Overgeleverd en opgewekt
In de brief aan de gemeente van Rome heeft de apostel Paulus als thema genomen: ‘De rechtvaardigheid van God’. Deze rechtvaardigheid van God wordt bekendgemaakt in het Evangelie (Rom. 1:16, 17).
In hoofdstuk 1 vanaf vers 18 tot en met het einde van hoofdstuk 8 werkt de apostel dit thema verder uit. Eerst heeft hij het, in hoofdstuk 1 vanaf vers 18 tot en met hoofdstuk 3 vers 20, over de verhouding tot Gods recht. Paulus stelt zowel Joden als Grieken ‘verdoemelijk’ voor God. Daarna handelt Paulus, vanaf hoofdstuk 3 vers 21 tot en met het einde van hoofdstuk 5, over de voldoening aan Gods recht. Paulus stelt dat alleen het geloof in Christus een verdoemelijke zondaar rechtvaardigt voor God. Tot slot wijst de apostel, vanaf hoofdstuk 6 tot en met hoofdstuk 8, op het leven overeenkomstig Gods recht. De apostel tekent dit leven in het één plant worden met Christus, zowel in Zijn dood alsook in Zijn opstanding. Romeinen 4:25 staat dus midden in het gedeelte dat handelt over de voldoening aan Gods recht. Het is goed om dat in het oog te houden als we samen dit vers overdenken.
Het werk van God de Vader
Wie staat er centraal in dit vers? Het gaat over ‘Welke’. Dit woord verwijst terug naar vers 24. In vers 24 gaat het over Jezus, de Heere. Over Hem gaat het in vers 25. Hij is overgeleverd en Hij is opgewekt. Hiermee is echter niet alles gezegd. Een andere vraag is: ‘Wiens werk staat er in dit vers centraal?’ De woorden ‘overgeleverd’ en ‘opgewekt’ wijzen immers op een Ander. Als het over het werk van de Heere Jezus zou gaan, zou er staan: Hij heeft Zichzelf overgegeven en Hij is opgestaan. Daarom staat in dit vers niet het werk van Christus centraal, maar het werk van God de Vader. De Vader heeft Zijn Zoon overgeleverd en heeft Hem opgewekt.
Hier past ons een heilige eerbied voor en een eerbiedige bewondering van de onuitsprekelijke diepte van Gods grondeloze barmhartigheid tot verloren zondaren. God, Die rechtvaardig op ons moet toornen. God, Die ons moet vervloeken overeenkomstig Zijn heilige wet. God, Die onze misdaden met de hoogste straf, dat is met de eeuwige straf aan lichaam en ziel moet straffen. Die God heeft Zijn Zoon overgeleverd en opgewekt.
De Zoon van God overgeleverd
Aan wat heeft God de Vader Zijn Zoon overgeleverd? Het is opvallend dat dit woord ook gebruikt wordt in Romeinen 1:24, 26 en 28. Daar gaat het over de zondaar die wordt overgegeven aan de zonden van afgoderij, hoererij en de zonden tegen al Gods geboden. Hierdoor staat de zondaar schuldig tegenover Gods recht en is hij des doods waardig. Zo heeft God de Vader Zijn heilige en volkomen reine Zoon overgeleverd aan de zonden van Zijn volk. Nee, Hij werd geen zondaar. Maar Hij is wel tot zonde gemaakt. De Vader heeft al de zonden van Zijn uitverkoren volk op Hem gelegd. De Vader heeft Zijn Zoon overgeleverd aan Zijn brandende toorn vanwege de zonden van Zijn volk. De Vader heeft Zijn Zoon als een schuldenaar gesteld voor Zijn heilig recht. Hij heeft Zijn Zoon tot een vloek gemaakt. Volkomen verlaten van Zijn Vader hing Christus aan het kruis. De Vader heeft Zijn Zoon overgeleverd aan de hellemachten en aan de wereld. Hij is bespot, gegeseld, gepijnigd, gemarteld, gekruisigd, gedood. Aan dat alles heeft God de Vader Zijn Zoon overgeleverd. Waarom? Om de zonden van Zijn uitverkoren volk. Want het behaagde God de Vader om Zijn volk met Zichzelf te verzoenen.
Hier schittert het welbehagen van God. Gods eeuwige liefde tot verloren zondaren. Om de uitverkoren zondaren de zaligheid te schenken, moest er voldaan worden aan Gods recht. Tegelijkertijd zien we in vers 25 het hart kloppen van het waar geloof. Er staat: onze zonden! Is dit ‘onze’ al waar geworden? Hebben wij ons de zonden in ons leven al mogen toe-eigenen? Hebben wij ons de zonde van Adam al mogen toe-eigenen?
De Zoon van God opgewekt
De Vader heeft nog meer gedaan. Nadat God de Vader Zijn Zoon had overgeleverd en Hij tevreden was met het offer van Zijn Zoon, heeft Hij Hem opgewekt. In dit opwekken zien we de volkomen genoegdoening en voldoening aan Gods recht. Christus heeft door Zijn lijden en sterven de rechtvaardigheid verworven voor Zijn uitverkoren volk. Met eerbied gesproken, voor de Vader staat er niets meer in de weg om Zijn uitverkorenen in genade aan te nemen als Zijn kinderen.
Opnieuw zien we hier het hart kloppen van het waar geloof. Er staat: onze rechtvaardigmaking! Is dit ‘onze’ al waar geworden? Is de gerechtigheid ons al geschonken en toegerekend? Wat is het groot als wij zowel de zonden alsook de rechtvaardigmaking door het geloof ons mogen toe-eigenen. Om als een uitgewerkte zondaar Christus te mogen omhelzen door het geloof, Die Zijn volk (en ook mij) heeft verzoend met Zijn Vader. Hierin wordt door Gods ware volk het eeuwige leven gevonden.
Welke overgeleverd is om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking.
Romeinen 4:25
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2024
De Saambinder | 24 Pagina's
