Jakobs levende verwachting
Geliefde lezer, alles rondom ons bevestigt het: ‘Wij vliegen daarheen’ (Ps. 90:10b). En de vraag mag wel leven in uw, jouw en mijn hart: waarheen is onze reis?
Jakob is inmiddels 147 jaar oud en ook voor hem is die levensvraag werkelijkheid geworden. Liggend op zijn sterfbed blijkt hij een tweemens te zijn als hij zijn jongens roept. ‘Komt tezamen en hoort, gij zonen Jakobs, en hoort naar Israël, uw vader’ (Gen. 49:2). Hij roept zijn zonen als kinderen van Jakob, een hielenlichter, een bedrieger. Hij spreekt tot hen als Israël, een vader die een nieuwe naam van de Heere kreeg bij de Jabbok. Vaak had hij in zijn leven gesproken als Jakob in bedrog en beklag, maar nu spreekt Israël. Hij verkondigt door het licht van de Heilige Geest het Woord van God.
Jakobs zonen
Jakob hoort het geruis van het tentdoek dat opzij geschoven wordt als één voor één zijn twaalf zonen binnenkomen. Als ze allemaal aanwezig zijn, zien ze hun oude vader liggen voor de poorten van dood en eeuwigheid. Daar staan ze, de zes zonen van Lea, de twee jongens van Rachel en de vier zonen van de dienstmaagden Bilha en Zilpa.
De oude mens Jakob heeft in zijn leven vele zaken verkeerd, vertekend en verdraaid gezien door een vleselijk gezichtsveld. Nu ziet de nieuwe mens, Israël, zijn zonen met geestelijke ogen, zoals hij hen nooit eerder heeft aanschouwd. Hij spreekt ze allemaal persoonlijk toe, zonder omhaal van woorden en in alle eerlijkheid.
Het gebeurt niet zo vaak dat iemand op het sterfbed bij volledig bewustzijn afscheid kan nemen van alle dierbaren. Misschien heeft u het weleens meegemaakt, geliefde lezer. Wat heeft deze roepstem uitgewerkt in uw leven?
Jakob zegent eerst de zonen van Lea. Een glans verschijnt in zijn ogen als hij Juda ziet. ‘Juda, gij zijt het, u zullen uw broeders loven’ (Gen. 49:8a). Door het geloof mag Jakob zien dat uit deze jongen Silo zal voortkomen. De kanttekenaren verklaren Silo als Christus, de Heiland, de Zaligmaker. Het beloofde Vrouwenzaad ligt in de belofte aan Juda voor het Zaad van zijn vader Abraham, waarin alle geslachten des aardbodems gezegend zullen worden.
Jakobs God
Na de zonen van Lea volgt Dan. ‘Dan zal een slang zijn aan den weg, een adderslang nevens het pad, bijtende des paards verzenen, dat zijn rijder achterovervalle’ (Gen. 49:17). Daarna slaat Jakob zijn blinde ogen omhoog, moe van zichzelf, zijn zonden, zijn ongerechtigheden en hemelhoge schuld. Het is de gestalte die de apostel eeuwen later zou vertonen door het werk van dezelfde Geest: ‘Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?’ (Rom. 7:24).
Dan roept Jakob het uit: ‘Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE’. Zaligheid betekent redding, behoud en verlossing. Hij ziet ernaar uit om verlost te worden. Zijn woorden getuigen van een levende verwachting van de Leeuw Die uit de stam van Juda is.
De ziel van Jakob vindt houvast in het geloof aan de beloften Gods aangaande de komst van Zijn Zoon. Er zal een ster voortgaan uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen (Num. 24:17b). De Zoon van Juda, de Zone Davids, zal komen als een volkomen Zaligmaker. Die Zaligmaker heeft Jakob bij vernieuwing nodig gekregen in zijn leven. Hij zal alleen getroost kunnen sterven door de geloofskennis aan Hem.
