Het Zaligmakend Geloof
Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt. Hebreeën 11:1a
De aan het Evangelie vijandige wettische leraars, met die zo de vrijheid van het Nieuwe Verbond bestrijdende trek in hen naar de oude Mozaïsche bedeling, dreigden af te trekken van het zoeken naar de verlossing in Christus alleen. Daarom handelt de apostel telkens over de heerlijkheid van Christus boven Mozes; en boven de priester van het Oude Testament. Niets mocht de Hebreeën verhinderen om hun zaligheid alleen in Christus te zoeken, ook niet de vervolgingen die dreigden.
Is de kerk niet door het geloof meer dan overwinnaar geweest? Dat geloof overwint de wereld, want het is een vaste grond der dingen die men hoopt; een vaste, onbedrieglijke grond, omdat het verenigt met en leeft uit Christus, de Levensbron.
Het kan zijn nut hebben om hier iets te schrijven over het zaligmakend geloof, te meer omdat er van dit geloof zulke vreemde opvattingen voor de ziel blijken te bestaan. Die zijn echter in strijd met het door onze vaderen overeenkomstig Gods Woord beledene. Het geloof wordt bij de wedergeboorte door de Heilige Geest in de uitverkorenen gewerkt. Is het nodig te zeggen wat wij onder wedergeboorte te verstaan hebben? Deze nieuwe geboorte heeft niet eerst dán plaats in de rechtvaardigmaking in de consciëntie, waar de ziel het verzekerd bewustzijn verkrijgt met God in Christus te zijn verzoend. Dit stellen sommigen in onze dagen, in strijd met de belijdenis. Immers, in hun strijd met de remonstranten beleed de oude Nederlandse Kerk met grote stelligheid:
‘maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van dezelfde wederbarende Geest; Hij opent het hart dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In de wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en en sterkt die wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen’ (Dordtse Leerregels, hoofdstuk 3 en 4, par. 11).
‘En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen, noch door aanrading, of zulke manier van werking, dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft, het alsdan nog in de macht des mensen zou staan wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden. Maar het is een gans bovennatuurlijke, zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, dewelke, naar het getuigenis der Schrift (die van den Auteur van deze werking is ingegeven), in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden’ (Dordtse Leerregels, hoofdstuk 3 en 4, par 12).
Laat onze ziel toch aan deze leer der Waarheid verkleefd zijn, opdat wij niet met allerlei wind van leer worden omgevoerd.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2023
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2023
De Saambinder | 20 Pagina's