Gezanten van Christuswege

Het was goed dat zoveel broeders zich op dinsdag 18 juni vrijgemaakt hadden om samen na te denken over hun belangrijkste werk: de prediking van Gods Woord. Daarom waren er twee lezingen: ds. D. de Wit, docent exegese, sprak over ‘Laat u met God verzoenen’. We luisterden naar een diepgravende studie over 2 Korinthe 5:11-21, die was sterk uitlegkundig van inhoud.

De tweede inleider was ds. G.W.S. Mulder, die aansluitend bij zijn promotiestudie ons meenam in de rijke lessen uit de predikkunde vanuit de Nadere Reformatie met betrekking tot de toepassing in de prediking. Dit was dus een meer praktische, homiletische benadering. We hoorden achtereenvolgens over de bron, het doel en de middelen van de toepassing.

Opening

Ds. B. Labee was die dag onze gastheer. Hij opende met ons de Schrift bij 2 Korinthe 5:11-21, het gedeelte dat uitgangspunt was voor de eerste lezing. Daar lezen we: ‘Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen’. Deze geweldige ernst dringt te meer, ‘want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage… hetzij goed, hetzij kwaad’. Dat geldt de hoorder én de prediker.

Het adres

Ds. De Wit hield ons het belang voor van het zorgvuldig kijken naar het gelezen Schriftgedeelte. Het verband binnen dit hoofdstuk en de gehele (tweede) Korinthebrief geeft deze klemmende boodschap van Paulus een diepe inhoud. Voor het nagaan van het verband wees ds. De Wit onder andere op Calvijn, die zijn boodschap sterk plaatst in het wezen van de Kerk. Want het verband blijft altijd bepalend voor de zin en mening van de Geest.

Dat brengt bij de vraag: wie vormen het adres van deze boodschap? Tot wie wordt de prediking van de verzoening gericht? Het formulier tot bevestiging van een dienaar des Woords is daarover duidelijk. Ds. de Wit citeerde: ‘Maar inzonderheid hebben wij een beschrijving van het ambt van een dienaar des Evangelies in 2 Korinthe 5:18-20’. Daar lezen we dat met de gezanten van Christus ambassadeurs worden bedoeld. Het is niet erg dat we niet weten wie de ambassadeur van Egypte is. Als in alles wat hij doet maar duidelijk is wie hij vertegenwoordigt. Het gaat in de prediking om onze Zender, Zijn welbehagen en Zijn eer.

De methode

Ds. G.W.S. Mulder liet zien dat er uit de geschiedenis van de predikkunde veel te leren valt, hoe het wel moet en ook hoe het verkeerd gaat. Het uitgangspunt voor de prediking moet het geïnspireerde Woord Gods zijn en blijven. Dat gezag moet hoorbaar zijn, ook in de toepassing. De toepassing komt op uit een zorgvuldige exegese, anders is er geen sprake van Woordbediening. Deze verankering moet worden ingescherpt in een tijd van veel verwarring. Het steeds weer ‘Schrift met Schrift vergelijken’ is een wonderlijk geheim van het gereformeerde piëtisme, stelde de inleider met nadruk. ‘Van de verklaring van de woorden van de tekst gaan we naar de zaken’.

Na een goed verzorgde lunch door onze familie Bal werd er een forum gevormd, bestaande uit de beide inleiders en ds. A. Schot, docent homiletiek. In een open broederlijke sfeer kon ieder zeggen wat hij bij deze wezenlijke zaken op zijn hart had. Er was echt ‘ontmoeting en bezinning’. En de tijd vloog om. Rector ds. G. Clements sloot het goede samenzijn af met ‘een gouden keten’ van Perkins.

NB. Zo de Heere het geeft, hopen we dinsdag 24 juni 2025 de vierde studiedag te houden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen