u Simeons Kerst toe. Hij kende de Naam Vredevorst, dat weten we zeker. Hij omhelsde het pas geboren Kindeke als de Vredevorst: Zo nam hij Hetzelve in zijn armen en loofde God en zeide: Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw Zaligheid gezien (Luk. 2:28-30).
Wat een zoete en wonderlijke troost ligt er dan in die Naam Vredevorst: Koning van Vrede. Hebt u Hem door het geloof mogen zien als het Kind van Bethlehem, weet dan dat u Hem eens zult zien als de Vredevorst. Sta dan naar die kennis, naar die opwas in het geloof. Want daarin ligt zo’n houvast voor de ziel, zo’n grote troost. De troost die door ds. E. Fransen als volgt werd omschreven: ’Dat Hij tussen Zijn Vader en Zijn volk een eeuwig Vrede verbond in Zijn dood bekrachtigd heeft en door Zijn opstanding de vredegroet aan hun ziel toepast. Joh. 20:26.’ Dat zullen gezegende Kerstdagen zijn!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's