Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

”Gidsen”, een christelijke schoolpedagogiek [2]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

”Gidsen”, een christelijke schoolpedagogiek [2]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het getuigt van moed om in een tijd van verwarring en zorg een christelijke schoolpedagogiek te schrijven. Met het boek ”Gidsen” is een leemte in het christelijk-reformatorisch eindelijk ingevuld.

Het lange tijd ontbreken van een dergelijk werk geeft ook iets aan. Met verdriet moeten we consta- teren dat niet alleen de kerk gescheurd is, maar dat ook het schouder-aan-schouder optrekken in het onderwijs onder druk komt te staan. Daarom is het verschijnen van ”Gidsen” een goede aanleiding om het gesprek op gang te brengen. In dit tweede artikel worden een paar thema’s benoemd, waar het gesprek over moet gaan. Daarbij zal met name de spannende verhouding tussen theologie en pedagogiek cen- traal staan.

Wedergeboorte en bekering

Wie het register van ”Gidsen” doorneemt, zoekt tevergeefs naar de begrippen wedergeboorte en bekering. Dit betekent niet dat de noodzaak van wedergeboorte en bekering niet erkend wordt, maar wel dat de pedagogische doordenking van deze begrippen achterwege blijft. Juist op dit punt zou een sterkere aansluiting bij het werk van ds. G.H. Kersten en ds. M. Golverdingen de kracht en betekenis van ”Gidsen” vergroot hebben. De laatste schrijft in het onderwijsblad De Reforma- torische School (2001) onder meer: ‘Laat in alle opvoedingssituaties de noodzaak en de mogelijkheid van wedergeboorte, geloof en bekering hartelijk klinken’. Terecht hebben de auteurs van ”Gidsen” hun insteek genomen in de opdracht van de Heere om de kinderen onderwijs te geven over Zijn grote daden, opdat zij ze niet vergeten zullen. Daarbij vormen de woor- den verbond en belofte, die nadrukkelijk in ”Gidsen” te vinden zijn, belangrijke kernbe- grippen. Wie voor het geven van onderwijs de uitgangspositie neemt in de mens en zijn kunnen, staat voor een hopeloze taak. Maar omdat de Heere belooft door te gaan met Zijn werk door Zijn verbond ook op te richten met het nageslacht, kan en mag er van Hem verwachting zijn. De Heere doet dit in de weg van wedergeboorte en beke- ring. Zou het pedagogisch doordenken van deze begrippen ”Gidsen” niet sterker en concreter hebben gemaakt? Het is immers de taak van docenten om juist vanuit de ervaring van zonde terug te gaan naar de bron van deze zonde en onze diepe val in Adam en de weg van verlossing in de Heere Jezus Christus.

Beeld Gods

De auteurs van ”Gidsen” kiezen voor een relationele interpretatie van het beeld Gods. Dat is een belangrijk aspect.

Tegelijkertijd heeft deze keuze ook gevaren in zich, wanneer noties als wederge- boorte en bekering op de achtergrond blijven. Is de mens sinds de zondeval niet gericht op zichzelf? (Augustinus). Wanneer we zonder meer uitgaan van het relatio- nele van de mens, moet er dan niet eerst dieper worden afgestoken naar de vraag hoe een liefhebber van zichzelf weer God kan liefhebben boven alles en de naaste als zichzelf? Door de diepe val in Adam ‘ben ik van nature geneigd God en mijn naaste te haten’ (Heidelbergse Catechis- mus, Zondag 2; zie ook Zondag 3).

De relatie met God wordt in ”Gidsen” ‘verbroken’ genoemd en die met de mens en wereld ‘verstoord’. Maar wat is de bete- kenis hiervan voor de juf en meester voor de klas? Moet het onderwijs ook niet iets ‘zelfontdekkends’ hebben? We zijn niet relationeel, maar ik-gericht geworden. Dat kun je uiterlijk wel bestrijden, maar het moet innerlijk veranderen. In lijn met onze belijdenisgeschriften - zoals de Dordtse Leerregels - moet in ons onder- wijs gesproken worden over de realiteit van ons gevallen bestaan. Is juist de pedagogiek niet ook het terrein waar de vraag gesteld moet worden: Wat zijn we kwijtgeraakt? Hoe zien we dat in onszelf en om ons heen?

Hermeneutische ruimte

De auteurs geven in ”Gidsen” een belangrijke plaats aan het concept ‘hermeneuti- sche ruimte’ van de Leuvense hoogleraar Didier Pollefeyt. Ze willen daarmee onderstrepen dat het geloof geen kwestie is van indoctrinatie, maar van persoonlijke toe-eigening. ‘Hermeneutische ruimte’ is echter een erg open begrip. Hoe ver- houdt dit concept zich tot het ‘gidsen’? Is de taak van een gids niet veel concreter en richtinggevender dan wat het concept ‘hermeneutische ruimte’ veronderstelt? De verwachtingsvolle opening van ”Gidsen” met Psalm 78, waarin de dichter verlangt dat het navolgende geslacht zijn hoop op God zou stellen, vraagt om een concretere invulling. Wat is de roeping van de docent hier? Moet niet de rich- tinggevende uitnodiging van Filippus aan Nathanaël centraal staan in het onderwijs: ‘Kom en zie!’ (Joh. 1:46-52). De persoonlijke ontmoeting met Christus geeft alleen ware hoop in een verwarrende tijd.

(wordt vervolgd)

Reacties naar de secretaris van de werkgroep onderwijs: p.kieviet@versluijsschool.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

”Gidsen”, een christelijke schoolpedagogiek [2]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2022

De Saambinder | 20 Pagina's