Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kunt u niets doen, dan moet u iets laten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kunt u niets doen, dan moet u iets laten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een jaar tijd zonderde de Hervormde gemeente in Overlangbroek slechts vier gulden af voor het werk der zending. Maar de predikant kwam in actie.

Ds. J.J. de Kat Angelino (1855-1935) werd in 1880 predikant van de Hervormde gemeente in Overlangbroek, dat was zijn eerste gemeente. Daarna was hij predikant in Varik en vervolgens in Deil. In 1928 ging hij met emeritaat.

Bij zijn komst in Overlangbroek werd er heel weinig gedaan voor de zending. Eén keer per jaar werd er voor dat doel gecollecteerd. Opbrengst: ongeveer vier gulden. Er waren vijfhonderd leden.

Nee, je kon niet zeggen dat er in het dorp bepaalde dronkaards waren, maar er werd wel stevig ingenomen. Ds. De Kat Angelino had zich laten informeren door een man die het weten kon, en het was hem geble- ken dat er in de burgerlijke gemeente van duizend zielen zo ongeveer zevenduizend liter jenever werd gedronken. Daar kwam dan nog bier, wijn en cognac bij. Telde je dan er ook nog bij wat er aan tabak en sigaren werd uitgegeven, dan kwam je op dertienduizend gulden.

De predikant had zich van de juistheid van de aantallen goed op de hoogte gesteld, want hij wist het: de krachtigste, de meest onweerlegbare feiten worden krachteloos door één enkele beschuldiging die niet helemaal juist is. Stel dat iemand gestolen heeft, véél gestolen. Hij wordt er ook van beschuldigd dat hij zes appels gestolen heeft. Maar hij heeft maar vijf appels gestolen. Wat doet nu die man? Hij laat al die andere beschuldigingen over zich heengaan, en zwaar beledigd brengt hij naar voren dat hem het grootste onrecht wordt aangedaan.

Daarom had de predikant zich gewapend met onweerlegbare gegevens toen hij op een zondagmorgen de gemeente confronteerde met wat ze uitgaven voor drank en rookwaren en wat men overhad voor de zending. Hij wond er verder ook geen doekjes om, hij zei dat er velen in de gemeente waren die maar steeds: ‘Heere, Heere’ riepen, en graag anderen verket- terden, maar ondertussen 3.250 maal meer ophadden (de cijfers bewezen het) met dingen die we best konden missen dan met het Evangelie des Koninkrijks. ‘Dat moet anders worden’, zei de predi- kant. ‘Kunt u niets doen, dan moet u iets laten. Minder drinken en minder roken, en wat u bespaart doet u in de collectezak. Tussen Pasen en Pinksteren zal er voort- aan iedere zondag een collectezak voor de zending rondgaan’.

Storm van verontwaardiging

Zodra de godsdienstoefening beëindigd was, brak er een storm van verontwaar- diging los. Meteen al in de consistorie begonnen de broeders hun fiolen van toorn over de predikant uit te gieten. Een kerkvoogd zei: ‘Als u weer zo preekt, kom ik nooit meer in de kerk, u bent trivi- aal geweest’. Voor de andere aanwezigen maakte hij duidelijk wat dit woord bete- kende: alledaags, plat, laag. De predikant liet de broeders eerst uit- spreken, want, zo schreef hij, verbolgen mensen moet je niet in de rede vallen, dat is olie op het vuur gooien. Toen het wat rustiger geworden was, vroeg hij aan de man die het over ‘triviaal’ had gehad wat hij dan precies triviaal vond. Ja, de bereke- ning van die genotmiddelen. ‘U noemt dus iemand triviaal als hij de waarheid spreekt’, was de conclusie van de predikant. ‘Ik groette en ging heen’.

Op weg naar de pastorie kwam de man die de gegevens verstrekt had hem tegemoet. Ook hij was boos. ‘Als ik geweten had dat u mij die gegevens gevraagd had om ze van de preekstoel uit te bazuinen, zou ik ze u nooit gegeven hebben’. Een lang gesprek volgde. Uiteindelijk zei de man: ‘U bent me toch een dominee!’

Maar door minder te drinken en te roken had de gemeente toch met Pinksteren zestig gulden bijeengebracht.

Een toontje lager

Kijken we naar het jaarverslag van ZGG over 2020, dan zien we aan inkomsten een bedrag van 3,6 miljoen euro. Wat een ver- schil met Overlangbroek!

Maar laten we eens kijken naar wat de zendingsdeputaten in 1925 aan de synode van de Gereformeerde Gemeenten rap- porteerden, dan gaan we wel een toontje lager zingen. ‘De Zendingscommissie moet de synode verklaren dat zij niets voor de zending heeft kunnen doen. Onze schuld tegenover de arme blinde heide- nen wordt steeds groter. We ontvingen fl. 607,04 aan rente en giften’.

Laten we nog maar een toontje láger zingen: die zeshonderd gulden had ook nog betrekking op drie jaar, dus het ging om tweehonderd gulden per jaar. Hoeveel leden en doopleden waren er toen? Onge- veer 25.000.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2021

De Saambinder | 24 Pagina's

Kunt u niets doen, dan moet u iets laten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2021

De Saambinder | 24 Pagina's