Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Open vensters?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Open vensters?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen Daniël te weten kwam dat dit bevelschrift ondertekend was, ging hij zijn huis binnen. Nu had hij in zijn bovenvertrek open vensters in de richting van Jeruzalem. Daniël 6:11a

‘De wereld is het gebied der biddeloosheid. Misschien hebben wij nooit zo sterk als tegenwoordig geweten, dat ook de kerk, althans in vele van haar leden, met stomheid geslagen is, de richting van de geest tot God niet vindt, (...) de behoefte aan gebed soms nauwelijks meer voelt.’ (K.H. Miskotte)

In Daniël 6 staat het gebed ook onder grote druk. Daniël is inmiddels een oude grijsaard. Maar een rustige oude dag is hem niet gegund. Koning Darius is na de val van Babylon aan de macht gekomen. Hij promoveert Daniël tot rijkskanselier, de hoogste functie. Dat wekt een diepe wrevel bij de stadhouders, die hem nu verantwoording schuldig zijn. Gesjoemel met (steek)- penningen zal dan onmogelijk zijn.

Ze stellen hardop de vraag hoe ze deze Daniël kunnen opruimen. Natuurlijk, zijn gebed! Ze weten dat het gebed voor Daniël een gebod is (Ps.27). Ze moeten dus ‘gewoon’ verbieden wat zijn God gebiedt. Zo geschiedt. Naïef tekent de koning deze wet, waardoor Perzië voor dertig dagen een biddeloos rijk wordt, uitgezonderd een smeekbede aan de koning zelf.

Levende omgang met God

En Daniël? Hij buigt niet voor deze wet, maar hij blijft buigen voor zijn God. Het staat er bijna triomfantelijk: Toen Daniël dat te weten kwam, ging hij zijn bovenvertrek binnen, om bij het open venster tot zijn God te bidden en te danken, precies zoals voordien. Als altijd... Daniël blijkt een geoefende bidder. Hij kent de kracht van het gebed. Ze mogen hem alles uit handen slaan, maar niet zijn gebed, zijn levende omgang met God.

Dit gedeelte gaat daarom niet allereerst over Daniël in de leeuwenkuil, maar over Daniël bij het open venster. Vijfmaal valt in dit hoofdstuk het woord ‘verlossing’. Waar is deze verlossing veiliggesteld? Op de knieën onder het open venster. Daar hijst Daniël al het victorievaandel, nog vóór alles wat komen gaat, en geen macht of overheid kan deze verlossing tenietdoen.

Waarom hij bij het open venster bidt? Daniël kent 1 Koningen 8. God maakt daar duidelijk: Ballingschap zal Mijn oordeel zijn als het volk zondigt, maar wie vanuit ballingschap dagelijks met een gebroken hart en met vertrouwen in mijn beloften richting Jeruzalem bidt, zal vroeg of laat juichend de Godsstad binnentreden. Is het niet het aardse Jeruzalem, dan wel het hemelse. Het open venster onthult dat deze oude grijsaard al zeventig jaar in diep vertrouwen zijn hart heeft gezet op de toekomende stad.

Andere toekomst

Voorzichtig stellen we de vraag of dit de achilleshiel van onze tijd zou kunnen zijn. Deze geschiedenis leert ons namelijk wat er gebeurt als gebedsluiken dichtgaan. We vallen machteloos ten prooi aan de secularisatie. Er komt dan zo’n matheid over ons heen, dat we het bidden niet meer kunnen opbrengen, en de behoefte zelfs niet eens meer voelen. Het omgekeerde is ook waar. Het is vanuit Daniël 6 meer dan terecht om te benadrukken wat de kracht van het gebed is. Dat wil hier vooral gezegd zijn. Een biddend mens pelt net als Daniël Gods beloften uit Zijn Woord en gaat er driemaal daags in biddend vertrouwen mee ten hemel. Aanhoudend en vasthoudend. Dat is bidden. Het biddend geloof rust op de beloften van God (W. van ’t Spijker). Want God heeft ons op grond van Christus’ heilsdaad, al in onze doop, toch een andere toekomst beloofd? Bidden leert ons focussen op die toekomst. Net als Daniël. Hij deed zijn werk trouw. Hij heeft zijn talenten ingezet. Hij heeft hoge functies bekleed. Laten wij ook trouw zijn in onze roeping. Maar Daniëls hart lag ergens anders.

Aanvechting

Hoe voorkomen we dat we niet als weerloze schepselen ten onder gaan als de aanvechting ons leven bestormt? Door opgeheven handen en gebogen knieën die zich in vertrouwen verlaten op God. Daar hijst de Kerk het victorievaandel, al briest de boze. Daarin ligt – net als in Daniëls dagen – de revival voor de kerk. Die ligt bij tieners die durven opstaan en doorbidden, al haken volksstammen af, bij ouderen die in hun grijze dagen ‘eenvoudig’ blijven vasthouden aan wat God zegt.

Bidders zijn immers sensitieve mensen, gevoelig voor het spreken van God. Bidders zijn ook standvastig volk, omdat ze gericht zijn op dé toekomst. En als ze in de put raken of in de kuil zinken? Dan vangt God hen op, zoals beloofd. Onze Heere Jezus Christus heeft namelijk de code van de kuil gekraakt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2024

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Open vensters?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2024

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's