De Appelboom
Het boek Hooglied is vol van symboliek. Zo heeft in onze tekst de Appelboom een diepere betekenis. Gods kinderen zien in deze boom iets van de heerlijkheid van Christus, hun Zaligmaker. Voor Gods volk is Christus als een Appelboom Die staat in een woud vol hoge bomen.
Wie zijn die bomen des wouds? Het is een beeld van een natuurlijk mens, door Adams diepe val in hoogmoed gevallen. Sommigen bomen dragen geen vruchten en andere bomen dragen kwade of zure vruchten (kanttekening 8). Dat is ons aller bestaan. We zijn vruchteloos voor Gods aangezicht en de vruchten die we dragen, zijn stinkende vruchten. We zijn haters van God en van onze naaste. Uiteindelijk worden de bomen gekapt en zijn ze alleen nuttig voor het vuur. Dat is het einde van de natuurlijke mens die nooit voor God leert buigen, die zich niet bekeert en niet gelooft in Christus. Voor hen zal de buitenste duisternis zijn, waar het vuur niet wordt uitgeblust, tot verheerlijking van Gods rechtvaardigheid.
Geplante Appelboom
Eeuwig wonder, nu heeft God onder de mensenkinderen Zijn Appelboom geplant. Christus is als de Gave des Vaders gezonden naar deze aarde om Borg en Middelaar te zijn, om Vaders geschonden deugden te verheerlijken en de zaligheid voor Gods gemeente op grond van recht aan te brengen. Deze enige Appelboom, Die veel kleiner is dan alle andere bomen des wouds, tekent ons Christus in de gang van Zijn vernedering. Hij is het enige Middel ter zaligheid. Hij staat temidden van de bomen des wouds. We zouden het zo kunnen zeggen: Christus in Zijn algenoegzame arbeid wandelt onder ons in het gewaad van Zijn Woord. En Hij roept ons toe: ‘Wendt u naar Mij toe, wordt behouden!’
Voor wie krijgt Hij nu waarde? Welk volk mag Hem aanschouwen als de Liefste onder de zonen? Als Gods Geest in het uur der wedergeboorte mijn ogen opent, dan ga ik iets verstaan van mijn zondige, hoogmoedige en vruchteloze leven. Dan leer ik verstaan zo’n boom des wouds te zijn aan wiens wortel de bijl van de dood ligt. Wat wordt er dan een nood geboren. Men leert een onbekende God achteraan te schreeuwen. Die Appelboom, Christus, is verborgen. Maar de Heere kunnen ze niet meer missen. En de vruchten waarmee ze zich vroeger in leven konden houden, zijn nu voor hen vruchten des doods. Ze kunnen het hart niet verzadigen en brengen uiteindelijk tot de eeuwige dood. Bent u ook zo’n ziel die in het woud loopt? De schuld drukt, het recht eist en de dood blijft over. En de vruchten van mijn tranen, gebeden en eigengerechtigheden baten niet meer. Zo’n ziel sterft langzaam maar zeker de hongerdood. Is het in uw leven naar recht ook in de dood geëindigd?
Eeuwig wonder
Wat wordt het voor zulke mensen een eeuwig wonder als dan de Appelboom onder de bomen des wouds wordt aangewezen. Als ze door Gods Geest als een rechteloze en helwaardige zondaar tot deze Boom, tot Christus, geleid worden. Wat wordt er dan een honger en een dorst, ja, een heilig begeren geboren om in de schaduw van deze Appelboom te mogen verkeren.
De tekst zegt: ‘Ik heb grote lust in Zijn schaduw’. Ja, wat een wonder als de Heilige Geest hen een plaats geeft onder die Appelboom, om eronder te mogen zitten en te ontvangen: ‘Hier wordt de rust geschonken en het vette van uw huis gesmaakt’.
De vruchten van de Appelboom Christus zijn immers zoet voor de geestelijke mond van Gods kinderen. ‘Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet’. En wat mag een ziel, in de stand van het leven, maar ook in de nadere oefeningen nu in Hem vinden? Waar ziet de schaduw op waar ze onder mag zitten? Wat zijn de vruchten die ze mag smaken en haar doen uitroepen: ’Die Appelboom is mijn Liefste’? Kanttekening 10 wijst op de schaduw van Gods bescherming in Christus. Buiten Christus is God een verterend vuur. Maar in de gang van Christus’ vernedering heeft Hij bijzonder op Golgotha de hitte van Gods gramschap geblust. En daarom mogen Gods kinderen, die onder die hitte rechtvaardig zouden moeten verteren, de schaduw ontvangen van Gods barmhartigheid in Christus. In Zijn nederige geboorte ligt de bedekking van hun schuld. In Zijn tussentredende arbeid ligt de troost van hun zalige ruil: Hij mijn zonden, ik Zijn gerechtigheid. In Zijn dood ligt hun leven. En in Zijn leven ligt de grond van het doden van hun oude mens.
In Zijn bescherming
De schaduw van deze Appelboom wijst ook op de bescherming die Gods Kerk in Christus smaken mag, te midden van de aanvechtingen die hun deel zijn. Wereld, zonde, duivel en eigen vlees houden niet op hen aan te vallen, maar door de verworven Geest van Christus mogen ze, gesterkt en beschermd onder de schaduw van Zijn vleugelen, sterke wederstand leren bieden en eenmaal de overhand behalen. Want in Christus is de Kerk meer dan overwinnaar.
De vruchten die van de Appelboom in hun schoot vallen en door het geloof mogen worden geproefd, benoemt kanttekening 11 als volgt: De vrucht van Zijn dood is tot betaling van hun schuld. De vrucht van Zijn verrijzenis is als grond van hun rechtvaardigmaking en als Bron tot hun heiligmaking. De vrucht van Zijn hemelvaart is als het onderpand van hun heerlijkmaking. En de vruchten van de Heilige Geest verzekeren en verzegelen van hun kindschap, zodat ze door Christus’ Geest mogen uitroepen: ‘Abba, Vader’. Waarlijk, Hij is mijn Liefste en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet! Kreeg u als een hongerige reeds een plaats onder deze Appelboom, waar u proeven mocht van Zijn schaduw en zoete vrucht? Of wandelt u nog in het woud op weg naar de eeuwige dood? Deze Appelboom staat nu nog onder de bomen des wouds, en kan door Gods Geest nog gevonden worden.
Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit eronder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet.
Hooglied 2:3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 2024
De Saambinder | 20 Pagina's
