Christocentrische prediking
De uitdrukking ‘Christocentrische prediking’ betekent dat in de prediking Christus in het centrum, in het middelpunt staat, of in ieder geval: behoort te staan. Een stelling die hopelijk niemand zal bestrijden.
Wanneer we dit echter horen benadrukken, valt vaak wat op. Dit opvallende wil ik met u delen. Het gaat om de principiële vraag: hoe moet er gepreekt worden?
In de loop der eeuwen is daar goed over nagedacht. Daarvoor hoeven wij in 2021 niet opnieuw ‘het wiel uit te vinden’.
Iedereen heeft over de prediking zijn eigen gedachten, maar de kerk heeft in de theologische bezinning hierover haar nut gedaan met allerlei ontwikkelingen en bedreigingen. Anders gezegd, de gereformeerde homiletiek is gelouterd door drei- gende eenzijdigheden, die steeds weer actueel blijken te zijn, naar welke kant dan ook. Want de prediking moet zorgvuldig rechtdoen aan het Schriftgezag. Het moet voor iedereen hoorbaar zijn dat ‘de Heere spreekt’. Of, om het met de woorden van het bevestigingsformulier voor dienaren des Woords te zeggen: ‘dat Gods Zelf ons door de prediker aanspreekt en bidt’.
Dat stelt aan de dienst des Woords hoge eisen. De prediker mag daarom een tekst nooit uit zijn verband rukken. Hij mag aan de woorden van de Schrift geen betekenis geven die ze na een gezonde exegese niet zou mogen hebben. De prediker moet de volle overtuiging hebben dat zijn uitleg de juiste is en in overeenstemming met het geheel van het Schriftgetuigenis. Zo heeft hij in ootmoed het Woord te brengen!
Dan zal de prediking werkelijk zijn: verkla- ring en toepassing van het Woord Gods. Met Goddelijk gezag.
Drie aspecten
Bij de zuivere ‘verklaring en toepassing van het Woord van God’ gaat het om drie aspecten. Niet alleen over het genoemde Christocentrische. Dat zal ieder beamen. Volgens de heldere gereformeerde bezin- ning op de prediking moet deze zijn:
a. theologisch; b. Christocentrisch; c. pneu- matologisch. Wat bedoelen we daarmee?
a. Met theologische prediking bedoelen we dat het begin en het einde van alle heil alleen maar ligt in de eeuwige God.
De God Die verkiest en Zich open- baart. Hij zorgt voor Zijn eigen Naam, Zijn zaak, Zijn werk, Zijn welbehagen, Zijn deugden, eer en rechten. We zijn door God geschapen en we hebben tegen Hem gezondigd. We moeten en kunnen tot God bekeerd worden. Van- daar dat de Middelaar als eerste leert bidden: ‘Uw Naam worde geheiligd’. Bij een mens staat sinds Genesis 3 in alles de méns zo centraal. In de prediking, als vertolking van de Godsopen- baring, moet dat radicaal anders zijn.
a. Met Christocentrische prediking bedoelen we dat God Zich in Christus alleen tot zaligheid openbaart. Want ‘niemand komt tot de Vader dan door Mij’. Er is onder de hemel maar één Naam gegeven tot onze eeuwige redding. Wat is de zaligheid zonder de Middelaar? Wat is onze bevinding zonder dat Hij wezenlijk in het middel- punt staat? Hierover mag geen enkele onduidelijkheid bestaan.
a. In het woord pneumatologisch her kennen we het woord ‘pneuma’, dat Geest betekent. Hier gaat het dus om de vertolking in de prediking van het Geesteswerk, van het zo noodzake- lijke toepassende werk van de Heilige Geest. In de verheerlijking van God en alles wat van God en van Christus is. Het gaat om het noodzakelijke Gees- teswerk in het werken en versterken van het eeuwige leven. Dat houdt immers in: ‘dat ze U kennen, de enige en waarachtige God, en Jezus Christus Dien Gij gezonden hebt’. Want een zondaar moet toebereid worden om voor God te kunnen bestaan. Zullen we ook niet vergeten dat er voor de Mid- delaar plaats gemáákt moet worden? De zondaar blijft ook in de oefeningen van het geloof totaal afhankelijk van deze Geesteswerkingen.
Trinitarisch preken
De Schrift leert ons duidelijk deze drie zaken. Niet slechts één. Zó is de Godsopenbaring en daarom moet ook de pre- diking zo zijn! Christus is inderdaad, van ganser harte, het levende middelpunt van de prediking. Maar dan wel theologisch en pneumatologisch. Uit God en door God en tot God drie-enig! Laten we niet eenzijdig worden. Christocentrisch preken wil niet zeggen dat de Naam van Jezus vaak wordt gebruikt. We kunnen Zijn Naam vaak noemen zonder Hem trinitarisch te pre- diken. Op welke manier krijgt Hij alle eer en hoe vormt Hij werkelijk het middelpunt van het hart en het leven?
De zondaar en Jezus, dat is geen van- zelfsprekende heen-en-weerbeweging, maar daar ligt veel, heel veel Geestes- werk tussen.
Gaat het u ook om de levensvraag: ‘Hoe kom ik bij Jezus?’ De Dordtse Leerregels besteden aan deze toepassing een heel hoofdstuk (3/4). Juist omdat op het punt van de toepassing en de beleving zoveel (verborgen!) remonstrantisme dreigt.
Het gaat in elke eredienst toch om:
‘Genade zij u en vrede, van God de Vader, en van de Heere Jezus Christus, door de Heilige Geest’? Daarom mag het eerste maar ook het derde aspect niet verzwegen worden. De Schrift is de openbaring van Vader, Zoon en Geest. De Heilige Geest geeft het getuigenis daarvan in het hart te ‘gevoelen’, volgens artikel 5 van de Neder- landse Geloofsbelijdenis.
Deze rijke volheid heeft de prediking te vertolken. Omdat de Kerk der eeuwen de werkingen van God drie-enig ‘in zich mag gevoelen’ (NGB, art. 9). Dat is Schriftuurlijk-bevindelijke prediking!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 2021
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 2021
De Saambinder | 20 Pagina's