Door genade was Jakob in het leven geen vreemdeling gebleven van die enige troost. Toen hij wegvluchtte, openbaarde zich bij Bethel de Jakobsladder. ‘Van nu aan zult gij den hemel zien geopend, en de engelen Gods opklimmende en nederdalende op den Zoon des mensen’ (Joh. 1:52b). Na twintig jaar werd in Pniël zijn ziel gerechtvaardigd en mocht hij Christus ontvangen in de toepassing tot de zaligheid. ‘Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en mijn ziel is gered geweest’ (Gen. 32:30b). Strijd is hem daarna in zijn leven bepaald niet bespaard gebleven.
Bij tijden dacht hij dat alles tegen hem was en hem tegenwerkte, maar uiteindelijk mocht hij door het licht van Gods Geest buigen en belijden dat álle dingen medewerken ten goede en tot zijn eeuwige zaligheid.
Jakobs zaligheid
Daarom zegt Jakob: ‘Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE’. Hij heeft geleerd waar het heil vandaan moet komen. Jakob roemt in het eenzijdige werk Gods. Dat is het werk van de HEERE, de getrouwe God van het verbond Die van eeuwigheid de zaligheid heeft uitgedacht, beloofd en gewerkt. Wat een eeuwig wonder als Zijn Geest hier getuigenis van geeft in de tijd. Daardoor is Jakobs levende verwachting van de Heere op zijn sterfbed.
Jakob is aan het einde van zijn aardse leven gekomen. De doodsjordaan wacht. Wie zal niet huiveren bij die laatste vijand? Met alles wat er in zijn leven is gebeurd, weet Jakob dat hij de doodsrivier niet door zal kunnen gaan dan alleen met Christus. ‘Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE’.
Liggend op zijn sterfbed legt hij zijn voeten tezamen op het bed en geeft hij de geest. Hij mocht thuiskomen in het hemelse Kanaän om daar voor eeuwig te wonen. Jakob, een ellendig mens, is verlost van zichzelf. Voor eeuwig zal Israël getuigen: ‘Ik dank God door Jezus Christus, onzen Heere’ (Rom. 7:25).
Geliefde lezer wat een weldaad om zo'n sterfbed te mogen hebben. Maar ik vraag het aan u en jou: hebt u, heb jij dat ook al geleerd, dat we zonder Christus niet kunnen leven en sterven? Is Hij uw Zaligheid al geworden? ‘Wij vliegen daarheen’ (Ps. 90:10b). Hoe noodzakelijk is het voor ons allen om Hem te kennen. Want dan alleen kunt u met verwachting zingen:
Dan ga ik op tot Gods altaren,
Tot God, mijn God, de bron van vreugd;
Dan zal ik, juichend, stem en snaren
Ten roem van Zijne goedheid paren,
Die, na kortstondig ongeneugt,
Mij eindeloos verheugt.
(Psalm 43:4, ber).
Bij de voorpagina:
GEREFORMEERDE GEMEENTE SINT-ANNALAND
Nadat verschillende personen uit Sint-Annaland de Nederlandse Hervormde Kerk hebben verlaten, komen zij voortaan in gezelschap bijeen om een preek te lezen. Na verloop van tijd wordt er een schuur aan de Tienhoven ingericht als kerk. In 1854 volgt de instituering tot zelfstandige gemeente. In 1872 betrekt men een nieuw kerkgebouw aan de Achterweg, thans Weststraat. In 1938 wordt er een galerij in de kerk aangebracht, waarmee het aantal zitplaatsen op 350 komt. Als de Duitsers in 1944 een deel van het eiland Tholen onder water zetten, vertrekken de meeste gemeenteleden naar Zuid-Beveland en West-Brabant. Anderen vinden elders in ons land onderdak. In 1949 wordt er voor het eerst een preekstoel in de kerk geplaatst en in 1956 voor het eerst een orgel. In de loop der jaren wordt het kerkgebouw uitgebreid met enkele vergaderzalen en een hal. De geschiedenis van de gemeente is beschreven in ‘Geschiedenis van de Gereformeerde Gemeente te Sint Annaland, 1854-2004’. Het aantal belijdende leden bedraagt 170, het aantal doopleden 128.
Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE.
Genesis 49:18
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 2024
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 2024
De Saambinder | 20 Pagina's