Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een wonderlijke zaligspreking aan het eind van het jaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een wonderlijke zaligspreking aan het eind van het jaar

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zie, gelukzalig is de mens denwelken God straft; daarom, verwerp de kastijding des Almachtigen niet. Want Hij doet smart aan en Hij verbindt; Hij doorwondt en Zijn handen helen. Job 5:17-18Het afgelopen jaar stond in het teken van grote zorgen in de samenleving en in het persoonlijk leven. De ene crisis stapelde zich op de andere, en nog is het einde niet…

Terwijl het coronavirus voor een belangrijk deel is gewe- ken, zijn andere virussen gebleven en zelfs sterker geworden: het virus van zonde en hoogmoed, van abortus en gendergekte, van verdeeldheid en secularisatie, enzovoort. Hoe gaan wij daarmee om? Luisteren we wel? Bekeren we ons van onze ongerechtigheid? Gods Woord zegt: ‘Hoort de roede en Wie ze besteld heeft!’ Gelukkig is de mens die er acht op geeft. Ja, zalig is hij die met Gods straffende hand en vaderlijke kastijding op de rechte plaats komt.

Rechterlijk of vaderlijk

Wat houdt de kastijding in waar Elifaz in onze tekst over spreekt? Een belangrijke vraag! Elifaz zelf had daar merkwaardige gedach- ten over. Hij zag Job in bitter lijden, hoorde hem rauwe woorden spreken en nam meteen aan dat zijn vriend wel een groot zon- daar moest zijn. Elifaz meende hem terecht te moeten wijzen. Wat hij uitspreekt in hoofdstuk 5 is op zichzelf niet onwaar, al zegt hij het op het verkeerde moment, op de verkeerde toon en tegen de ver- keerde persoon.

Ook de Bijbel spreekt over straf en kas- tijding. Wat ligt er op de bodem van alle vragen? ‘Der wereld zondeschuld’ (J.H. Gunning). Laten we dat goed bedenken. ‘Waren er geen zonden, er waren geen wonden’. Het maakt wél een groot verschil hoe we ons daaronder gedragen. Verhar- den we ons, dan wordt het erger. Dan zijn de slagen ons niet tot voordeel, maar ten oordeel. O, we mochten wel smeken om een hart dat onder die slagen voor de Heere buigt. Dan zal achteraf blijken dat het liefdesslagen waren; niet rechterlijk, maar vaderlijk. Dan mogen we bij Gods straffende hand spreken van ‘kastijding’; niet vergeldend, maar zegenend, herstel- lend en helend.

Het einde van dit jaar roept ons tot omzien. Hoe waren wij onder de slagen die ons troffen? Hoe zijn we onder de crises die maar doorgaan? Horen we naar Gods roede die suizend op ons neerkomt? Zien we er Gods oordelen in? Het ergste oor- deel zou zijn als we de oordelen niet eens meer opmerken en we aan de verharding worden prijsgegeven. Gaat niet het oor- deel der verharding vooraf aan het oordeel der verwoesting?

Niet bijten maar buigen

Elifaz wil goede raad geven. Hij zegt als het ware: Job, een mens heeft kastijding nodig. Hij moet door God gestraft worden. Dat kan hij niet missen; het kan hem nog tot zegen zijn. En daarom: bijt niet in de stok, maar buig eronder. Kus de roede. Bid de kastijding niet af, maar vraag of ze geheiligd mag worden aan je hart. Dan ben je er goed mee!

Die raad krijgen wij ook. Hebben we die goede raad al opgevolgd? In een onrustige wereld vol onrecht en geweld klinkt Gods roepstem tot bekering. In een ‘maakbare’ samenleving roept de Heere tot afhanke- lijkheid. Hebben wij daarvan iets verstaan? Hebben we onze schuld en zondigheid al ingeleefd? Is Christus ons onmisbaar en dierbaar geworden als het Kind van Beth- lehem en de Man van smarten? Hebben we iets gezien van het wonder van Kerst? Is er plaats gemaakt voor het borglijden dat Gods Zoon trof, niet vaderlijk maar rich- terlijk? Leerden wij de zaligheid zoeken in Zijn wonden? Zijn we in Hem geborgen met lichaam en ziel, voor tijd en eeuwig- heid beide?

Kinderen des Heeren, zoeken we dicht bij Jezus te leven en Hem gelijkvormig te worden? Mochten we in dit jaar vrucht dragen dóór Hem en vóór Hem? Zijn we meer gestorven aan de zonde en ons eigen ik? Jawel, ook u hebt dat nodig. Het moet dienen tot uw zaligheid. Daartoe wil de Heere niet alleen Zijn Woord en Geest gebruiken, maar ook die kastij- dingen. Ze zijn pijnlijk maar profijtelijk. En ‘daarom, verwerp de kastijding des Almachtigen niet!’

Een zegen in vermomming

Elifaz voegt er nog wat aan toe: ‘Want Hij doet smart aan en Hij verbindt; Hij doorwondt en Zijn handen helen’. In Engelssprekende landen noemt men dat wel ‘a blessing in disguise’, een zegen in vermomming. De slagen van de Heere zijn niet aangenaam, maar er zit een zegen in verborgen.

De Heere verwondt de Zijnen immers niet om hen te verderven. Hij is als die chirurg die snijden moet om te kunnen helen. En wie is er kundiger en liefdevoller dan de hemelse Medicijnmeester? Hanna mocht er in haar adventszang al van getuigen: ‘De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nedervaren en Hij doet weder opkomen; Hij maakt arm en maakt rijk; Hij vernedert, ook verhoogt Hij’.

Elifaz heeft dus toch gelijk! Hij zelf heeft er helaas maar weinig van verstaan. Hij had de wóórden van de zaken en niet de zaken van de woorden. Maar Job heeft het innerlijk doorleefd. Hij is ervoor ingewonnen. In diep berouw en hartelijke zelf- verfoeiing heeft hij ten slotte zijn hoofd mogen buigen. Hij is omgekomen met zichzelf, maar ook óntkomen door Hem Die - o wonder - zijn Losser en Verlosser wilde zijn.

Het jaar is bijna ten einde, de wereld gaat naar het einde, en misschien zijn we zelf ook al dicht bij het einde. Geldt de won- derlijke zaligspreking van Elifaz ook ons, ook u en mij? Dan hebben we toekomst. Dan kunnen we het leven door en eenmaal uit. Of verwerpen we de kastijding van de Almachtige? Volharden we daarin? Dan zijn we rampzalig. Kom, kus heden nog de Zoon, opdat Hij niet toorne!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 2022

De Saambinder | 24 Pagina's

Een wonderlijke zaligspreking aan het eind van het jaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 2022

De Saambinder | 24 Pagina's