Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee stillen in den lande

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee stillen in den lande

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zacharias en Elisabet zijn stillen in den lande met een uitziend leven. Ze zien uit naar de verlossing, naar ‘de vertroosting Israëls’.

In de oefeningen van een levend geloof verwachten ze Hem Die komen zou, en reeds komende was. Dit zijn mensen met een levende advent. ‘Ongetwijfeld waren zij als zondaars op dezelfde wijze als anderen gerechtvaardigd en behouden, maar zij waren eminente voorbeelden van vroomheid en integriteit’ (Scott). Zacharias en Elisabet zijn dus voorbeelden van vroomheid. Kohlbrugge zegt dan: ‘En nu volgt daarop zeker: En zij hadden zeven kinderen? O nee, maar: ‘En zij hadden geen kind’. Ach! Zacharias en Elisabet hebben geen kroost, geen nageslacht. Ze worden geen vader en moeder, en later geen grootvader en grootmoeder. Ze zijn kinderloos. Wie peilt zo’n smart? Dit zijn mensen met onvervulde verlangens. Het lijkt wel alsof heel Judéa vrucht draagt maar zij niet. Iedereen krijgt kinderen, maar zij niet. Naar de gewoonte van die tijd sprak men schande van onvruchtbaarheid, nee, niet van Zacharias, want wat kon een man aan zoiets doen? Wel van Elisabet. Want natuurlijk had zíj verzuimd het mannelijk zaad om te zetten in de kinderzegen. Ze moet, zegt Luther, ‘andere vrouwen ontvluchten als een uil de vogels’. Elisabet heeft een gesloten baarmoeder. Ze heeft geen zaad, geen kind, geen nieuwe dageraad. Ze lijkt afgeschreven te zijn, nog wel als vrouw van een priester. Ze is ‘onvolledig’. Daar helpt niets tegen. Dit is een afgesneden zaak. Wat een zwaar kruis.

Ver op hun dagen

Zo leiden Zacharias en Elisabet samen een leven zonder kinderen als erfdeel des Heeren. Uit hen zou de beloofde Messias in elk geval niet voortkomen. En hun hoop op nakroost is ook vergaan, want het is niet alleen dat Elisabet onvruchtbaar is, ze zijn ook nog eens ‘beiden ver op hun dagen gekomen’. Ze hebben hun beste tijd gehad. Hoe oud zijn ze dan? Zacharias kan niet ouder geweest zijn dan 50 jaar, want in Numeri 8:25 had de Heere tot Mozes gezegd dat priesters van 50 jaar niet langer zullen dienen. Misschien lopen ze allebei tegen de vijftig. Dat is in het licht van menselijke vruchtbaarheid ‘ver op hun dagen’. Lukas, de arts, wéét zulke dingen.

Onverhoorde gebeden

Zacharias en Elisabet bewonen een huis met een binnenkamer. En in kinderlijke ootmoed hebben ze die binnenkamer opgezocht, de deur gesloten en geroepen tot de Vader, Die in het verborgene ziet. Ze hadden hun toevlucht gezocht bij het Hoog Vertrek, waar God woont, en hadden voor de troon der genade hun lege kruik uitgegoten voor Gods aangezicht. En toch was hun gebed niet verhoord. Hun huis was een huis des gebeds, en toch ook een huis van verdriet. Want er kwam geen antwoord. En ze hadden nog wel gebeden om iets wat ook God aangenaam was, een kind, om een erfdeel des Heeren, of om, zoals Calvijn het zegt, ‘een van Gods voornaamste zegeningen’.

Er scheen geen God in de hemel te zijn Die van hun stille verdriet afwist. Zacharias en Elisabet wisten wel dat God hen beter was dan tien zonen, maar toch… Ze hadden gevraagd en gebedeld aan de troon der genade, maar de hemel bleef gesloten. De dichter van Psalm 22 wist daar ook van: ‘Gij antwoordt niet’. Er was wel een gebed (dat is óók al een wonder), maar geen licht. Ze hadden gezocht, maar niet gevonden. Hope tegen hope hadden ze aan de hemeldeur geklopt, maar er was niet opengedaan. Zonder ophouden hebben ze God gevraagd om de huwelijkszegen, misschien wel als Izak twintig jaar lang, maar het bleef stil. Hun hoop is vergaan.

Beloofde der vaderen

Na dezen zullen Zacharias en Elisabet het verstaan. God gaat niet hun wensen vervullen, wel Zijn eigen beloften. Ze raken niet opstandig, maar blijven onberispelijk wandelen ‘in al de geboden en rechten des Heeren’ (Luk. 1:6). Samen zeggen ze: Heere, wat U doet, is goed. Hun gebeden om een kind hadden een einde genomen. Ze spraken niet meer over deze zaak. Temeer bleven ze uitzien naar de komst van het Kind, de Beloofde der vaderen. Straks gaat God geven ‘ver boven beed’ en wensen’.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 2023

De Saambinder | 24 Pagina's

Twee stillen in den lande

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 2023

De Saambinder | 24 Pagina's