Paulus’ reisverslag
Hoe was uw vakantie? Wat kunnen we benieuwd zijn naar elkaars reiservaringen… Hoe waren de afgelopen weken? Reisverslagen worden graag gedeeld. In onze snelle tijd zijn we daar heel bedreven in. Uren kunnen we daarmee vullen. We ‘delen’ er wat op los!
In Handelingen 22 vinden we ook een reisverslag. Het is een nogal persoonlijk reisverslag, lees maar: ‘Maar het geschiedde mij, als ik reisde…’. Twee keer staat er een persoonlijk voornaamwoord: ‘mij’ en ‘ik’.
Paulus, de zwerver van Christuswege, die even terug is geweest in het oude Jeruzalem, voert het woord. Gewoon weer onder zijn eigen volk. Maar van een warm welkom is bepaald geen sprake. Paulus ziet letterlijk de dood voor ogen. Landgenoten zoeken hem te doden, ze brallen: ‘Weg met hem’ (Hand. 21:36).
Ontzet door de Romeinen krijgt Paulus het woord op de trappen van de burcht Antonia. Ze luisteren met ogen vol haat, met lippen die verbeten op elkaar zijn geklemd, naar zijn reisverslag. Het is de bekende reis waarover Paulus vertelt. Hij gaat zijn bekering tot God verhalen. Nee, niet om zichzelf in het middelpunt te plaatsen, maar om te verkondigen: Christus raapte mij, de grootste van de zondaren, op; dan kan het voor u zéker! Een persoonlijk relaas. ‘Maar het geschiedde mij...’. Was Paulus alleen op weg? Zeker niet. Soldaten gingen met hem mee. Toch, in dít reisverslag gaat het om de enkeling. Om Paulus. Wie er over nadenkt, hoort iets van het wonder. Hij was het alleen, die staande werd gehouden. De pijlen uit de eeuwigheid troffen nauwkeurig doel. Hier schittert Gods welbehagen; van Godswege lag deze enkeling in het eeuwige en onveranderlijke besluit der verkiezing tot de zaligheid.
Dit is een persoonlijk verslag van hoe God een mens te sterk werd op de levensweg. Wat is dát onmisbaar in een mensenleven. Godsdienstig óf werelds, we zijn allemaal verdoemelijk voor God, daarom is dít persoonlijke onmisbaar. ‘Het geschiedde mij…’. Daar valt iedereen weg en blijf ik alleen met God over.
Vervolger - verkondiger
Deze verantwoording van Paulus’ levensreis vindt plaats onder de meest moeilijke omstandigheden. De vorst der duisternis is onder zijn gehoor tastbaar aanwezig! Toch begeert Paulus te spreken over het zuivere werk Gods. En hoe eerlijk doet hij dat! In Handelingen 9 lezen we ook van Paulus’ bekering, daar is het een verslag van Lukas. Nu is het zijn eigen verhaal. Een feitelijk verhaal! Niet aangedikt, niet mooier gemaakt. Nee, daar is niet aan toegedaan en niet van afgedaan. Hoe komt dat? Paulus krijgt de woorden. Zou het Christus niet zijn, Die bij Zijn Vader om woorden vraagt? Hij krijgt woorden op een van de meest onmogelijke momenten van zijn leven. Wat een les voor het zwijgende christendom in onze tijd. Paulus begint met ‘maar’. Dat maakt een tegenstelling. Zojuist heeft hij zijn landgenoten verteld: ‘Ik was net als jullie, precies hetzelfde. Ik maakte het zelfs nog érger dan jullie!’ Hij was een vervolger van de gemeente Gods. De reisbestemming was Damascus. Veel activiteiten stonden gepland. ‘Maar…’. Dát werd voor Paulus het cruciale moment op de levensweg: vóór de poorten van Damascus. Een Goddelijk licht. Een Goddelijk stem!
En daar lag hij: een vijand werd een vriend Gods. Een leeuw werd een lam. Het was klaar met Saulus. Ik reisde… en ‘het geschiedde mij’. Nooit had Paulus er om gevraagd. Integendeel. Hij was een onberispelijke en vrome jongen, maar tegelijk een bruut. Wie kwam hij dan tegen op reis? Wel, God kwam hém tegen. Dat is het wonder. Wat een gelukkige reis, als u mag zeggen: ‘Het geschiedde mij, als ik reisde, dat God mij tegenkwam’. Dan wordt u neergeworpen en openbaar gemaakt als een vroom beest. Het veranderde in één klap Paulus’ reis. Hoewel de bestemming ongewijzigd bleef, zagen de activiteiten er ineens zo anders uit. De hemel gaf getuigenis: ‘Zie, hij bidt’.
Geleerd en onwetend
We luisteren nog even naar het reisverslag van een man wiens bekering wordt afgenomen. Nee, hij wordt niet boos. Er komen vragen, zoals nooit eerder gesteld: ‘Wie zijt Gij, Heere?’ De godgeleerde weet het niet meer. Gods Geest steekt af naar de diepte. Maar dat zijn liefdeswerkingen, want Saulus wordt nu gedrongen om voortaan te doen wat God wil. Dat maakt hem zo eerlijk. Het ‘ik vind’ en ‘ik denk’ is niet meer aan de orde: ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?’
Het reisdoel van Paulus mag ongewijzigd blijven: Damascus. Maar wat gaat de reis er anders uit zien! De vervolger van Jezus zal een verkondiger van Jezus worden. Lezer, wat verandert er veel als de Heere in het leven komt! Kom, op de levensreis is veel te delen. Zeker naarmate we ouder worden. Maar dít zinnetje, kon u dat al optekenen in uw reisverslag: ‘Maar het geschiedde mij, als ik reisde...’?
Het nieuwe seizoen gaat weer beginnen. Wat kan er een uitzien zijn naar dergelijke reisverslagen! Wat een wonder, als dan eens verhaald mag worden: ‘Maar…’. O, gezegend keerpunt in mijn leven, dat begin uit God. ‘Het geschiedde mij...’. Dat is heel persoonlijk. Dat is een verslag waarin het zuivere Godswerk schittert: stilgehouden te zijn door de verhoogde Middelaar op reis. Gelukkig mens! Dát stilhouden van de enkeling gaat nog door. Wel een enkeling, maar tegelijk een grote menigte.
Maar het geschiedde mij, als ik reisde…
Handelingen 22:6a
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 2023
De Saambinder | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 2023
De Saambinder | 16 Pagina's