De rondvraag
Er wordt vandaag de dag zoveel vergaderd, dat er zelfs kan worden gesproken van een kerkelijke vergadercultuur. Voor vergadertijgers een genot, voor vergaderhaters een gemartel. In de rubriek ”Kerkhistorie met een knipoog” die het Reformatorisch Dagblad enkele jaren geleden had, kwam met een zekere regelmaat opvallend korte of opmerkelijk lange vergaderingen langs met alles wat daarin wel of niet werd besproken. In één van deze afleveringen verwijst ds. M. van Kooten naar een mogelijke uitspraak van prof. dr. M.A.J. de Vrijer, die op een college over de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren zou hebben gezegd: ”En, mijn heren, dat was het grootste wonder: dat de Heilige Geest werd uitgestort op een vergadering.”
Leiding
Nu wordt iedere kerkelijke vergadering als het goed is met gebed begonnen. Daarin wordt gevraagd om de leiding van de Heilige Geest. Dat is nodig, omdat ook de boze geest niet stil zit en iedere gelegenheid zoekt om te verwarren en te verdelen.
Dat maakt ook vandaag een kerkenraadsvergadering of een gemeentevergadering nog altijd niet tot de gemakkelijkste bijeenkomsten. We zijn immers allemaal nakomelingen van Adam met ook nog eens verschillende achtergronden, karakters, gevoelens en inzichten. De één kan traag van begrip zijn, een ander rap van tong, een derde vlug van geest en een vierde rijk van talen. En daarbij ademen we allemaal de huidige tijdgeest in. Zijn we in bepaalde opzichten ook kinderen van onze tijd. Heel concreet kan dat bijvoorbeeld blijken in de behoefte van menigeen om over allerlei onderwerpen uitgebreid zijn zegje te willen doen en dat het liefste ook in stemming te brengen. Niet zelden zal dit laatste dan ingegeven zijn door de hoop dat een meerderheid er net zo over denkt.
Een grote betrokkenheid op het wel en wee van de gemeente is op zichzelf genomen reden tot dankbaarheid. Onverschilligheid of desinteresse is zeker geen vrucht van de Heilige Geest. Niet voor niets geeft de Heidelberger Catechismus in zondag 21 aan wat we onder de gemeenschap der heiligen moeten verstaan: dat elk zich moet schuldig weten zijn gaven ten nutte en ter zaligheid der andere lidmaten gewilliglijk en met vreugde aan te wenden.
Om daar als gemeente eens samen over te spreken kan geen kwaad. En bij allerlei aangelegenheden die voor langere tijd van grote invloed zullen zijn op het gemeentezijn is het meer dan verstandig om daar een zo breed mogelijk draagvlak binnen een gemeente voor te zoeken.
Geen democratie
Een kerkelijke dictatuur is totaal vreemd aan hoe de Bijbel spreekt over het gemeente-zijn. Maar een kerk is ook geen democratie. ”De gemeente is geen vereniging, die statuten en reglementen vaststelt en een bestuur kiest. De kerk is geen democratie, maar een christocratie”, aldus de Beknopte Gereformeerde Dogmatiek. De kerkelijke ambten zijn er dan ook niet voor niets. Het ambt is immers geen instelling van de gemeente zelf, maar komt van boven. Daarom moet het ambt een dienend karakter vertonen, waarbij de gedachte aan heersen volstrekt verwerpelijk is. Tegelijk heeft het ambt, juist als het de gemeente wil dienen, een zeker gezag.
Hoe zich dat dan verhoudt tot een vergadering met gemeenteleden? In elk geval is de benaming ledenvergadering onjuist, zo maakte prof. J. Hovius al eens duidelijk in Ambtelijk Contact: “Allereerst moet ik iets zeggen over de naam gemeente- of ledenvergadering. Deze naam is in feite onjuist, want hij suggereert min of meer dat zulk een vergadering eigenlijk net zo iets is als een algemene ledenvergadering van de één of andere vereniging. In de kerk des Heeren gaat het zo niet toe. ( ) Volgens het gereformeerde kerkrecht is een zogenaamde gemeente- of ledenvergadering niet anders dan een vergadering van de kerkenraad met de leden der gemeente. Men heeft weleens van een publieke kerkenraadsvergadering gesproken. ( ) De kerkenraad heeft altoos de leiding en de kerkenraad stelt van te voren vast welke zaken aan de orde zullen worden gesteld.”
Dat is dus ook de reden dat er geen algemene rondvraag op de agenda kan worden gezet. ”Elk lid heeft te allen tijde het recht om met vragen tot de kerkenraad te komen of om bepaalde dingen onder de aandacht van de kerkenraad te brengen. (…) Maar een algemene rondvraag waarbij ieder van alles en nog wat ter sprake kan brengen is onjuist, geeft meermalen aanleiding tot debatten met verhitte gemoederen en bevordert dus geenszins de vrede der gemeente.”
Zo ook prof. dr. W. van ’t Spijker enkele jaren later: ”Een rondvraag is als de doos van Pandora, waar tot ieders verrassing op het meest ongelegen ogenblik van alles en nog wat uit tevoorschijn kan komen. (…) Een gemeentevergadering is kerkordelijk een vraagteken. Een rondvraag op een gemeentevergadering is zulks in het kwadraat.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 2023
Bewaar het pand | 12 Pagina's
