De beker van Gods toorn
Wie zal ooit kunnen beschrijven de diepte van het lijden van Christus. In de hof heeft Christus de toorn Gods ‘waaronder wij eeuwiglijk hadden moeten verzinken’ gedragen.
Zojuist heeft de Middelaar Petrus en de twee zonen van Zebedeüs meegenomen in de hof van Gethsémané. Zijn ziel is geheel bedroefd tot de dood toe. Hij laat de discipelen achter en knielt neer om te bidden. Mattheüs zegt dat Hij op Zijn aangezicht viel, biddende. Gods Geest laat het Mattheüs opschrijven hoe de Borg van Sion bidt tot Zijn Vader. Zo begint Zijn gebed: ‘Mijn Vader’. Zo kan niemand dit bidden dan de Zoon van God alleen. Het is ook belangrijk voor de uitleg: hier bidt de Zoon van God als Middelaar Die tegelijk in één Persoon waarachtig, rechtvaardig mens is.
De begeerte van de Verlosser
Het is een tere bede: ‘… indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan’. We lezen in Hebreeën 5:8, als Paulus schrijft over de gebeden en smekingen van de Middelaar die Hij met sterke roeping en tranen geofferd heeft tot God: ‘Hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid geleerd heeft uit hetgeen Hij heeft geleden’. Bij het offeren van deze gebeden zegt de kanttekening: ‘Dat is, Zijn Vader voorgedragen, en Zijn leven voor ons in handen Zijns Vaders opgedragen hebbende’. Bij het leren van gehoorzaamheid zeggen zij: ‘Dat is, ervaren heeft wat het is in zulke benauwdheden Zichzelf den wil Zijns Vaders in alles gehoorzaamlijk te onderwerpen’.
Wat is dit lijden onbeschrijfelijk zwaar geweest voor de Borg. Hij was ook waarachtig mens voor Wie dit lijden zo bitter moet zijn geweest. Zo diep als het nu moest gaan, waar de beker van de ondeelbare toorn van God Hem aan de lippen werd gezet, had Hij het als Middelaar nog niet ervaren. Tegelijk heeft Hij geen ogenblik gekend dat Hij Zich niet onderwierp aan de wil van Zijn Vader. Dat is ook te horen in Zijn aanspraak: ‘Mijn Vader’. Dat verdraagt zich niet met de gedachte dat de Zoon van God iets anders zou begeren dan Zijn Vader begeerde.
Onderwijs over de voorbijgang
In die ongerepte gehoorzaamheid en eenswillendheid met Zijn Vader spreekt Christus over het voorbijgaan van de drinkbeker. Dat woord ‘voorbijgaan’ doet terugdenken aan Exodus 12, de instelling van het Pascha. Toen heeft geklonken: ‘… doch wanneer Hij het bloed zien zal aan den bovendorpel en aan de twee zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan’ (Ex. 12:23). Over dit voorbijgaan gaat het hier in Gethsémané, maar dan zo dat deze voorbijgang, dit Pascha, voor Christus betekende dat Hij als het Paaslam aan Gods recht moest voldoen door de vloekdood te sterven. In dit tere priesterlijke gebed van de volkomen Zaligmaker horen we dan ook profetisch onderwijs over de noodzaak van Zijn drinken van deze beker. In de vraag ligt immers besloten wat later in het tweede gebed naar voren komt en in het derde gebed wordt herhaald: ‘Mijn Vader, indien deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan, tenzij dat Ik hem drinke, Uw wil geschiede’.
De Middelaar vraagt niet of dit lijden tot in de diepste vernedering en angst der hel Hem bespaard mag worden, integendeel. Hij vraagt juist om deze drinkbeker als bij het Pascha voorbij te laten gaan… en dat kan alleen als er bloed wordt gezien, verzoenend bloed dat voldoet aan Gods heilig recht.
Zijn bidden als Borg
Zó horen we Hem bidden: ‘doch niet gelijk Ik wil’. Dat bidt de Middelaar borgtochtelijk als de tweede Adam. In het paradijs deed Adam wat de Heere wilde. Zo is het echter niet gebleven. De eerste Adam is zo diep gevallen. Hij had een verdorven wil gekregen die niet anders meer wilde dan wat hijzelf wilde: zondigen. Zijn we daaraan al ontdekt? Aan ons verdorven Adamsbestaan? Weten we het in onze ziel dat dáárom de toorn van God op ons rust? Heeft het ons weleens diep gesmart, nee, niet dat we bang zijn voor een toornend God, maar dat we kinderlijk bedroefd zijn omdat we de Heere vertoornd hebben en vertoornen door onze zonden? Dan komt de eis van de dood in huis. Dan kan er geen voorbijgaan zijn, als er niet voldaan is aan de eis van volkomen voldoening. Hebt u zo deze Middelaar én Verlosser leren kennen, door de Vader in de wereld gezonden om Zijn volk te zaligen? Hier in Gethsémané komt de noodzaak van voldoening zo duidelijk naar voren. De Borg kwam niet alleen in de wereld, Hij móést daar ook betalen met Zijn bloedgerechtigheid om Zijn volk zalig te maken. En de discipelen, Gods kinderen? Die wilden deze weg niet. Het liefst hadden zij hun Meester ervoor bewaard. In de ure van de verzoeking slapen ze, bedroefd. En hoor dán het borgtochtelijk gebed dat Hij bidt voor Zijn Sion: ‘Niet Mijn wil geschiede’. Zo is het immers van nature? Zo is het immers ook bij Gods kinderen als het om deze weg van voldoening gaat? Christus neemt op de lippen wat Zijn volk in het hart heeft! En die wil moet, mag en kan niet geschieden.
De heerlijkheid van Zijn Vader
Zo bidt de Borg, zo gewillig, eenswillend met de wil van Zijn Vader: ‘Uw wil geschiede’. Het biddend onderwijzen van Christus leert: er kan alleen verzoening zijn als er aan de eis van Gods recht is voldaan. Hij is de Enige Die hem drinken kan én ook drinken wil. Het is het hart van Christus dat hier wordt opengelegd. Zo wil Hij zorgdragen voor de eer van Zijn Vader in het zaligen van zondaren, uit vrije gunst, om niet. En waar aan dat recht is voldaan, daar bevindt het volk: hier gaat de HEERE op grond van recht, ziende op dat bloed van Christus, voorbij.
En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.
Mattheüs 26:39
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 februari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 februari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's