Pinksterfeest, Christus-feest
Zojuist is met het Pinksterfeest in Jeruzalem de Heilige Geest uitgestort onder de tekenen van wind en vuur. Mensen uit verschillende landen komen erop af. En deze mensen horen de apostelen in hun eigen taal Gods grote werken verkondigen.
Ontzetting, verbazing en verwondering alom, dat kunnen we begrijpen. De één zegt in twijfelmoedigheid: wat heeft dit allemaal te betekenen? Anderen daarentegen hebben hun conclusie snel getrokken: deze mensen zijn al vroeg dronken. Tegen de achtergrond van vragen en gedachten van mensen zoals wij, legt Petrus in zijn Pinksterpreek het Pinksterwonder uit. Bovenstaande tekstwoorden maken daar deel van uit.
Christus is verhoogd
In het eerste deel van de tekst zegt Petrus dat de Heere Jezus door de rechterhand van God verhoogd is. Het feit van de uitstorting van de Heilige Geest is het bewijs van het feit van de opstanding van de Heere Jezus uit de doden en van het feit van de hemelvaart van de Heere Jezus. God de Vader verhoogde Zijn Zoon, omdat Hij helemaal tevreden is gesteld door het werk van Zijn Zoon. De Heere Jezus heeft in Zijn lijden en sterven alles gedaan wat Hij op Zich genomen had in de stilte van de nooit begonnen eeuwigheid. De prijs is betaald en het is alles aanvaard en aangenomen. Nu kunnen alle mensen zalig worden, nu zullen Gods kinderen zalig worden.
Christus heeft ontvangen
Daarom heeft de Heere Jezus bij Zijn verhoging de Heilige Geest ontvangen, zo zegt Petrus in het tweede deel van de tekst. De Heere Jezus heeft na Zijn verhoging de beschikking gekregen
over de beloofde Heilige Geest als onderdeel van het loon op Zijn Middelaarswerk. Want de Heilige Geest zal door de Zoon namens de Vader uitgezonden worden om te zorgen voor de toepassing van alles wat Christus voor Zijn kinderen heeft verworven.
Christus heeft uitgestort
Dat is dan ook de betekenis van alles wat men op de Pinksterdag zag en hoorde, zegt Petrus tenslotte. En daarmee komen de tekenen van de uitstorting van de Heilige Geest terug.
Verdeelde tongen als van vuur vertellen van Gods heiligheid en rechtvaardigheid, van het verlichtende, ontdekkende werk van de Heilige Geest en van het verwarmende werk van de Heilige Geest.
Zoals wij geboren zijn, is het bij ons als een donkere kamer waarvan de ramen dicht en de gordijnen gesloten zijn. Wij tasten in geestelijk opzicht in het duister, we weten het niet en we zien het niet. En we brengen daar vanuit onszelf geen verandering in aan. We kunnen dat niet, en we willen dat niet. En wanneer de Heilige Geest tegen die donkere achtergrond aan het werk gaat in ons hart, dan gaat het licht aan, in de diepste zin van het woord. Mijn hart wordt dan geopend, mijn verstand wordt verlicht en mijn wil wordt omgebogen. Er gaat licht op over mijn schuld en mijn verlorenheid. Ik ga het zien en geloven, ik leer buigen voor de Heere om Hem in Zijn oordeel over mijn leven gelijk te gaan geven. Er gaat ook licht op over de Heere Jezus, de Middelaar door Wie mensen met God in een verzoende verhouding komen; er gaat licht op over de rijkdom van het leven met Hem. In de worstelingen over de toeeige ning van het heil wordt het met Psalm 43: ‘Zend Uw licht en Uw waarheid, dat die mij leiden, dat zij mij brengen tot den berg Uwer heiligheid en tot Uw woningen; en dat ik inga tot Gods altaar, tot den God der blijdschap mijner verheuging, en U met de harp love, o God, mijn God!’
Licht over het welbehagen
Er gaat bij Gods altaren, bij het lijden en sterven van de Heere Jezus in de plaats van verloren zondaren, licht op over Gods welbehagen en Gods eeuwige zondaarsliefde om Christus’ wil. En door het geloof leert de zondaar het op Gods tijd nazeggen: niet alleen voor anderen, maar nu ook voor mij! Terwijl het geloof dan ook altijd wérkzaam wordt, vruchten gaat voortbrengen. Op de weg naar Christus volgt het leven met Christus.
We zien het aan de apostelen: de Heere gaat door Zijn Geest in staat stellen om Gods grote werken te vertellen. Dat is soms letterlijk vúrig spreken. De Heere geeft soms een zo vurige ijver voor de dingen van Zijn dienst en Zijn Koninkrijk. En een diep verlangen om daar waar de Heere ons een plaats geeft, goed van Hem te mogen spreken.
Je hoort het ook aan het geluid als van een loeiende orkaanwind, ook zo’n teken van het werk van de Heilige Geest. Tegenhouden kun je dat niet, Gods werk in Gods Koninkrijk gaat gewoon door. En Hij blaast in harten van mensen, zodat álles omver wordt geworpen waarmee wij ons tegenover de Heere staande proberen te houden. Deze wind wordt gedreven door het recht van God om plaats te maken voor de genade van God. En dat: telkens weer en meer.
Ontwaak, Noordenwind
Wanneer heeft deze wind in het leven met de Heere voor het laatst gewaaid in de donkere kamer van het hart? Ook in het leven met de Heere is frisse lucht zo nodig! De ingezonkenheid en geestelijke dorheid is een scherpe aanklacht tegen de kinderen van God. Geestelijke lauwheid en ontrouw beneemt Gods kinderen helaas zo vaak de vrijmoedigheid. Dan is er verachtering in het leven met de Heere. Terwijl de Heere er Zijn kinderen toe oproept om op te wassen in de genade en kennis van Christus Jezus de Heere. Het zij ons aller gebed: ‘Ontwaak, Noordenwind, en kom, gij Zuidenwind, doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten!’
Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes ontvangen hebbende van den Vader, heeft dit uitgestort dat gij nu ziet en hoort. Handelingen 2:33
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 mei 2020
De Saambinder | 24 Pagina's
