Dierbaar bloed

Welnu, déze ‘nieuwe gehoorzaamheid’ komt uitgebreid aan de orde in de eerste zendbrief van de apostel Pe- trus. De apostel benadrukt dat een kind van God niet moet vergeten dat er een zeer hoge prijs voor zijn eeuwige zalig- heid is betaald. Zij zijn niet verlost door middel van vergankelijke zaken, zoals goud en zilver, maar door Christus’ bloed (1 Petr. 1:18). Hoe is dat gegaan? ‘U bent verlost’, houdt Petrus Gods volk voor. Dat is gebeurd vóór de grondlegging der wereld, in de Vrederaad. Dat is éénmaal gebeurd op Golgotha. Maar dat is ook heel persoonlijk geleerd in de wedergeboorte, waaruit de geloofsvereni- ging met Christus opkomt (1 Petr. 1:3; vgl. DL 3/4:12). Er is voor u een hoge losprijs betaald. Niet door aardse schatten, zoals goud of zilver. Hoe kostelijk dit edelmetaal ook is, het is geen betaal- middel in de ogen van God.

Petrus vat de betaalde losprijs samen: ‘maar door het dierbaar bloed van Christus’ (Petr. 1:19). Het woord ‘bloed’ vat het hele lijden van Christus samen. Vanaf Zijn nederige geboorte tot aan het kruis op Golgotha. Maar tevens zegt het ook hoevéél Hij gaf.

Bloed staat namelijk gelijk aan ‘leven’. Zonder bloed kan een men- selijk lichaam niet leven. Als Luther zingt: ‘Neem goed en bloed ons af’, dan zegt hij ‘neem alles maar af’. Als een lam werd geofferd in de tempel, dan was het bloed evenveel waard als het dier zelf.

Onbestraffelijk en onbevlekt Lam

De apostel vergelijkt Christus vervolgens met een ‘onbestraffelijk en onbevlekt Lam’ (1 Petr. 1:19). Een lam dat geofferd werd of met Pascha werd gegeten, moest een volkómen lam zijn (Num. 28:3; Joh. 1:29).

Er mocht geen enkel gebrek aan te vinden zijn. De priester onderzocht zo’n dier eerst voordat het kon worden geofferd. Alles moest ‘gaaf’ zijn. Zoals ook vandaag de dag een keurmeester op een tentoonstel- ling nauwkeurig nagaat of een aangeboden dier iets mankeert. Als dat wel zo is, wordt het uitgesloten van de tentoonstelling.

Zo is als het ware de Heere Jezus ook ‘gekeurd’. De Vader heeft Zijn eigen Zoon ‘beoordeeld’. En de mensen hebben Hem beoordeeld. En van Hem is getuigd. Hij is de Middelaar Die tegelijk een waarachtig en rechtvaardig mens en waarachtig God is (Heidelbergse Catechismus, Zondag 6),

Dierbaar Lam

Als dít Lam, Gods Lam, wordt verkondigd, zijn wij bij de kern van de christelijke reli- gie, bij het ‘rechtvaardigend geloof’, zoals Zacharias Ursinus het in zijn Schatboek noemt. Want het christelijk geloof is een arme-zondaars-geloof. Het is het geloof van zondaren die door het werk van de Heilige Geest geleerd hebben zonder het Lam niet voor God te kunnen bestaan. Wat moeten Gods hongerende en dorstende kinderen gaan ondervinden dat God geen behagen heeft in hún brandoffers. De Geest overtuigt hen van hun zonden, van hun ongerechtigheden, van hun schuld jegens God... (Joh. 16:8-11). Ze willen Hem, Die zij zo hartelijk lief hebben gekregen, betalen wat zij Hem schuldig zijn. Wat een onkunde! Daarom leert de Heilige Geest hen: zó kan het niet. God is immers een heilig God, Die geen enkele zonde kan aanvaarden: woorden, werken, gedachten, lusten.

Hoe moet het verder? Zij zoeken naar nieuwe wegen, komen tot nieuwe ‘onderhandelingen’. Boston schrijft in de ”Vier- voudige Staat” dat zulken uiteindelijk zelfs Christus in hun onderhandelingen betrek- ken. Hij een deel en zij een wat kleiner deel. Ja, uiteindelijk Hij het allergrootste deel, maar zij toch ook nog een heel erg klein deel... Ten slotte wordt hen de laatste strohalm uit handen geslagen. De zondaar komt in totale armoede voor God te staan. Hulpeloos, maar niet hopeloos...

Tevreden met hét Lam

Uitgewerkt, vermoeid en nog steeds belast leren zulke zondaren zich over te geven aan de enige Borg en Middelaar, het Lam van God. Zij laten zich door Gods Geest ‘zinken en zakken’ op het Borgwerk van Christus. Dan gaan ze meezingen: ‘Hier wordt de rust geschonken’. Ja, ze gaan het in een weg van sterven aan eigen krachten verstaan: ‘Brandofferen, noch offer voor de schuld, voldeden aan Uw eis, noch eer’ (Ps. 40, ber.). Alleen Gods Lam redt van de dood. Let op de tweede naamval. Het Lam komt bij God vandaan! Het is Vaders Ooilam, Vaders lieveling. En alleen dít Lam kan ‘zonder prijs en zonder geld’ worden ontvangen. Gods Lam is óf een volkomen verzoening voor al hun zonden óf Hij is het niet. De Geest opent hun ogen en hun hart. Ze mogen Hem ‘mijnen’. Het wordt een verwonderd uitroepen: ‘Zulk een is mijn Liefste, zulk een is mijn Zielenvriend’. Zó komen ze tot de ontdekking van het geheim: ‘U dan, die gelooft, is Hij dierbaar’ (1 Petr. 2:7a).

Van Kohlbrugge is bekend dat hij tijdens een studie in Gods Woord zocht naar vre- de voor zijn ziel. Hij hoorde als het ware de Heere aan hem vragen: ‘Zijt gij met Mijn Lam tevreden?’ Toen Kohlbrugge mocht antwoorden: ‘Ja, Heere’, sprak de Heere in zijn ziel: ‘Dan ben Ik ook met u tevreden’.

Deze taal is voedsel voor een hongerige ziel, dit geeft de vrede die alle verstand te boven gaat. Dat is voor de ware christen de enige troost in leven en in sterven.

Lezer, is Hij u ook al zo dierbaar geworden? Hebt u al met geschonken geloofs- ogen gezien op het Lam Gods? Mocht u al ‘tevreden zijn’ met het Lam? Want alleen Hij kan de zonde der wereld, uw zonden, wegdragen.

ds. W.A. Zondag, Dordrecht

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen