In Stal en Schuur
Evangelist Willem de Jong maakte in Epe eens mee dat men alleen al argwanend stond tegen het woord ‘evangelist’. Dat had alles te maken met een prediking van algemene verzoening, zo meende men. Maar later ontving men daar de evangelisten met blijdschap.
Willem de Jong werd in 1826 in Amsterdam geboren. Daar is hij zijn leven lang blijven wonen, lange tijd op het adres Lijnbaansgracht 65. In 1900 is hij overleden, na een lange staat van dienst. Van beroep was hij timmerman, maar in 1865, hij was toen 39 jaar, trad hij in dienst als evangelist van de Vereniging Vrienden der Waarheid. Deze vereniging had onder meer als doel evangelisten te sturen naar plaatsen waar in de Neder landse Hervormde Kerk de waarheid niet zuiver verkondigd werd. Er waren meer dergelijke verenigingen, maar het was in rechtzinnig opzicht niet alles goud wat er blonk. Maar aan de Vrienden der Waarheid was ook iemand verbonden als ds. A.P.A. du Cloux. Dat is veelzeggend, want deze predikant heeft zich in woord en geschrift steeds sterk verzet tegen alle vormen van onrechtzinnigheid.
Evangelist De Jong heeft aan het eind van zijn leven zijn ervaringen op schrift gesteld en daarmee een boeiend relaas nagelaten. Als evangelist was hij niet aan een bepaal de plaats verbonden. Soms was hij drie weken lang op pad en sprak hij bijna iedere avond in een andere plaats. Vaak moest hij lopend naar de plaats van bestemming, soms was dat úrenlang lopen over moei lijk begaanbare paden. Dan was daarna uitrusten er ook niet altijd bij. ‘Maar nu kan een ieder begrijpen, hoe ik na zulk een vermoeiende dag naar een gemakkelijke rustplaats verlangde; doch hierin vond ik teleurstelling, want ik werd gebracht in een klein hokje met een natte stenen vloer, een bedstede van steen en geen stoel. Doch ik troostte mij met de gedachte dat de Heiland heeft moeten klagen dat Hij hier op aarde geen plaats had waarop Hij het hoofd kon nederleggen’.
Het gebeurde wel dat als hij ergens sprak dat hij ook weer de mensen zag die hij de avonden tevoren in andere plaatsen onder zijn gehoor gehad had. Hij kon dus niet over dezelfde tekst spreken.
Timmeren onder het zingen
Soms was er een eenvoudig evangelisa tiegebouw waarin hij sprak, maar verder noemt de evangelist in zijn geschrift een veelheid van andere gelegenheden, bij voorbeeld een boerenwoning, een schuur, een zolder, een stal, een vlasschuur en een loods. Een stal, daar schreef hij over: ‘Het was mij ook dikwerf zelfs in een stal, tussen het vee, aangenaam tot het volk te spreken, als ik eraan dacht dat de Heiland in een stal heeft willen geboren worden’. In Ameide sprak hij in de timmermanswerkplaats van Willem Verheij. Op zater dagavond werd die werkplaats ingericht als vergaderruimte. Het spreekgestoelte was de schaafbank, er werd een kast voor geplaatst en daar lag dan de Bijbel op. Een timmermanswerkplaats, dat was bekend terrein voor de evangelist. ‘Het aanschouwen van werkstukken en mooie gereedschappen was mij dan wel eens lastig. Omdat ik 25 jaren lang ook zelf timmerman geweest was, moest ik vragen om niet afgeleid te worden, want ik liep gevaar om onder het zingen in gedachten te gaan timmeren’.
In Nunspeet sprak de evangelist in een loods waarin ruimte was voor zevenhon derd zitplaatsen. Die loods was speciaal gebouwd voor de evangelisatiesamen komsten. Ds. P. Huet diende in die tijd (1875-1878) de Hervormde gemeente.
Deze predikant was in dwalingen ver vallen. Overigens heeft hij die later weer herroepen. Het gevolg was dat velen niet meer bij hem kerkten en bijeenkwamen in die loods. Ds. Huet moest het met driehonderd kerkgangers doen. Zeven zonda gen heeft evangelist De Jong in die loods gesproken. Toen werd de weg gebaand dat hij in het kerkgebouw kon spreken.
Ds. Huet had namelijk een beroep naar Goes aangenomen. Toen waren er duizend toehoorders, niet alleen uit Nunspeet, maar ook uit Epe, Elspeet en Doornspijk. Duizend kerkgangers, want de driehon derd mensen van ds. Huet waren er ook, ze waren - op dertig mensen na - weer teruggekeerd. Later heeft de evangelist gehoord waaróm ze er eigenlijk waren. Ze hadden het plan om - als er iets ten nadele van ds. Huet gezegd zou worden - op een van tevoren afgesproken sein gezamenlijk op te staan en het kerkgebouw te verlaten. Maar ze konden blijven zitten. Het was kort voor Pasen en de evangelist sprak niet over mensen maar over het sterven van Christus en over de heilrijke betekenis van het scheuren van het voorhangsel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 2021
De Saambinder | 20 Pagina's
