Als de regen

In Nederland valt regen in alle seizoenen. In Israël zijn er twee perioden per jaar waarin het regent. De vroege regen valt aan het begin van het seizoen, bij ons september-oktober. Deze regen is nodig om de grond vruchtbaar te maken en het gestrooide zaad te laten ontkiemen. Aan het einde van het seizoen komt de spade (late) regen, bij ons maart-april. Door deze regen komen de gewassen tot rijping.

Leraar of regen?

Vers 23 is moeilijk te vertalen. In de lange kanttekening 83 leggen de Statenvertalers uit waarom ze voor de huidige vertaling hebben gekozen. Er staat in de grondtaal twee keer het woord ‘moreh’. Dit woord kan zowel ‘leraar’ als ‘vroege regen’ betekenen. Dat kennen wij in onze taal ook wel. Een bank is niet alleen een meubelstuk waar je op kunt zitten, maar ook een instelling die je geld beheert. In vers 23 wordt op deze manier heel mooi een verbinding gemaakt tussen tijdelijke en geestelijke zegeningen. Wat de vroege regen is voor het uitgedroogde Joodse land, is de Leraar ter gerechtigheid voor de schuldige Joodse (en Nederlandse!) zielen.

De Leraar

Hoe zullen onrechtvaardigen weer rechtvaardig voor God worden? Hoe zullen schuldigen met God verzoend worden? Dat kan alleen door het werk van de Middelaar. Iemand die in het midden staat, tussen de twee ongelijke partijen in. Iemand Die samenbrengt wat niet meer samen te brengen viel. Door een Leraar ter gerechtigheid, die de HEERE geven zal.

Wat een Evangelie! Die Middelaar wordt geschonken, door de HEERE zelf. Geschonken in de tijd in de heilsgeschiedenis en geschonken in het hart in de heilsorde. Wie deze Leraar is en wat Hij doet, wordt zo treffend onder woorden gebracht in kanttekening 83: ‘Hij zal u zekerlijk geven den beloofden Messias, Jezus Christus, den oppersten Profeet en Herder der zielen, Die uitwendiglijk zal leren door het Woord des Evangelies, en inwendiglijk door Zijn Geest, krachtiglijk werkende het rechtvaardigmakende geloof in Hem, Die alleen onze Gerechtigheid is voor God’. Deze Leraar heeft alleen zeer moeilijk lerende leerlingen. Maar Hij wordt ze niet moe. Heel geduldig herhaalt Hij Zijn lessen in het vak ‘gerechtigheid’. Levenslang.

De regen

Het beeld van de Leraar ter gerechtigheid mag Joël door de inspiratie van de Heilige Geest verbinden aan de overvloedige vroege en spade regen. Het land zal enorm vruchtbaar worden. De dorsvloeren zijn vol en de perskuipen lopen over. Dan komt er iets heel teers. De HEERE belooft om het volk de jaren van gebrek te vergelden, te compenseren. Zo werkt Hij toch nog? Hij maakt leeg om te vervullen. Maar als Hij dan vervult, wordt het zo vol. Hij maakt het goed met Zichzelf. En dat is echte rijkdom. In vers 26 en 27 klinkt het lied van de dankbaarheid. Onder het eten wordt de HEERE geprezen die zo wonderlijk handelde. Hij is in het midden van Israël. De verbondszegen aan Abraham beloofd (Gen. 17:7), gaat in vervulling. Hij is hun God. En zij Zijn volk.

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen