De tweede bazuinstoot
De zeven kruiswoorden worden wel genoemd zeven bazuinstoten. Nu heeft op Golgotha de eerste bazuinstoot vanaf het vloekhout reeds geklonken: ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen’.
De Vader had in Zijn verkiezend welbehagen uit een verloren en rampzalig volk, vijanden dus, uit eeuwige liefde Zijn Kerk verkoren in Christus. En om Christus’ wil zendt de Vader als vrucht van Zijn verdienste en als verhoring van zijn gebed Zijn Geest, zaligmakend. Dat is vrucht van het vloekhout, vrucht van de Boom des levens, gegrond op het bloed dat de Middelaar Zelf ondertussen vrijwillig stortte uit Zijn doornagelde en gezegende doorboorde handen en voeten, Zijn hoofd en rug, later zelfs uit Zijn hart. Toen werd het vijandige hart van de naast de Middelaar hangende goddeloze moordenaar verbrijzeld en vermurwd, verslagen en getrokken, vernederd en verootmoedigd. Toen zal deze spottende mond even dichtgegaan zijn. In het hart van deze moordenaar zal toen een niet uit te spreken pijn geboren zijn, erger nog dan de pijn van de spijkers. Dat was liefdespijn, zielensmart. ‘Loutere goedheid, liefdekoorden’!
Wat mocht die man in korte tijd toch veel leren. Godskennis. Zelfkennis. Christuskennis. Hoor maar: ‘Vreest gij ook God niet?’ Hij krijgt de ere Gods lief, maar ook het welzijn van zijn vloekende medemoordenaar. Hij gaat hem waarschuwen. En met het woordje ‘ook’ veroordeelt hij heel die muitende schare, Joden en Romeinen, de godsdienst en de wereld. Maar dan valt de moordenaar ook God toe, Die rechtvaardig is in Zijn oordelen. Het meest heeft deze moordenaar zichzelf veroordeeld: ‘En wij toch rechtvaardig, want wij ontvangen straf, waardig hetgeen we gedaan hebben’.
Van kruishout tot preekstoel
Maar nu verder: door een geschonken geloof heeft de moordenaar ook mogen zien dat die vernederde, bebloede, gesmade en ontluisterde Persoon naast hem, rechtvaardig was, en dat Hij bovendien een Koning was. Dat is nu geloof. Zo wordt op Golgotha een kruishout tot een preekstoel. Lezer, looft Gods macht die onbeperkt, gadeloze wonderen werkt. Immers, deze spotter werd eerst een boeteling, en daarna een prediker. Hij gaat waarschuwen, maar ook aanwijzen: ‘Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan’.
De moordenaar gaat Hem aanwijzen, gaat Christus aanwijzen, als Koning. Dat stond zichtbaar op het bordje boven het kruis geschreven: ‘Deze is de Koning der Joden’. Dat was geschreven als bittere spot, maar in het hart van deze moordenaar werd dit zoete, wezenlijke werkelijkheid: Hij was een Koning, met een kruis als troon. Hij was gekroond met doornen. Hij was ontkleed en verwierf tegelijkertijd een kleed der gerechtigheid. Daar wijst de moordenaar Christus aan: Hij is de Koning. Hij heeft ijzeren spijkers als Zijn scepter, heeft spottende en honende mensen als Zijn lijfwacht. Dwars door nood en dood en hel heen wendt de moordenaar zich tot Hem: ‘Heere, gedenk mijner als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn’.
Hier wordt een prediker een smekeling. Samuel Rutherford zegt: ‘Christus stervende en zondaren tot Zich trekkende’. Hier wordt het ook waar: ‘Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke’. Dat is soeverein welbehagen, door Zijn Geest.
Hemelse balsem
En lezer, dan gaan die gezegende gebutste en bebloede lippen open. Daar vloeit hemelse balsem. ‘Heden zult gij met Mij…’. Gij met Mij. Het gaat immers om Christus. De Poort. Hij zegt: Gij. Dat is zo persoonlijk! ‘Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn’. Heden! Toen werd een helwaardige boeteling een hemeling. Jawel, in het hemels paradijs. Het aardse paradijs is verloren, maar er is een eeuwig paradijs verworven. Door de Koning Zelf, Die de schoot Zijns Vaders verliet, Die buiten de hemel en buiten het Koninkrijk rondzwierf, ja, Die buiten Jeruzalem aan het vloekhout stierf. Hij daalde neder ter hel. Voor Hem was geen plaats. Wat een machtige bazuinstoot is dit kruiswoord. En de Zaligmaker, Jezus, zeide tot hem, tot een rampzalige, tot iemand die met zijn zonden en ellende tot Hem zich ter genezing wendde: ‘Voorwaar, voorwaar’. ‘Amen, Amen’. Het staat op recht en waarheid pal, als op onwrikbare steunpilaren, omdat de ere Gods eraan verbonden is. Daarom krijgt de Kerk de zaligheid. Wat een overwinning op de hel. Wat een verhoging van Gods eer. Wat een zaligheid voor een rampzalige. Wat een loon op Zijn Middelaarsarbeid. ‘Waar het bloed door U gestort, mij de bron des levens wordt’.
Toevluchtnemend geloof
Lezer, mogen we hier nu eerlijk, bij God vandaan, kennis aan hebben? Er is immers ook een andere kant. De andere moordenaar heeft vlak naast Jezus gehangen, heeft het gebed van Jezus gehoord, is door de andere moordenaar gewaarschuwd, heeft de bekering van zijn broeder in ’t kwaad vernomen. Hij is ook vlak bij het bloed geweest, maar is vlak langs de hemel naar de hel gegaan. Aangrijpend toch? Dicht bij het Koninkrijk Gods, evenwel: niet erin.
Nog klinkt de oproep, de bazuin van het Evangelie: ‘Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer’. Gelukkig zij, die door ontdekking moordenaar voor God worden, en in een toevluchtnemend geloof tot Hem zuchten en vluchten en het ervaren mogen: ‘Vrede zij ulieden’.
Maar als de nevens Hem gekruiste,
aan Zijn onschuld hulde deed,
vond hij Hem, hoe afgemarteld,
nog tot liefde en troost gereed.
Ja, die bede vond verhoring:
Heer’, gedenk hierna aan mij.
Heden zult gij, sprak de Heiland,
het paradijs zien, aan Mijn zij.
wordt vervolgd
En Jezus zeide tot hem: Voorwaar zeg Ik u: Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.
Lukas 23:43
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's