Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goud en zilver en het vee op duizend bergen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goud en zilver en het vee op duizend bergen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Kort voor zijn sterven heb ik hem zelf nog zijn bekering en roeping tot het leraarsambt horen meedelen. Je kon daar goed naar luisteren, hij was een bekeerde man’. Dat zei ds. F. Mallan over de gereformeerde ds. J.D. van der Velden.

In n 1886 verlieten onder leiding van Abraham Kuyper velen de Nederland- se Hervormde Kerk. Deze beweging wordt de Doleantie genoemd. Kuyper zou met zijn opvattingen over onder meer de veronderstelde wedergeboorte een koers gaan varen die niet in overstemming was met de gereformeerde leer. Maar in het begin was dit niet zozeer zichtbaar. Zelfs diverse Ledeboerianen voelden zich tot de Doleantie aangetrokken.

In 1892 verenigde de ‘Nederduitsch Ge- reformeerde Kerk’, zo luidde tot 1892 de naam van het dolerend kerkgenootschap, zich met de Afgescheidenen, en toen werd de naam van het verenigd kerkverband ‘Gereformeerde Kerken in Nederland’.

Ds. J.D. van der Velden (1859-1947) werd in 1887 predikant van de dolerende gemeente in Buitenpost (Friesland). Ds. Mallan (zijn moeder was op zeventienjarige leeftijd on- der de prediking van ds. Van der Velden tot verandering gekomen) schreef over hem: ‘Hij droeg diepe smart over het grote verval binnen zijn kerkverband, maar hij is tot zijn dood toe deze kerk trouw gebleven’.

Alfeüs

Ds. Van der Velden heeft in 1924 een boek geschreven waarin hij vertelt over zijn pastorale ervaringen. ”Losse schetsen uit het pastorale leven” luidt de titel. Hij schreef het onder het pseudoniem Alfeüs. ‘Leidsman’ betekent dat. ‘Waar het steeds mijn levenskeus was om als dienaar des Woords een ‘leidsman’ te mogen zijn voor jong en oud, viel mijn oog op de Griekse naam ‘Alfeüs’.

Aan het eind van het boek schreef ds. Van der Velden over de omgang met eenvoudige mensen. ‘De omgang met eenvoudigen heeft dikwijls het hart van de dienaar verkwikt. Ik denk aan die broeder der gemeente, die naar de wereld een arm en kommervol leven leidde, maar die zich zo in zijn God beroemen kon. Hij had een groot gezin en een karig bestaan. Daarbij was hij zelf ziekelijk.

Op zekere keer was zijn gemoed vol. Ik bemerkte dat er iets bijzonders was. En ja, daar moest hij vertellen hoe wonderlijk de Heere zich voor hem een Hoorder van het gebed had getoond. Het was op een zater- dagmorgen. Er was aan alles gebrek. Toen had hij zich op de knieën geworpen en de Heere alles kinderlijk verteld. Nauwelijks had hij ‘amen’ gezegd of daar kwam zijn trouwe God hem voor met de betuiging uit Zijn Woord: ‘Goud en zilver zijn Mijne, ook het vee op duizend bergen’. Laat mij hier even bij opmerken dat onze vriend hier twee verschillende uitspraken der Schrift bij elkander gevoegd zag. In Haggaï 2:9 lezen wij namelijk: ‘Mijne is het zilver en Mijne is het goud, spreekt de HEERE der heirscharen’, en in Psalm 50:10 staat: ‘Want al het gedierte des wouds is Mijne, de beesten op duizend bergen’. Meestal worden ze in één adem genoemd.

In zijn eenvoud had onze broeder de Heere gedankt voor dit antwoord op zijn gebed. Het werd middag, zo vertelde hij. Daar komt iemand binnen en na een kort ge- sprek drukt hij hem een rijksdaalder in de hand. Dat was het zilver.

Enige ogenblikken daarna gaat de oude deur van het versleten winkelhuis open en een onbekende geeft hem een envelop. Tot zijn grote verwondering zat er - in papier gewikkeld - een gouden tienguldenstuk in. Dat was dus het goud.

En nog geen uur daarna wordt hem een prachtig stuk vlees thuisbezorgd, waarvan de gever niet mocht worden genoemd. Dat was dus van het vee.

Bemoedigd

‘Ziet u, dominee’, zei hij met tranen in de ogen, ‘hoe goed God is en hoe Hij precies Zijn Woord heeft vervuld? Goud en zilver en ook het vee behoort Hem toe. Uit Zijn milde hand heeft Hij mij het alle drie op één middag gezonden’. En we hebben sa- men de Heere gedankt.

Zoo word je in je ambtelijk leven bemoedigd en gesterkt. Altijd trok dat eenvou- dige aan, zo ook in dit verhaal van Gods trouw. Dat was nu geen verzonnen vroom vertelseltje, zoals je die wel gedurig te lezen krijgt, het was werkelijkheid, het was doorleefd. Steeds zie je als dienaar des Woords in de praktijk de uitspraak van de Heilige Schrift bevestigd: ‘Maar den nede- rigen geeft Hij genade’, en bewaarheid wat eens een beproefde christin zei: ‘Boven iedere bladzijde van mijn levensboek schrijf ik: God is krachtiglijk bevonden een Hulp in benauwdheden’.


A. Bel, Vlaardingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

Goud en zilver en het vee op duizend bergen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

De Saambinder | 20 Pagina's